GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De moderne roman.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De moderne roman.

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Waar mijii oorspronkelijke bedoeling was, met het laatst verschenen arlikel over den modernen roman deze serie to besluiten, bracht een gesprek met een der tot oordeelen meest bevoegde lezers mij er toe, nog eens afzonderlijk op de zuiver literaire beteekenis der moderne romankunst terug te komen. Dat dit vijfde artikel dus eenigszins buiten het verband van 't geheel komt te staan, is gevolg van de omstandigheden.

V. De literair© bet©ek©ni6 d'er Imoderne romankunst.

Wil men d© literaire bieteek'enis nagaan van een boek of een bijeenboorend© groep van werken, dan dienen vooral deze twee vragen overwogen te worden: boe isl de techniek; welke is de wg.arde als moment in de literatuur-geschiedenis?

Het leerste - punt behandelde ik reeids in korte opsiomming, toen ik! aan bet slot van m'n vorig artikel de vraag stelde of er dan niets goeds is in deze literatuurgroep. 't Is een belangrijke zaak, die wel eenigei nadere bespreking 'verd.iewt WMÉ. wel is 'zielsemotie de eerste voorw, aaride^ voor een literaire uiting, wil zijl iden rang van ktostwerk verdienen, maar daamaaisit} staat toch de even pnafwijisbare eisch, dlatl oiok dTe vorm van antisliciteit blijk geven moet. In dit opzicht nu beeft de modem© romanliteratuur, naar ik geloof, g, lle recht op onzen lof. De techniek van de groote meerderheid is meesterlijk. Wat de blijvende betaekenisi van de tachtigers-richüng in onze letterkunde is, bet streven naar vormsSioionhe'id en psychologiische diepte, is ook' d© verdienste van den modernen roman. De taal is vaak ©en symphoni© van klanken, de rhythmiek doet u denken aan een dartelen dans van fluisterende feeën, de stijl schittert als een prisma, waarin een zonnestraal valt. Vele karafcterschete'en zijn van leien lontroerenidie psychologisch© zuiverheid; 'diep© miensöbenkennis wordt er doior fijn© ontleding geëvenaard. Ook treft u herhaaldelijk de goadö verhouding in de lichteffecten, die over ©en tooneel vallen. Naast en tusschen de haradelenid© personen, wier doen uw aandacht vraagt, stajan nevenfiguren, 'die de omgeving van het sterk gekleurde oenlrumi door hun lichtere kleurentint verfrisschisn en daardoor meer leven brengien in het geheel en meer natuurlijkheidi. Voikö'mon in overeenstemming met de nieuwere opvatting is oiok, de bamdeling bet karakter te doen dragen van ©en moiment-opname; niet, ais in de oudere literatuur ©en lange inleiding noodig te achten om bij den lezer personen, omgeving en tijd van handeling te introduoeeren, maar hem m^eens te plaats'en voor den boofdpersoion, om wiea dan gaandeweg de noodig© omge'ving vanzelf wel ontstaat. Dit is een voordleell van gewicht. Al te veel vroegen in vroegere boeken de bijlzaken de aandacht en verliezen de auteurs zich in onnoodig decoratief. Nu staat de actie, de kern van het geheel op 153 den'voorgi"ond, nu zieit..gfe perSpietatief, nu spreektidfö booifdpiersoon 'zelf ©n niet de schrij!ver in zijin plaafö.

Deze en Idlergelijfc'e technisch goed© hoedanigL beden, die ik! thans in 't aligp, meen aangeef, 5: ijn in verschillende mlet .namle te noemen romans aain te wijizen. Een boek ais Margot Antinks, „'t Geluk hangt als een druiventrolsi" 'be, reik't hierin zfelfs schi'eir| bet yolmaaktei. En ieder, die eenig© literaire ol .artistieike aanvoeling heeft, zial met' groote fliankbaarberid dez© voomtreffelijke eigenschappen der moderne romankunst waardeeren, als de schoon© VTOcbt van den veel belov-enden bloesem' der tachtiger jaren. Oók de chriB|tien. W^nt nimmer heeffc bet Ghristendioml 'vijiandig gestaan tegiönover schoonheids ontroering. Juist omidat de christen in het wezenlijk' fechoone, jd'at door den mensch wordit voortgebracht, een naglimpj ziet van bet feit, Idait di'e mensch is van Gods geslacht, is hij' toegankelijk voor den invloed en de bekoring ervan. En dat wij! als christenen de onmisklenbare vormSchoonheid' van den moderniew roman niet waardeeren, zelf» ©en gevaar achten, is dan - ook niet, wijl we geen oog ervoor hebben ten geen sch-ootoiheidsbesef kennen, - maar ohidat de roman onder en achter ^e schittering .van zijn vo^rm de meest verderfelijk© en m'öt onze overtuiging strij'denide gedachten pre^-'dikt. 'Ge - erkent met bewondering d© kleurenpracht van Iden paddenstoel, maar dat verlokt u niet, omdat ge weet, dat bijl doodelijk vergiftig is. Evenzeetd als ik u nu aanraden zal zulk ©en paddetasifjoel zelfs niöt , aan te rakien^ ©venzeer ontraad ik jx de lezing van den modeijnen roman, en dring Ier op aan, dalt g© uw kiu'deren met klem ©rtegeW waarschuwen zult. Maar dat neemt niet weg: , dat we zijn uiterlijke schoonheid erkennen en kunneiQ bewonderen. De zuiver literaire beteekenis vatt te'chnische uitnemiendiheid, is, ihaar ik geloof, ia den modernen romap zfeer groot.

