GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

REFORMATORISCHE WENsCHEN.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

REFORMATORISCHE WENsCHEN.

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

De Reformatie mag geeia symptomatische, maar behoort ee'n centrale te zijn.Waar er onderscheid dient gemaakt tusschen reformatorische ce'ntrum-en omtrek-wenschen, daar aie'nt ervoor gewaakt, dat de juiste verhouding tusscheh beide bewaard blijve. lil het centrum van alle Reformatie staat de waarheid Gods.' Aaii de actie, welke daarmee rechtstreeks i'n verband staat, moet onze voornaamste kracht besteed.Stuüie kali bij de Refonnatie niet worden, gemist. Het ihitiatief tot reformatie ging steeds van den) gestu'deerde uit.EveUwfcl verkeert de studie onder ons nog in dat stadium, dat wij tot ee'nigszins diep ingrijpende reformatie inzake het belijden van de waarheid Gods 'niet gereed ztjn.

IV.

Reformatie door Organisatie.

Men kaji niet spoedig, te duidelijk schrijden. ' Daarom Jaerhalien we nogmaals, dat het allerüiinst in oitize bedoeïmg ligt, om' niet op vervulling yan ömtrel5'-, W'einscih(e'n aan te sturen.

Integendeel trachtten we aan te toonen, dat ook aan die omtrek-weinschen dient tegemoet gekomen. Ja, dat de omstandigheden van tegenwoordig van dien aard zijn, dat mien ze dikwijls zal moeten laten vóórgaan.

Immers voor onze ctentraie actie, die onmiddellijk de waarheid Gods raakt, ontbreekt ons nog veeiszins het noodige materiaal.

We Izijn niet gereed.

Dat was .oaizö slotsom' van het vorig© artikel.

En wij schreven dat niet tustigjes neer als stonden we voor ieen feit, waarmee wij eenvoudig vrede hebben te nemen.

Neen, wij slaakten daarin een nooidkreet.

Met het constateerea van „niet gereed" willen wij tot geen prijs sturen in het vaarwater van hen, die lelk reformaitorisch voorstel van de hand wijzen met 'een „de tijd is er Inoig niet rijp voor”.

Och, wat 'zijn-met dat onrijpheids-argument aJi niet vele gezionde reforniatorisohe denkbeelden om hals gebracht!

Natuurlijfc willein ook wij geen onrijipe vruchten plukken.

Een gïioienei, voorbarige ïeformiatie veroorz, aakt geestelijke maagcatarrh.

Maar, men vergete toch eventoin, dat in de geestelijke wereld andere wetten heerschen dan in het natuurrijk.

In de matuur is men zoa goed als geheel a& ankelijk van factoren, die buiten menschelijk willen en kuïinen oimigaan.

Maar in de wereld van den geest wil • God juist menschelijk willen en kunnen als de voornaamste middelen gebuiken.

Wat de aoniüiefwarmt© is voor den boom, die vol vruchtbeginsels is behangen, dat is de inwerking en inspanning der geloovigen voor alle reformatorische kiemen.

In beide ^jevallein mag er niets op afgedongen: „God laat groeiien”.

Maar de iwijae, iWi'qiar'op Hij' in beide gevallen werkt> verschilt sterk.

En nu is dit het zondige, dat men het rijpdngsptoces der Kerk' zich veelal als een iaatuujp[roces denkt.

Men houdt zich, alsof men er buiten staat.

Alsof men er niets aan doen kan.

En men smoort .aJle reformatorische actie door op vaderlijken to-on te decreteeren: de tijd is niet rijp.

Daartegenover nu moet in naam' van de waarheid Gods met kracht worden opgetreden.

We hebben zuïken aan te spreken: et kan s; ijn, dat de tijd aolgl niet rijp ïs, ' maar wat hebt gij gedaan, om hem rijp t© ma, ken? 'VVaarom' straaldet gij' Iniet meer warmte uit, opdat de reformatorische vruchtbeginsels rijp. gestoofd werden? En waarom staat Igij zelfs nu, nog 'met de handen in de zakken, en schudt lOver lelk' nieuw denkbeeld het hoofd en herhaalt uw guillotineerend vonnis: iet rijp^ niet rijp? „Daarom richt weder op de .trage handen en de slappe kinieën en maakt rechte paden voor uw voeten, opdat hetgeen kreupel is, niet verdraaid worde, maar dat het veelmeer genezen worde" (Hebr. 12 : 12, 13).

