GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Beschouwingen over het Huwelijk, inzonderheid met betrekking tot de persoonlijke verhouding der echtgenooten onderling - pagina 25

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Beschouwingen over het Huwelijk, inzonderheid met betrekking tot de persoonlijke verhouding der echtgenooten onderling - pagina 25

Rede, gehouden bij het overdragen van het rectoraat der Vrije Universiteit

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

een gevaar, waarheen oppervlakkigheid dringt en een van de diepste philosophische of, in de taal van da Costa, waanphilosophische dolingen der Fransche revolutie, die metterdaad,' voor eene wijle afgezien van wat haar diepste zonde is, nauw beter gekenmerkt worden kan, dan als de in praktijk gebrachte oppervlakkigheid.

, ] \ i \ / I

De schepping van den mensch valt niet in twee stukken uileen, zoodat eerst de algemeene mensch tot aanzijn wordt geroepen, en daarna het tweede stuk: de bijzonderheid der geslachten, wordt afgemaakt. Neen, de mensch wordt als man en vrouw geschapen. De mensch is man en vrouw geschapen. Wel komt de eerste plaats toe aan den man, wordt ook de vrouw »de heerlijkheid des mans" geheeten; ja, wordt zij ook gezegd „om den man" te zijn, maar desalniettemin blijft van haar gelden evenzeer als voor den man: geschapen naar den heelde Gods. Dit kan dus niet de verkorte uitdrukking voor de eigenaardigheid des mannelijken wezens zijn, gelijk het evenmin, — reeds in de plaats der vrouw

,1

I

wordt dit gezien, — met afhankelijkheid van anderen onvereenigbaar mag worden geacht. En zou het overbodig zijn hieraan te herinneren ? Mr. Levy noemde het artikel van ons Burgerlijk Wetboek, dat zegt (art. 461): ,De vrouw is aan den man gehoorzaamheid verschuldigd," en in dit Wetboek stellig misplaatst, ja zelfs eene spotachtige illustratie is van de verklaring, dat de wet het huwelijk alleen in deszelfs burgerlijke betrekkingen beschouwt, — bovendien sonwaardig, omdat het kwetsend is voor het eergevoel van de vrouw." ^) En ziet men niet dikwerf, hoe zelfs in Christelijke kringen Gods W^oord wordt misbruikt, om met wat daar van gelijkheid onder de menschen wordt gezegd, uit zondige jaloerschheid en onder Farizeeuwsch veroordeelen der Fransche revolutie, alle maatschappelijk onderscheid zooveel doenlijk weg te vijlen? Ook daar, waar men Gods Woord heet te eeren en te volgen, wordt soms de lafheid gezien, dat men, als wierd dit door de Schrift geboden, uit den weg gaat voor het brutaal naar boven dringen van dienstdoend 1) T. a. p., p. 20.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 20 oktober 1884

Rectorale redes | 102 Pagina's

Beschouwingen over het Huwelijk, inzonderheid met betrekking tot de persoonlijke verhouding der echtgenooten onderling - pagina 25

Bekijk de hele uitgave van maandag 20 oktober 1884

Rectorale redes | 102 Pagina's