Ten .aanzien van d© tweede vraag, welke jfe waarti© van den. modernen roman is als moment in d© bteraituurgescbiedenis, komen we tot een geheel andere iconclusie. In idit opzicht is weer fieel merkwaardig bet in een vorig artikel genoemda „overzicht" van Mevr. van Ammers Kueller in dö „Socialistische Gids". Zijl verwijst daar naar een gezegde van Couperus, waarin hij verklaart, dat de roman, in zijh tegenwoordigen vorm heeft uitgediend ©n gedoemd is te verdwijnen. Dit geluiigenis^ des te eigenaardigier, waar Couperus zelf de vadeit is van den modem-en roman, houidt niets meer pf minder in dan de verklaring, idat de nieuwere proeven van het soort zoodanig verworden zijn, dat W geen levensvajtbaarbeid hebben. Ik geloof, dat Couperus hie-rin zeer juiist ziet en zijh oo-rdeel vooral iden liendeniz^noman geiden mag. Wa|n!t de schrijïsters-y die met zooveel fanatisme haar ideeën tot strijdleuzien maken van haar liomanheldinnen, staan daar te vechten voor een zaak, die, voorzoover ze te verwezenlijkten is, teiigenlijfc iil lang is beslist. Het recht der yxouw is erkend, haar begeerte, naar heur individuaüteit , het leven te bestemnien is volkomen t© bevredigen. Elke betreikking staat voor haar open; de Universiteit ontsloot voor baar niet alleen de - collegezaal, maar ruimide haar zelfs boogie eraarszetels in, de balie, de kansel, de operaJtieizaal bied-en de vrouw ©vengoed plaats als den man. Wat de romanauteurs nu nog verder propageeren is levenzeer een illusie, als di© bolsjewistó'sche heilstaat en evenzeer ©en revolutionaire utopie. Haast zit er iets naiefs jn d'at doorslaan der modem© schrijfsters; . , Z© worden zoo'n beetj© lo-^efnoot van Don Quiobot, die in d© lucht stond t© slaan. Maar daarmede h-e©ft haar werk ook eigenlijk z'n literaire w-aarde verloren, bet mist fun--de-ering en is geen literaluur-uiüng, die blij'vende beteekienis heeft He.t krijlgt in de literatuur geschi©denis - een plaatsjie on-der het tandenz-we-rk, dat wel spiegel is van dien tijd waarin bet is geschreven^ maar evenmin bouwendie kracht in zich beeft aJis - d© ideeën, die het predikt. De groote ontwikkebngslijja loopt er langs, niet erdoor.

Dit is vo-orai duidelijk te zien, als ge lel op ld© inte-rnationale li-leratuur van de laatste jaren. Mevr. V. Ammers wijlst er op^ dat het „-giewel-dige geluid"i van den tijd, Idien we doorleeMen aan onze romanschrijlfeteirs schijnt te zijn voorbijlgegaan. 't Is volkomen waar. Pijhlijk tetaat haar proiductie in tegen--stelfing met Ide romankunst ' - die de buitenlandsche literatuur der later© jaren beeft voortgebrachjfc. Daarin laaien de vlammen van den _ oolrlogs-bran-d. Doo'r de aderen dier buitenlandsche' romans jaagt de koorts der oorlogsiwonden, daarin sleepen de vrou'wnen het zwart gewaad - der rojuw schreiende voort, daarin - sterven de verweesde kind-eren van den honger. Alle gedachten en begeerten der vrouwen zijn aan het front, bij de mannen, de verloofden, de broeders-. Clara Viebig, óók een romanschrijfster, schil-de-rt m-at machtige-penseelstreken al het hartversoheurenid .leed dal de vrouwen van baar volk verplettert. S-tilgebauer - doet de jonge dame - der ge-goiade) stanJden - naar de veld lazaretten snellen, o-m met liefdevolle toewijding de schroeie-nd-e wond-en der stervende lan-dszonen t© ve-rbinide-nv Zij' heeft óók „dur.'^", maar die uit zich in haar gaan naar - de vuurlinif, dwars door e-en hel van kogels, om den getroffen .soldaat daar w-eg Ie balen Gelijldso-orLige tooneelen gaven ook de Fran-