Wij mogen er noodt in rusten, dat wij nog niet gereed zijn.

Dit verplicht ons juist tot uiterste krachtsong. wikkeliing.

Alle ziedlein moeten bijgezet.

Om gereed te komen zou zelfs het onmogelijke moeten beproefd worden.

Gelukkig staan !we niet voor iets., onmogelijks. Maar wel voor leen reuzen taak.

Over 'tgenueen hebben' we met voorspellingen niet teveel op.

Ditmaal moeten we er ons aan één wagen.

Of eigienlijk is 't geen wagen.

Maar een onverbiddelijke konsekwentie trekken uit den fedtelijken toestand.

Wanineer er niet spoedig verandering komt, wanneer onder ons niet harder gewerkt en intenser gestudeerd wordt, z-ullen wij zóó ver achterop: raken, dat er aajn iiahaJen niet meer te denken valt, en dat zullen wij imoieten boeten door een verlies aan invloed van onzie beginselen en onze kerken.

Mogelijk' heeft dan dnze Gereformeerde wetenschap en Kerk' in ons land geen toekomst meer en zal van bett edjgene, dat ons kenmerkt, zooveel zijn afgeslepen, dat het niets eigens meer is.

Dan gaan we-den weg op van vele oorspronkelijk Gereformeerde Kerkengroepen in het buitenland, die haar karakter hebben yerjoodhend.

Nog 'te weinig staan de oogen daan^oor open.

En wij ^vensohten wel dat wdj bij ieder slechtzichtige onder ons de staar konden lichten of een andere oogoperatie toepassen, opdat het algemeen werd jnigezien.

In leen vorig artikel schreven we reeds, dat Rome ons op het gebied van de studie en de voorlichting harer leden over de vraagstukken, welke den mensch van vandaag bezighouden, ons ver. vooruit is.

Het feitenmateriaal, waarmee de nieuwere tijd kwam aandragen, is voor haar even omvangrijk als voor ons.

Toch (heeift zij' het reeds een eindweegs naar haar beginselen verwerkt.

Studie op studie verschijnt er van dj.e zijde, waarin hedendaagsche onderzoekingen en ontdekkingen aangesloten worden bij' haar beginselen.

Voor ons zijn die handboeken als geheel genomen onbruikbaar. Wat wiji'ook m'et Rome tegeaoveri het ongeloof gemieen hebben, het pdnciipieele onderscheid laat ziich nergens uitschak'elen.

Maar Iwel maakt Kij otns jaloersch, dat zij zooveel bezit, wat wiji Wissen.

En de vraag' krijgt dubbele kracht: mag dat Ztoo blijven ?

Ongetwijfeld zal men op'merk'en, dat Rome haar kerkehjfce organisatie op; dit punt in haar voordeel heeft.

Zij beschikt over internationale krachten. ~Wat wij als Gereformeerden hier te lande alleen moeten doen, daar heeft zi| een wereld voor. Haar geleerden van alle landen bieden elkander steun.

Daarenboven kost door het c'celibaat harer geesijken en het enorme stoffelijk bezit, waarin zij! zich taag verheugen, alle actie op' dit' gebied ta; ir zooveel minder. Terwijl bij ons alles moet worden bijeengebracht in hoofdzaak door kleine luyden, staan haar uitgebreide kapitalen en soms eeuwenoude goederen ten dienste.

Daarbij fc'om't, dat haar hiërarchische kerkinrichting een Iwerkverdeeling van bovenaf kan opleggen en doiorvoeren, welke niet gem'akkelij'k door hen, die uit een , ander beginsel leven, te evenaren is.

De waarlijk niet geringe prestaties van haar wetenschappelijke werkers heeft zij voornamelijk te dankten aan haar treffelijke organisatie.

Dit noopt ons vanzelf eens na te gaan hoe het bij ons is geschapen.

En dan kan niet ontkend, dat alle begin van organisatie bijna nog ontbreekt.

