GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Zonde en recht - pagina 47

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Zonde en recht - pagina 47

Rede, gehouden bij het overdragen van het rectoraat der Vrije Universiteit

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

41 Omdat de Heere aan den mensch kennis schonk van het recht, is niet het recht af te leiden uit 's menschen videzen. Even onjuist is het het natuurrecht te willen beperken tot de igniculi, die den mensch werden overgelaten. In Rom. I geldt het alleen de kennisse Gods,- en in Rom. II die van 's Heeren wet. Maar al wil men zich op dit tweede hoofdstuk gronden, zoo houdt de meening toch geen stand. Immers kan Gods wet niet afhangen van 's menschen kennis; kromp zij toch niet door onze zonde in; breidt zij zich evenmin uit, naarmate daarvan breeder kennis wordt genoten. Het is gansch ongeoorloofd, een misbruik maken van Gods genade, te leeren dat de mensch met dat stuk van Gods wet, dat hem de Heere nog doet kennen, af is van de wet in haar geheel. De zonde had dan het voordeel, dat daardoor de wet \ getiƫrceerd of gedecimeerd was. Van een verder zoeken naar Gods wil kon men zich nu onthouden. Er was niet meer te vinden. De rest was uitgeveegd. Onhoudbare voorstelling inderdaad. Er is geen reden om een onderscheid in het recht te maken, naarmate de Heere de kennis er van meer of minder gemakkelijk, al of niet aan allen gemeen maakte. Toch zijn ook daarvan maar al te veel sporen in de onderscheiding tusschen een ius naturae en een ius gentium, welk laatste toch ook van hooger oorsprong werd gerekend; eene onderscheiding, waarop intusschen met zonder invloed was de aan Ulpianus ontleende, en in de Instituten voorkomende onderscheiding tusschen beide soorten van recht, en waarbij, zooals dit bij Albericus Gentilis valt waar te nemen 103)^ soms dezelfde onhelderheid bestond als in de Instituten op dit punt. Omdat het recht uit God is, sluit het zich bij den toestand aan, zooals die ook na den val door den Heere wordt gewild. De dood is blijven heerschen. Al wat daarmee ook in het recht verband houdt, zoude zonder zonde niet of anders zijn geweest. Door den dood wordt het huwelijk ontbonden (Rom. VII: 2 en 3; 1 Cor. VII: 39), en het is niet vroom, maar ongeoorloofd, indien de overlevende zich aan den gestorvene wil blijven verbonden achten als ware deze op reis gegaan. Dit breken nu van den huwelijksband door den dood zou, ware de

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 21 oktober 1895

Rectorale redes | 100 Pagina's

Zonde en recht - pagina 47

Bekijk de hele uitgave van maandag 21 oktober 1895

Rectorale redes | 100 Pagina's