GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De moedertaal van onzen Heere Jesus Christus en van Zijne apostelen - pagina 25

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De moedertaal van onzen Heere Jesus Christus en van Zijne apostelen - pagina 25

Rede, gehouden bij het overdragen van het Rectoraat der Vrije Universiteit

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

19 Gelukkig, dat wij in ons Nieuwe Testament nog die onvertaalde woorden hebben, van welke wij in het begin onzer rede spraken. Gelijk zij uit den mond onzes Heeren of ook Zijner apostelen zijn voortgekomen, zoo staan zij nog daar, om ons de taal, welke de Heere en Zijne apostelen dagelijks gebruikt hebben, te vertegenwoordigen. Nadat ik U eene korte schets van de geschiedenis van onze quaestie, zoo objectief mogelijk, heb mogen geven, ga ik er toe over, aldus mijn hoofdzakelijk doel bereikend, die woorden aan Uwe aandacht in het bijzonder voor te stellen. Het zal, nadat wij die woorden doorloopen hebben, terstond blijken, of de Grieksclie taal, dan of de Hebreeuwsche taal of veeleer een met de oud-Hebreeuwsche taal verwant dialect de moedertaal onzes Heeren geweest is. Want — de Latijnsche taal laten wij glippen; het gevoelen van Harduinus en anderen kan slechts als curiositeit gekenschetst worden, en volgaarne stemmen wij het gevoelen van Prof. Delitzsch toe, dat het niet ei voor te houden is, dat de Heere ooit ook maar éénen volzin in de Latijnsche taal gesproken heeft, ook met Pilatus niet. Wij hooren zoo dikwijls van de taal Kanaans spreken, ofschoon wij niet altijd allen nauwkeurig weten, wat daardoor bedoeld wordt. De taal van Kanaan is die taal, die in het land Kanaan gesproken wordt. En omdat het land Kanaan het land is, dat aan het volk Gods door Zijnen gestaafden eed beloofd was, en door dit volk ook te zijner tijd in bezit genomen werd, zoo is het ten tweede de taal van het volk Gods. — Deze twee zaken moeten wel onderscheiden worden, ook bij de behandeling en bepeinzing van ons onderwerp. Toen Abraham naar Kanaan kwam, kon het niet anders, of hij eigende zich de taal der Kanaanieten toe en sprak met de Hethieten in de taal der Hethieten. Deze taal was ook zeer verwant met de taal, welke hij te Ur-Kasdim, te Ur in het land der Chaldeën, in het land van Babel, gesproken had, de oude Assyrisch-Babylonische taal, welke wij in onze dagen uit het oude spijkerschrift weder hebben leeren lezen en verstaan, en van welke Friedrich Delitzsch beweert, dat zij zich meer en meer bewijst, als met het Hebreeuwsch op het allernauwste verwant te zijn.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 20 oktober 1885

Rectorale redes | 80 Pagina's

De moedertaal van onzen Heere Jesus Christus en van Zijne apostelen - pagina 25

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 20 oktober 1885

Rectorale redes | 80 Pagina's