GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Innerlijk beleven en kennen in de structuur der opvoeding - pagina 28

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Innerlijk beleven en kennen in de structuur der opvoeding - pagina 28

Rede ter gelegenheid van de 56e herdenking van de stichting der Vrije Universiteit

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

24

niet rationeel is te benaderen en wat men niet in begrijpelijke termen kan uitdrukken. De fout, die de „Erlebnis"-paedagogiek aankleeft, is dan ook deze, dat ze meer kunst dan wetenschap is, meer gedicht dan gedachte, meer werkplan dan werkelijkheid. Het experimenteel onderzoek van Gruehn toonde reeds, dat de innerlijke beleving zich primair richt op het beleven van een waarde. Maar dan speciaal, althans bij jongere kinderen en ook nog bij vele oudere, op het emotioneele element, dat in het contact met het object in het subject zich laat gelden. De psychologische onderzoekingen over de waardebeleving hebben duidelijk aangetoond, dat de wijsgeerige theorie van het „Erlebnis" volgens Dilihey, Scheler en andere mannen van de „Erlebnis"-school niet houdbaar is. Immers al deze theorieën berusten op de gedachte van een versmelting van subject en object in het „Erlebnis". ^^^) Maar de experimenteele onderzoekingen hadden als resultaat, dat vast kwam te staan, dat in het „Erlebnis" duidelijk de oorspronkelijke dualiteit van object en subject der kennis wordt gehandhaafd, en dat wel zóó, dat het object primair en eigensoortig is. ^^^) Wij zijn hier zoo ver gekomen om eraan te herinneren, dat in de uit het idealisme geboren „Erlebnis"-theorie toch ook altijd een rationalistische trek ligt. Het is de oude fout van het rationalisme om juist de tweeheid van subject en object niet te willen handhaven. ^^^) Het occasionalisme, •'^°) de theorie van de harmonia praestabilita-^^^), of de opvatting van de aanschouwing der ideeën in God ^ ^ - ) , of wel de meening, dat denken en zijn beschouwd moeten worden als wezenlijk één, zijn altijd slechts pogingen geweest van het rationalisme en het idealisme om aan de klem van de tweeheid van subject en object te ontkomen. Het idealisme meent, dat wij tot het ding zelf niet kunnen komen en slechts de voorstelling van het ding bewust hebben. Wij kunnen, zoo zegt men, alleen de gedachte, niet het ding denken. De physiologic der zintuigen wordt te hulp geroepen om dit idealisme steun te geven. En tenslotte poogt men consequent te handhaven, dat de weg der kennis slechts de weg is die eindigt bij onze voorstellingen; en dat wij deze kennis niet op meer ideale wijze kunnen aanwenden dan door ontwikkeling van het zelf, om zoo uitdrukking te geven aan wat de geest, de idee, ons aan objectiveering van zichzelf doet verstaan .^'^^) In de „Erlebnis"school treden op die wijze allerlei tendenzen naar voren, die duidelijk maken, dat zelfs de phaenomenologie naar de methode van Dilthey of Scheler, met haar Hegeliaansch klinkende termen, ten laatste rust op de grondstelling van een synthetische eenheid tusschen geest en stof, welke allengs leidt tot een aanvaarden van de opvatting, dat het

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 20 oktober 1936

Rectorale redes | 64 Pagina's

Innerlijk beleven en kennen in de structuur der opvoeding - pagina 28

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 20 oktober 1936

Rectorale redes | 64 Pagina's