De hedendaagsche schriftcritiek in haar bedenkelijke strekking voor de gemeente des levenden Gods - pagina 50
Rede bij het overdragen van het rectoraat der Vrije Universiteit
46 Mevrouw zijne weduwe en aan zijn vele zonen en dochteren de liefde die hij ons bewees, en blijve zoolang deze Hoogeschool op onze erve staan zal, de naam van Sanders met dien van onzen Hovy (dien God nog vele decenniën spare) als die van de pleegvaders onzer stichting in aller hart gegrift. Uit het College van hoogleeraren stierf niemand weg, en zelfs werd het ons gegund het aantal van v ij f op z e s te zien uitgroeien; nu reeds schoone aanwinste, en nog blijder profetie van wat de Heere onze God ons in de toekomst schenken moge. Het aantal studenten, reeds daags na de opening grooter dan eens Leidens aanvang was, klom bij het intreden van deii nieuwen cursus nog aaumerkelijk, zoodat ik het A l b u m C i v i u m met reeds z e s t i e n namen aan mijn opvolger overhandigen kan. Een getal niet zoo klein, eer bevredigend te noemen, indien ge overweegt, dat in Leiden, Groningen en hier aan de Stads-faculteit soms 5 a 6 theologen, en minder, aankwamen, terwijl aan onze theologische faculteit dit jaar 7 studenten enkel voor de Theologie werden ingeschreven; overweegt niet minder wat ginds aantrekt en hier afstoot; en overweegt eindelijk, dat alleen ónze Universiteit de eere geniet om eiken morgen het opschrift van Dante's I n f e r n o met nachtelijk krijt op zijn portalen gekrast te zien. Organisch begon er aan het voor een jaar geplante stekje reeds ontkieming te komen, door het constitueeren van twee faculteiten, de theologische en de litter arische, die voor het afnemen van examen mandaat ontvingen. Dit echter bracht onze school voor een gewichtige beslissing, die hier kortelijk vermeld dient. Naar den regel, dat men niet knutselend maken kan, wat uit eigen levensdrang moet groeien, hadden de stichters onzer school het onbeslist gelaten, of de propaedeutische studiën bij ons, als vanouds, aan de hoogeschool zouden komen, dan wel, gelijk de nieuwe wet op het Hooger onderwijs dit voor de Staatsscholen verordende, zouden afvloeien naar de Gymnasia. Onze Staat volgde hierin het Duitsch model. Wy echter, door den drang der dingen tot beslissing genoopt, hebben na rijp beraad in tegenovergestelden zin gekozen en geoordeeld, dat in onze Nederlandsche toestanden zulk een hybridisch gymnasiaal onderwijs niet wenschelijk was. We hielden ons overtuigd, dat de hoogste klassen van het gymnasium de schoolkiel ontgroeien en alzoo den schooltucht krenken zouden, terwijl omgekeerd door dit terstond overgaan tot de vaklessen bij het komen aaii de academie, de propaedeuse, die den echten studiegeest ontwikkelt, schier geheel zou ontbreken. Een gevoelen, waarin we werden gesterkt door de klachten, nu reeds van alle zij uit de gymnasiale wereld opgegaan, en straks, we zijn er zeker van, ook uit de
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 oktober 1881
Rectorale redes | 72 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 oktober 1881
Rectorale redes | 72 Pagina's