GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Het calvinisme en de kunst - pagina 66

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het calvinisme en de kunst - pagina 66

Rede bij de overdracht van het rectoraat der Vrije Universiteit

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

64 ^0 Het grondverschil tusschen het h e e r 1 ij k e en s c h o o n e is, dat wij het heerlijke p a s s i e f ondergaan, terwijl wij het schoone a c t i e f in ons opnemen. Vandaar dat al het hemelsche voor ons in onzen gezonken toestand niet s c h o o n ; maar h e e r l i j k ' is. Verplaatsen we ons echter in den toestand, waarin eens die hemel onze Wereld zal zijn, dan wordt het denkbeeld van schoon ook op de hemelsche dingen toepasselijk. ^') Elke theorie over het „leelijke" loopt parallel met iemands theorie over de „zonde" en over den „schijn". Gelijk heiligheid en zonde, waarheid en schijn, zoo ook staan „schoon" en „leelijk" tegenover elkander. R o s e n k r a n s heeft in zijn „ A e s t h e t i k d e s H a s s l i c h e n (1853) een poging gewaagd om uit de resultaten, die de studiën van Schlegel, Solger en Weisse over dit onderwerp dusver hadden opgeleverd, een vaster slotsom te trekken. Als winste mag aanvaard, dat hij het „leelijke" niet enkel als n e g a t i e , maar zeer bepaald als p r i v a t i e van het schoone opvat. Ook in het „leelijke" schuilt dezelfde actuositeit, die in het schoone perst en dringt; alleen loopt de reeks dezer actuositeit af insteê van op. Juist daarom echter is Schasler's poging, om het leelijke als noodwendige schaduw voor het schoone te postuleeren, mislukt ( K r i t i s c h e g e s c h i c h t e d e r A e s t h e t i k . 1872. p. 1036 v. v.), en.heeft Carrière in zijn A e s t h e t i k 2e Aufl. 1878, B. 1 p. 14-7 terecht deze valsche voorstelling verworpen. Toch dient op Schriftuurlijk terrein nog dieper in dit onderwerp ingedrongen. Al het „leelijke" ontstaat,, doordien een sluier Gods heerlijkheid belet door te dringen. Doch zoodra Satan erin slaagt zijn stempel te laten uitkomen en alzoo het goddelijk stempel uit het creatuur te verdrijven, gaat het l e e l i j k e in het afgr^jslijke over. Cf. Jesaja 66: 24 en Dan. 12:2. Over ZEISINGS A e s t h e t i s c h e F o r s c h u n g op dit punt zie ECKART O. 1. p. 116enB. VON HARTMANN, A e s t h e t i k , Leipz , 1888- I. 401. ^') Openbaring 1 : 17. De beteekenis van het „verhevene" mag allerminst in den zin der Hegeliaansche school in de propoi'tie van idéé en verschijning gezocht. Het hoofdmoment voor het V e r h e v e n e is, dat het schoonheid uit een hooger sfeer, van een hoogere orde doet schitteren. In ons ordinaire leven kan niets verheven zijn, en wie het poogt te scheppen, verkrijgt slechts het styf-pedante of maakt zich belachlijk. ,Uit deze hoogere orde kan nu het verhevene in drie graden intreden, lo. als enkel boven onze sfeer verheven; 2o. als in contrast met deze sfeer tredende; 3o. als ons innerlijk wezen overweldigend en overzettend in een stemming, die b\j onze gewone sfeer niet past. Cf. KIRCHMANN, A e s t h e t i k Bd. II. 9—20, die terecht opmerkte, dat het verhevene altoos in de „met onmetelijk overwicht overweldigende kracht" ligt; en CARRIÈRE, A e s t h e t i k . 1 p. 128, die het naast aan de Schriftuurlijke gedachte komt van een majesteit van hooger orde Men lette erop; dat in de Heilige Schrift nog tusschen een echt en onecht „verheven" onderscheiden wordt. In Psalm 138: 6 : „den verhevene kent Hij van verre/'is het „verheven" in boozen zin. Zie voorts voor het begrip van verhevenheid, Spr. 18:11; Jes. 2:12; 6 : 1; 5 7 : 15; Ex. 15 : 1; Job. 22 : 12; Ps, 47 : 10; 97 : 9; 148: 13; Jesaja2: 17 en 33: 5. Intusschen lette men erop, dat de Hollandsche vertaling niet altoos de begripsonderscheiding van het oorspronkelijke doet uitkomen. Ook bij de begrippen van „heerlijk" en „heerlijkheid" geldt dit, waarvan het eerste zeer dikwijls voor i'7X, staat^ terwijl toch alleen "13JJ correlaat met "lüJ is. ''^) De voorstelling der Heilige Schrift is dat ha en tengevolge van den val, deze aarde van een deel harer schoonheid beroofd is en dat eerst toen de doornen en distelen zijn opgekomen De nog achter het paradijs liggende vraag naar het T o h u W a B o h u , t. w. of dit enkel als nog ongevormde chaos of als resultaat vaneen plaats gehad hebbende verwoesting moet opgevat, hangt zeer nauw met den aesthe-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 20 oktober 1888

Rectorale redes | 92 Pagina's

Het calvinisme en de kunst - pagina 66

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 20 oktober 1888

Rectorale redes | 92 Pagina's