GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De hoogste vrijheid - pagina 28

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De hoogste vrijheid - pagina 28

Rede, gehouden bij het overdragen van het rectoraat der Vrije Universiteit

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

20

.

DE HOOGSTK VRIJHEID.

eenigermate ook in dezelfde verhouding, waarin de heidensche volken zich hunne afgoden dachten, in zoo ver n.L, dat Israël ook volgens zijn burgerlijke wetten verplicht was Jehovah te dienen, en geen eeredienst bewijzen mocht aan eenigen anderen god. Daardoor werd hun eeredienst integreerend deel van de staatsinstellingen. Het was, in staatsrechtelijken zin, even onmogelijk voor een Israëhet, om zich te onttrekken aan den dienst van Jehovah, of om naast den tempel eene „vrije kerk" te stichten, als bij een Nederlander, zoolang hij in Nederland woont, verandering van nationaliteit of onttrekking aan 's konings gezag denkbaar is. Zien wij nu dat deze nationale God, evenals alle andere nationale goden, •door de natie zelve geëerd en aanbeden wordt? Integendeel. Terwijl geen Griek tegen Zeus, geen Romein tegen Jupiter is opgestaan, zou men daarentegen boven de geschiedenis van Israël kunnen schrijven: verzet tegen Jehovah. Wel verre dat zijne priesters Hem eeren, vervallen zij telkens en telkens weer met hun volk tot de onzinnigste afgoderij. Maar in dien afval treden ook telkens Godsmannen op, profeten •des Allerhoogsten, die den Naam van Jehovah hoog houden. Reeds Mozes had dit gedaan tegenover den hoogwijzen en hoogbeschaafden Pharao, toen deze hem honend had gevraagd: „wie is de Heere, wiens stem ik gehoorzamen zou, om Israël te laten trekken? Ik ken den Heere niet". Van dien dag af zien wij den strijd tusschen Jehovah en de goden der aarde steeds duidelijker in het licht treden. Israels profeten zijn geen oproermakers, maar wel beroerders des volks. Voor geen koningen en voor geen priesters treden zij uit den weg, en evenmin ontzien zij het volk. Zij laten niet af, de eigenschappen des Heeren, en Zijne eischen tegenover eene zondige wereld te verkondigen. Niet tegen de heidensche volken treden zij allereerst op, doch tegen hun eigen volk. Maar ook ontzien zij zich niet om, waar een Nebukadnezar, een Belsazar, een Darius hen dwingen wil hem meer eere te geven dan aan Jehovah, aan het gebod dier machtige potentaten ongehoorzaam te zijn. Niet hun eigen leer of het resultaat van hun nadenken maken zij aan de menschen bekend, maar Jehovah's Naam; Zijn wil; Zijne strafbedreigingen; Zijne beloften. Zij maken ook niet deel uit van eene geestelijke organisatie, maar staan in den onmiddellijken dienst van God.^Nooit beroepen zij zich op de uitspraak van hun geweten; veel minder nog op de liefde

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 oktober 1887

Rectorale redes | 56 Pagina's

De hoogste vrijheid - pagina 28

Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 oktober 1887

Rectorale redes | 56 Pagina's