GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Het woord, zijn oorsprong en zijne uitlegging - pagina 57

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het woord, zijn oorsprong en zijne uitlegging - pagina 57

Rede gehouden bij de overdracht van het Rectoraat aan de Vrije Universiteit

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

51 beteekenissen heeft, naarmate God als onderwerp of als voorwerp van de kennis wordt opgevat: de kennis van God, als de kennis, die God heeft (van zich zelven en van de wereld), en de kennis, die iemand heeft aangaande God. Beide beteekenissen van de yvmoig xov ©eov worden in den Bijbel gevonden '-). Denkt U echter eenen theoloog, die tal van boeken over zijne wetenschap schrijft, maar dit onderscheid niet merkt en doet alsof beide: de kennis die God heeft en de kennis die iemand heeft aangaande God, op hetzelfde neerkwam. Zou niet de theologie van zoo iemand noodzakelijk duister moeten zijn ? Op eene dergelijke wijze nu onderscheidt Plato, naar de meening van Drews, niet den tweeërlei zin, die er kan zijn in de uitdrukking : hel begrip van het zijn. Hij verwisselt, volgens hem, het begrip van den wijsgeer aangaande zijn en het zijn zelf als begrip, zooals het ideaUsme het zich denkt. „Der Begrifif, den der Philosoph vom Sein hat, ist nach Plato zugleich der Begriflf, den das Sein selbst hat, oder der es vielmehr ist, das Sein als Begriff, die Identitat des Seins und des Begriffs: der Begrifï des Seins ist das Sein des Begriffs. — „An dieser Identitat aber hangt das Schicksal der ganzen PlatonischenPhilsophie" *•''). Ik zal hier natuurlijk niet met U nagaan, of deze verwisseling bij Plato inderdaad bestaat, en wel onbewust, omdat hij het onderscheid niet opmerkt, zooals Drews, indien ik hem recht versta, bedoelt. Is Plato zich van de onderscheiding wél bewust, maar identifieert hij beide beteekenissen, omdat hij meent dat ze inderdaad identiek zijn: ik denk het zijn, dus is het zijn: het denken van het zijn is het zijn van het zijn, — dan kan in die verwisseling de grond van de duisterheid van Plato's philosophic niet worden gevonden.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 20 oktober 1908

Rectorale redes | 84 Pagina's

Het woord, zijn oorsprong en zijne uitlegging - pagina 57

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 20 oktober 1908

Rectorale redes | 84 Pagina's