GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Godsdienst en godgeleerdheid - pagina 15

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Godsdienst en godgeleerdheid - pagina 15

Rede gehouden bij de aanvaarding van het hoogleeraarsambt in de theologie aan de Vrije Universiteit te Amsterdam

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

19

eene wijziging in de beschouwing van den godsdienst mede. Rationalisme en piëtisme bereidden deze in de achttiende eeuw reeds voor. Kant ondermijnde de oude voorstelling door zijne scherpzinnige critiek van het menschelijk kenvermogen en door de daarop gebouwde leer van de onkenbaarheid Gods. E n Schleiermachers pantheïstisch getinte vroomheid vond voor de nieuwe beschouwing de nieuwe formule, toen hij zeide: religie is geen weten en geen doen, geen dogmatiek en geen moraal, geen zaak van verstand en van wil, maar zij is eene diepe, verborgene, innerlijke stemming des gemoeds, gewekt door het Alééne en bestaande in een gevoel van volstrekte afhankelijkheid. De definitie van Schleiermacher is menigmaal beoordeeld en veelszins gewijzigd; maar zijne opvatting van de religie is desniettemin het uitgangspunt en de grondgedachte gebleven van heel de nieuwere theologie. Godsdienst is, naar de thans algemeen heerschende voorstelling, geen plicht maar eene deugd; geen dienst van den Heer des hemels en der aarde maar eene regeling en vaststelling van de betrekkingen van den mensch tot het geheel, w aarvan hij zichzelven als deel beschouwt; niet door den Schepper en Souverein aller dingen verordend maar door het redelijk schepsel uitgevonden, om zichzelf te handhaven in den strijd voor zijn physisch of ethisch bestaan; en daarom onafhankelijk van verstandelijke voorstellingen en uitwendige handelingen, in zijn wezen niets dan eene vage, kleurlooze, onbepaalde stemming des gemoeds, een gevoel van eerbied, ontzag, toewijding, aanbidding, jegens een ongekend en onkenbaar wezen, welks bestaan de mensch vermoedt of op grond van zijne zedelijke natuur postuleert; in één woord, geen recht Gods, maar eene behoefte van den mensch. T

Deze gemoedsstemming maakt dan verder het hart en de

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 17 december 1902

Inaugurele redes | 65 Pagina's

Godsdienst en godgeleerdheid - pagina 15

Bekijk de hele uitgave van woensdag 17 december 1902

Inaugurele redes | 65 Pagina's