GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Zonde en recht - pagina 15

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Zonde en recht - pagina 15

Rede, gehouden bij het overdragen van het rectoraat der Vrije Universiteit

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

9

In den dag des Heeren zullen de hemelen met een gedruisch voorbijgaan; zullen de elementen branden en vergaan, en de aarde en de werken, die daarin zijn, zullen verbranden. Maar Hij zal maken eenen nieuwen hemel en eene nieuwe aarde (Jes. LXVI : 22); „wij verwachten, naar zijne belofte, nieuwe hemelen en eene nieuwe aarde, in dewelke gerechtigheid woont." (2 Petr. Ill: 13) En Johannes heeft haar op Patmos gezien: „ik zag eenen nieuwen hemel en eene nieuwe aarde: want de eerste hemel, en de eerste aarde was voorbijgegaan, en de zee was niet meer." (Openb. X X I : 1) De gedaante der aarde gaat voorbij. Zooals zij is na en door den vloek om der zonde wil, die ook in het Noachietisch verbond niet is opgeheven. Maar Gods schepping gaat niet ganschelijk onder, en zijn plan wordt niet verijdeld. Ook de aarde zal bestaan. Eeuwiglijk. Gelijk de ordening van 's menschen wezen in ziel en Hchaam. Ook het Hchaam. Geformeerd uit het stof der aarde, en dat wel om der zonde wil tot dat stof eerst wederkeert, maar om toch in dat stof het zaad der opstanding te zijn. Het lichaam geformeerd uit het stof der aarde. Die ordening blijft. In schepping en herschepping. Het is alles door God geschapen. Door den drieëenigen God: Vader, Zoon en Heiligen Geest; den Vader „uit Welken alle dingen zijn;" den Heere Jezus Christus, „door Welken alle dingen zijn;" en door den HeiHgen Geest, Die „zweefde op de wateren" (Gen. 1:2) en door Wien is het heir des hemels. (Ps. XXXIII: 6) Uit Hem, en door Hem, en tot Hem zijn alle dingen. Dies zij ook Hem de heerlijkheid in der eeuwigheid. (Rom. X I : 36) „In den beginne schiep God den hemel en de aarde." Het is alles zijn maaksel. Hij alleen heeft daarover volkomen recht. Alle recht van den mensch is daaraan ontleend en ondergeschikt. Hij, die het alles formeerde, en daarin vrijmachtig was, nog meer dan de pottenbakker over het leem, gaf daaraan ook eene wet. Alles, niets uitgezonderd, ook het kleinste niet, heeft zijne bestaansordening van Hem, en van Hem alleen. Naar die ordening moet alle leven zich bewegen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 21 oktober 1895

Rectorale redes | 100 Pagina's

Zonde en recht - pagina 15

Bekijk de hele uitgave van maandag 21 oktober 1895

Rectorale redes | 100 Pagina's