GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Calvijns invloed op de reformatie in de Nederlanden voor zooveel die door hemzelven is uitgeoefend - pagina 39

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Calvijns invloed op de reformatie in de Nederlanden voor zooveel die door hemzelven is uitgeoefend - pagina 39

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

33

bewering die bij onze geschiedschrijvers zóó vaststaat, dat men haar eenvoudig maar uitspreekt, is ook zelfs geen schijn van bewijs; terwijl juist het tegendeel onweersprekelijk is. Reeds voor meer dan twintig jaren is daar met een enkel woord op gewezen, toen het bekende schoone maar zeer partijdige geschiedwerk van Motley de gewone legende herhaald had, en toen Bakhuizen van den Brink in zijne hoogstbelangrijke Aanteekeningen daartegen opkwam, eenigszins ironisch verklarende: „Zoo wij Franciscus Junius en Pélérin de la Grange uitzonderen, weten wij althans geene bekende namen van predikers uit het Zuiden [uit Frankrijk] aan te wijzen" 90). Als die zeer scherpzinnige schrijver verder op dit punt had willen ingaan, zou het hem aan stof zeker niet ontbroken hebben. De twee Franschen, die hij noemt, zijn beiden eerst in 1565 hier gekomen, toen het Calvinisme zonder tegenspraak hier gevestigd was, en dus niet meer van elders kon worden binnengebracht. Zij waren uit Geneve hierheen afgezonden, omdat er van hier bericht was gekomen, dat er voor de talrijke Walen bijna nergens een predikant was die ook Fransch kon spreken; dus ook zeker geen predikanten uit Frankrijk zelf. Ja, wat nog veel sterker is, en volkomen afdoende, één van die twee, Franciscus Junius, heeft uitvoerig beschreven, hoe hij toen in Antwerpen door de groote meerderheid der Gereformeerden ontvangen is. Hij had letterlijk alles, wat eene gemeente voor haren Dienaar des Woords kan innemen. En toch, een geruimen tijd heeft men niets van hem willen weten. Naar zijn eigen getuigenis heeft hij slechts met veel geduld en met veel geloof den tegenzin der gemeente en het algemeene wantrouwen kunnen overwinnen. En wat men dan tegen hem had, werd ook telkens uitgesproken. Eén ding slechts, m.aar iets dat heel erg was: hij was een Franschman! Voor de Nederlanders, zegt hij, was Frankrijk, dat land waartegen zij in de 16'^® eeuw zoo vaak gestreden hadden, nog altijd de gehate vijand 9i). Waar nog bijkwam, dat men hier te lande ook wel gehoord had van de Fransche annexatieplannen, die ten bate der Gereformeerden vooral door Coligny en Condé waren voorgestaan, en waarvoor zij ook de Nederlandsche geestverwanten hadden zoeken te winnen. Dat willen wij niet, was hun telkens geantwoord; wij willen niet 3

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 oktober 1898

Rectorale redes | 244 Pagina's

Calvijns invloed op de reformatie in de Nederlanden voor zooveel die door hemzelven is uitgeoefend - pagina 39

Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 oktober 1898

Rectorale redes | 244 Pagina's