Het calvinisme en de kunst - pagina 35
Rede bij de overdracht van het rectoraat der Vrije Universiteit
3B zweefde wereld, drong nu door Cats' dichterlijk besef de gloed der alles prikkelende, aandrijvende, bezielende, versmeltende Liefde. Een nieuw verscliiet bood zicli mijn uitzicht aan, 'k Zag alles door één gloed bezielen en verwarmen; Heel 't menschdom was m'één tronk, wiens uitgeslagene armen En ranken weerzijds zich omkronkelden, elkaar Tot steun verstrekten en tot schutsel: aar en aar In plant en diergestel van loutren zegen vlieten En alles door elkaar en in elkaar genieten. 'k Zag Liefde, als 't heiligst vuur, door alles uitgebreid, 't Heelal vervullen met de ondenkbre zaligheid Die ze uitstort, 'k Zag heur vlam door heel de schepping blikkeren, 'k Zag z' in mijn eigen borst gelijk een vonkje flikkeren. Dat, aangeblazen door des levens ademtocht, Heromwoelde in het hart, en als naar voedsel zocht. 'k Voelde 't vonkjen ^°^)
AVierp nu Bilderdijk om deze geestelijke affiliatie aan Cats de eere van zijn eigen diclitergenie, om voor Cats wierook te branden, het rijker blazoen van zijn eigen dichtadel weg ? Geenszins, Mijne Hoorders! Eén met Cats in den poëtischen grondtoon, was hij zich niettemin volkomen van zijn hoogeren rang, die verre boven Cats uitging, bewust. Uit haar asch ja, verrees in zijn lied de Phenix dier eens weggestorven poëzie, maar met luisterrijker gevederte en melodieuzer slag. Wat Cats in eenvoud van tonen zong, was het hem een wellust, zoo hij 't In grootscher stijl en trant mocht volgen èn v e r s c h o o n en, Wanneer, door u geleerd in 'tschildren van de ziel, Mijn kunst uw toets v e r s t e r k t e , en, moedige Virgiel, In u haar Ennius, haar meester mocht erkennen, .Om m e t e e n h o o g e r v l u c h t u uit 'toog te rennen, U w teekning leven gaf door r ij k e r c o 1 o r i e L! En m e e s l e e p t e in mijn stroom, waar gij gematigd vliet! Hoe streelde 't mij, o Cats, wanneer ik uw tafreelen Heur w a a r h e i d , en uw kunst heur j u i s t h e i d mocht ontstelen, Maar door e e n n i e u w e z w i e r en o n g e t o o m d e n g l o e d Doen gelden in een eeuw, die Dichtkunst hulde doet! i°'-').
Glimt er nu niets dan laf verguldsel in deze loftuiting ? Spreekt er l o u t e r overdrijving van den altoos overdrevene in zijn toeroep aan Cats, als hij zingt: Aan u behoort mijn eerste en grootste dichtlaurier?
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 20 oktober 1888
Rectorale redes | 92 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 20 oktober 1888
Rectorale redes | 92 Pagina's