GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Innerlijk beleven en kennen in de structuur der opvoeding - pagina 44

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Innerlijk beleven en kennen in de structuur der opvoeding - pagina 44

Rede ter gelegenheid van de 56e herdenking van de stichting der Vrije Universiteit

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

40

tegelijkertijd dient dit opstel zich te houden aan normen. Niet alleen moet er uitdrukking in dit opstel gevonden worden van normen, maar ook dient dit kind in zijn opstel eerbied te hebben voor regels van taal en spelling; spellinganarchie en spellingwillekeur is niet alleen onpaedagogisch, maar ook in strijd met de behoefte aan regel en orde, die het kind, psychologisch gezien, innerlijk heeft. Dat het gezegde wel in zeer bizonderen zin geldt van alle kunstonderwijs, behoeft niet opzettelijk te worden betoogd. Bij de z.g. opnamevakken heeft het boven ontwikkelde standpunt ook zijn eigen beteekenis. Wij willen dit aan het geschiedenisonderwijs kort aantoonen. Het geschiedenisonderwijs op de lagere school mag van zijn keninhoud zeker niet worden beroofd. Maar de geschiedenis is niet een optelsom van jaartallen met feiten. De onderwijzer heeft te bedenken, dat de historie in de eerste plaats een historie is, waarin levende menschen een plaats innemen. Voor onze vaderlandsche historie beteekent dat in de eerste plaats: levende menschen met hun geloof en hun geloofsidealen. Deze figuren uit de historie moeten voor het kind leven. Voor het schoolkind dient de historie in het algemeen en de vaderlandsche historie in het bizonder, verteld te worden rondom de historische figuren. Maar dan weer niet zoo, alsof de vaderlandsche geschiedenis een aaneenschakeling van verhaaltjes zou zijn of een optelsom van levensgeschiedenissen; de ontwikkeling van het eigen volksbestaan moeten de kinderen onder dat alles zien, voor zoover voor hun kinderlijke bevatting dat mogelijk is. Hoe God tot dusver ons volk geleid heeft, moet het hoofdthema zijn van het vaderlandsche-geschiedenis-onderwijs. Dit nog afgedacht van de vraagstelling, die onder ons eenige bekendheid verkreeg, omtrent de speciale indicaties voor „Gods vinger in de historie". ^^^) Zeer speciale beteekenis heeft de opvatting, welke wij verdedigen, voor het godsdienstonderwijs en de catechese. Het kan niet onze bedoeling zijn in dit verband hierover uitvoerig te handelen. Slechts wijzen we erop, dat ook het godsdienstonderwijs en de catechese steeds verband dienen te houden met de algemeene principia der didactiek. Dit beteekent, dat noch het onderwijs in de Bijbelsche geschiedenis, noch het onderwijs in de geloofsleer en de kerkhistorie, mag worden verlaagd tot een mededeelen van zekere keninhouden. Steeds moeten de onderwijzer en de catecheet zijn de geloovige christenen, die ook bij hun onderwijs leven niet alleen naar, maar ook uit hetgeen ze als geloofsinhoud kennend hebben doorleefd. Maar de geloofswaarheden zijn tevens levenswaarheden. Zoo kan in het godsdienstonderwijs nooit het paraenetisch element ontbreken. ^^^) De inhoud, die door

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 20 oktober 1936

Rectorale redes | 64 Pagina's

Innerlijk beleven en kennen in de structuur der opvoeding - pagina 44

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 20 oktober 1936

Rectorale redes | 64 Pagina's