Het goddelijk karakter van het recht - pagina 37
Rede uitgesproken ter inwijding van den leerstoel in het staatsrecht, de rechtswijsbegeerte en het canonieke recht aan de Vrije Universiteit te Amsterdam
40
Zoo wordt dan door het recht op organische wijze de Wet Gods verkondigd; op dat gebied, waar menschelijk gezag over ons gesteld is,
de W e t vernomen, die geldt binnen dien kring, waar dat m e n
schelijk gezag juist niet mag komen.
En is er geen goddelijk
recht
in den zin van natuurrecht, waardoor nochtans het droit divin geenszins wordt uitgesloten, op beteren, den laatstbesproken', grond meen ik van
een goddelijk karakter van het recht te mogen spreken en
de
liefde der gemeente voor het recht te mogen vragen. Maar, — en hiermede besluit ik, — zal het recht aan die hooge roeping beantwoorden, dan dient het ook de Wet Gods ten grond slag te hebben, gelijk het zelfs veelal, waar een ander uitgangspunt is gekozen, met die W e t in strijd, het zedelijk bewustzijn der natie vervalschen en het volk van God vervreemden zal. »Tot
de
Wet
en
het
Getuigenis", dit moet een levensleus ook
voor den rechtsgeleerde zijn. hem
de
Schrift
de
bodem
Niet minder dan den theoloog moet zijn, waarin hij wortelt; maatstaf van l
critiek ten allen tijde; nooit voorwerp van criliek ) .
zijn rechten zelf wel weet te handhaven. (Woorden van den Minister van Justitie) Zekerlijk, — ik erken het gereedelijk, — mag ook de inrichting van den Staat als een weg worden geëerd, waarlangs de Heere God ter bekeering werkt. Dit mag echter niet daartoe leiden, te trachten de bekeering als het ware te berekenen, reeds wijl de Geest is als de wind, van welken men niet weet van waar hij komt. In zelfstandigheid bouwe de mensch de rechtsorde, overeenkomstig de geboden, die daar voor gelden. Aan God Almachtig verblijve het dan achter den ondoordringbaren sluier de bekeering van zondaars te bewerken, ten aanzien waarvan de mensch zich niet te zeer bezorgd make, dat hij Gode niet den voldoenden tijd zoude laten. Op bovenbedoelde wijze zou men wellicht ook hier toe kunnen komen iedere ge vangenisstraf te veroordeelen, wijl, naar die berekening, den misdadiger daardoor de middelen ter bekeering zeer verminderd wierden en dit niet Christelijk zoude wezen. ) De oppervlakkige lezer zal zich aan deze uitspraak lichtelijk stooten en tegen over haar aanstonds gereed staan met de banale opmerking, dat dit uitsluiten van critiek zekerlijk geschiedt, wijl bedoelde materie die het minst kan lijden, het «kritiekste" is. Dezulken mogen in hun gewaand vernuft ook den Hoogleeraar Dr. S. Hoekstra wel gaan terecht wijzen omtrent diens scherpzinnige ontkenning van de mogelijkheid, om over de waardij van het heelal te oordeelen. (November-aflevering van de Gids) Genoemde Hoogleeraar verklaart het onzin, en ik vereenig mij gaarne daarmee, te zeggen, dat het beter ware, zoo het heelal niet geschapen ware, wijl het heelal zelf voorwaarde van ons aanzijn, van ons denken is. In gelijken trant nu meen ik, dat op ethisch gebied 's menschen verhou ding is tegenover de H. Schrift. Zij is het richtsnoer van waarheid en recht. En daarom x
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 oktober 1880
Inaugurele redes | 41 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 oktober 1880
Inaugurele redes | 41 Pagina's