sohe en En^lscihei liferatuut \vieer'. (Er is ook' in 'tbuitenlamld; veel verschenen, pervörs in gédacbte en vomi, maaT Idlaltj was slechts zelden, het wierjki v, ain SchrijlveiiB!, (die 'de literatuurhistorie kent en oiok nxeeisital niet als literaire kunstuiting bedoeld).

En nu onze Hollajndbche schrij'f sters ? Zij' verrijkten op idat ontzettend tijdstip de vaderlanidr Bcihe literatuur met de beschrijving tot in de fijnste üétailB van het mindenvaajdig geldoe van verdwaasde weeldekinideren en meenden, dat dit de zenuw van haar dagen raakte. WiaaTlijk, 't is geen blijk van l^venisinziaht. Waint ons laiid moge gelukkig voor de zware weeën bewaand zijn, waaronder het buitenland gebroken lag, , et was er is toch ook hier ellende, schreiende nood, geestelijke en lichamelijke benauwiing. Er schrijnt ook hier veel pijn, die verzacht kon wolden, er snijdt veel smart, die te lenigen zou zijh. En onze vrouwelijke auteurs zouden, juist omdait ze vrouwen zijh, veelbeteebenenden arbleid kunnen verrichten, als ze, in plaats van veidWaasde egoïsten eens échte meisjes en jonge vrouwen teekenden in haar boeken, die in de volle ontplooiing van heur natuurlijke talenten, invloed ten.' goede oefenden op het gemoed der lezeieisisien, als ze in haar boeken eens de zachte vrouwenhand deden gevoelen, die de diepe en schrij'*nende wonden der modeme maatschappij' met haar liefdevolle aanraking verzacht. Dan was haar werk eea moment in de literatuurgeschiedenis, dan haJd het literaire beleekenils. Zie maar naar dé plaats die een boek als „De Negerhut" van Mevr. Bee^ oher—Stowe in die wereldliteratuur inneemt, om u ervan, te overtuigen welk een invloed' een schrijfster uitoefenen kan, als ae zich van haar bij'zondere gaven bewusit is. Van zulk een beteekenis, zulk een reflex ©ener machtige S'irooming, die de literatuur id!oorioop!t is in, het werk oaizer romancières geen sprake. Ze uiten wel een gedachte die in haar itijd leeft, maar die is van zoO' weinig' weiktelijke waaride ©n invloed en zoo begrensd, dat ze met dien tijd verdwijnen zal. En dan. heeft haar werk ook geen beteekenis voor de literatuur. Want de schoonheid van vorm geeft slechts uiterlijke waarde. Een zeepbel is ook schiltteiend mooi, maar zij spat uit elkaar omdat er geen substantie in is en dan blijft van haar schoonheid niets oveï. Weaenlijk literaire — 'dalt is kunsitbeteebeniis vereischt meer dan vorm-Bchooinheiid, al is die een onmisbare factor. En dat meerdewe zoeken we in den moldennen tendenzroman vergeefs.

Dus kom ik tot dte) conclusie, dat de zuiver literaire beteekenis van 'dten modernen tendenz-roraan te gering is, dan dat hij' in dit opzicht onze waardleering zon verdienen. Er is, ook op roman-gebied, vrij wat beter werk geleverd door de auteurs der latere jaren, even schoon in den vorm en meer gefundeerd van inhoud.

Graame zou ik nader ingaan op enkele •vragen, idïe mdj naar aanleiding dezer antikelen zijn gesteld. Ik mioet d!it echter tot nader aankondiging uitiBbellen).

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 februari 1921

De Reformatie | 8 Pagina's

De moderne roman.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 februari 1921

De Reformatie | 8 Pagina's