Het goddelijk karakter van het recht - pagina 25
Rede uitgesproken ter inwijding van den leerstoel in het staatsrecht, de rechtswijsbegeerte en het canonieke recht aan de Vrije Universiteit te Amsterdam
28 Op het gebied van het recht geldt ditzelfde. Voorwerpelïjk recht, dus resumeert ook onze landgenoot de Wal het gevoelen van Warnkönig is er niet. En evenals de overheid niet op de grondwet kan rusten, maar omgekeerd,
iedere wet, en dus ook de grondwet, op eene aan haar
anterieure overheid
wijst
2
) , zoo stamt
ook elk rechtsvoorschrift
van een persoonlijk gezag, en bindt het om dat gezag. Voor het gebied des rechts nu, waarop God den mensch door een intermediair wil doen regeeren, beslaan geene den inensch onmiddellijk bindende voorschriften het
wezen
Gods
en
is; niet in strijd met; maar overeenkomstig
des gezags,
de wilsuiting dezer persoonlijke macht als
zoodanig bindende. Ja, blijft
zij binnen de grenzen van haar gebied, dan heeft die
wil autoriteit,
ook
voor
zooverre
hij
niet met de geboden Gods
overeenstemt, die, gelijk ik reeds opmerkte, degenen raken, die met 3
de vorming des rechts zijn belast ) . Wel
bestaat zonder
twijfel
de schoonste wijding, die aan eenig
menschelijk gebod te beurt kan vallen, hierin, dat het in harmonie is met de gedachten Gods, maar deze wijding is, — zoo zoude men wellicht kunnen zeggen, — van eene andere orde, als die welke het behoeft om met dwingend gezag te zijn bekleed; dit kan het, naar het
jüdischer Vorstellung ist es der persönliche Gott, der, durch nichts beschränkt, nach seinem freien Willen die Schicksale regiert und den Menschen ihr Ziel setzt. Auszer seinem Willen giebt es keinen Grund der sittlichen Gebote. Alle Einrichtungen und Vorschriften tragen den Stempel der Machtvollkommenkeit." »Ihr sollt nicht fälschlich unter einander handeln, denn ich bin der Herr /" Gut und bös ist es nur, weil er es wollte oder verbot, denn Sein allein ist die Herrlichkeit. Es hat sich also bei den Griechen dieser Glaube völlig in den entgegengesetzten umgekehrt, wie das in Piatons Eutyphron einmal entschieden ausgedrückt ist: »Das Fromme ist nicht das Fromme, weil die Götter es lieben, sondern die Götter lieben es, weil es das Fromme ist." " ') Prijsverhandeling over het bestaan, den aard en de behandeling van het natuurregt, 1833. blz. 126. ) Uitvoeriger besprak ik dit punt in mijn akademisch proefschrift: De leer der Souvereiniteit, bl. 215 en volgg. Cf. ook bl. 460—i66. ) Hierin ligt de verklaring van wat aan Stöckl (t. a. p. Bd. II. S. 83) onverklaarbaar voorkomt, hoe het recht, wanneer dit zijn grondslag en richtsnoer in de geboden Gods heeft, toch binden zal, ook wanneer het daarmee niet overeenstemt. 2
3
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 oktober 1880
Inaugurele redes | 41 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 oktober 1880
Inaugurele redes | 41 Pagina's