GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Godsdienst en godgeleerdheid - pagina 60

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Godsdienst en godgeleerdheid - pagina 60

Rede gehouden bij de aanvaarding van het hoogleeraarsambt in de theologie aan de Vrije Universiteit te Amsterdam

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

64 kerkelijke School, die niet naar zulke hooge dingen streeft en minder zware verantwoordelijkheid op de schouders legt. Te sterker gaat mijn begeeren deze richting uit bij de gedachte, dat ik hier, aan deze Hoogeschool, geroepen word, een leerstoel in te nemen, die jaren lang bezet werd door den rijkst begaafden en veelzijdigsten man, welken God in de laatste halve eeuw aan de belijders van Zijn naam in deze landen schonk, en die eerst door hem verlaten werd, toen H . M . de Koningin hem tot hooger en gewichtiger werkkring riep. Zulk een man op te volgen, die op ieder terrein, dat hij betreedt, facile princeps is, moge anderen eene eere toeschijnen; mij is die eere te groot. Ik heb haar niet gezocht en zoek ze niet. Zij vervult mij meer met zorge dan dat zij mij aantrekt en bemoedigt. Maar één ding, Mijne Heeren Curatoren, is er toch, dat mij bij het komen naar deze School en bij het bezetten van dezen katheder tot troost en sterkte strekt. Ik was voor U geen onbekende. Jaren lang hebt Gij mijn persoon en mijn arbeid, mijne wijze van denken en werken, kunnen gadeslaan. Als Gij dan desniettegenstaande er toe zijt overgegaan, mij evenals vroeger ter benoeming voor te dragen, dan moet Gij de overtuiging hebben gekoesterd, dat de mij toebetrouwde gave voor de Vrije Universiteit van eenig nut zou kunnen wezen. Voor dat vertrouwen breng ik U mijn oprechten dank; het zal mij steunen en sterken. Mijnerzijds beloof ik U, aan deze School te geven wat ik heb. Iets meer of iets anders te geven, daartoe ben ik niet gehouden en kan ik ook door niemand worden verplicht. Maar daarbij rekenende, dat wie geeft, wat hij heeft, te leven waard is, zal ik trachten door toewijding en inspanning de plaats mij waardig te maken, welke door Uwe goede zorgen mij werd aangewezen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 17 december 1902

Inaugurele redes | 65 Pagina's

Godsdienst en godgeleerdheid - pagina 60

Bekijk de hele uitgave van woensdag 17 december 1902

Inaugurele redes | 65 Pagina's