Wij zijn trotsch op onzo Vrij'e Universiteit. jWij zijn dasakhaax voor 'wat de Theologische School op wetenschappeiijE terrein heeft geleverd. Wij mogen ook enkele'wetenschappelijke vereenigingen boeken.

Maar daarmtee houdt het dan ook op.

Alles rust opj de schouders van enkelen.

En dan wotden die enkelen noig zOo-bezwaard toet allerlei lasten der praktijk, dat 'men zich verwonderen moet, hoe ziji nog tijd overhouden om ons hun studievruchten aan te bieden.

Hoe zijn onee professoren vaak niet overbelast.

Hoe izag onze Bavinck niet de eene opdracht na de landere lOp; zijn schouderen leggen, zoodat ten laatste de kracht henr begaf!

Men heeft er reeds van meer dan één kant óip! gewezön, dat onze groote mannen zoo spoedig na elkaar, fen sommigien nog Sn de kracht Van hun leven, worden weggenomen.

Wij buigen ons hierbij, onder het bestel Gods.

Maar Iwij ktonen het to-ch ook niet onderdrukken: werkten hier geen middellijke oorzaken?

Wordt er van hen niet teveel gevei'gd, terwijl anderen, jeugdige, , eminente krachten zóó opgaan in de practijk^ dat zij hun eigen wetenschappelijke begrafenis hebben in orde gemaakt_en bijgewoond?

Als men lefens ziet, hoeveel wetenschappelijk gtevormde jonge mannen onze Universiteit b.v. jaarlijks aan kerk en m'aatschappij aflevert en men vergelijkt daarmee, wat, dezen later doen om de wetenschap, pmi de waarheid 'Gods vooruit te brengen, dan voelt de mteest optimistische zicihl een oogenblifc' pessimistisch worden.

Was de wetenschappelijke zin van die allen slechts voorgewend?

Niemand zal dit aannetaiten.

Werden zij zóó door materialistische motieven betooverd, dat zij' de studie uit wandelen, stuurden?

Aan materialistische aantrekkingskrachten mag hierbij volstrekt niet in de eerste plaats gedacht.

Stelde de praotijk'aan hen zóó h'ooge eisohen, dat zij aan studie niet meer konden denken?

Ons dunkt, er warc'U er, die over ziiilk een wilskracht beschikken, dat zij gtevoiegüjk aan de practijk eenigen tijd hadden kunnen ontwoekeren.

Nee'U, 'zij' waren, toen zij van de Hoogeschool het leven ingingen, opeens aan zichzelf overgelaten..

Zij vonden 'geen O'rganisatie gereed, die hen opnam en die hen voorstelde om' overeenkomstig laanleg 'en genegenheid wetenschap'pelijk in verbinding met ahdeiren voort te arbeiden.

Zoo ging er veel jonge kostelijke kracht nutteloos verloren.

De Hervormde predikantenvereeniging klaagde er over, dat sammigie predikanten op kleine plaatsen Z'oo weinig werk vinden, en noemt dat een misstand.

Over 't geheel staat dajt bij' ans wel wat anders.

Maar toch k'on in 'mtenige gemeente de predikant gemakkelijk eenige wetenschappelijke taak ten uitvoer brengen.

Alleen — wie geeft hem leiding?

Waar is d© organisatie, die hier handelend en adviseerend zöU moeten optreden?

Men voelt het: hier hapert iets.

Het Calviinisme stond van ouds bekend als een macht, die Yainzelf oüganisatorische talenten wakker riep.

Daarenbayea is organisatie een der voorname eischen van O'nzen tijd.

Indien er dan een organisatie kon worden uitgedaclit .als boven werd bedoeld, zouden wij' zoowel in de lijn der Gereformeerde traditie als in die van onzen tijd werken.

De Reformatie, welke wij behoeven, , moet door het (hart der geloovigen heengaan, moet geleld worden door mannen van diep'gaande studie en erkende bekwaamheid, moet te baat nemen het middel, dat geheel strookt niet het karakter onzer beginselen en waarvan thans de wereld zich, bedient op een wijzie, dat wij 'herinnerd worden, aan het woord van onzen Heiland: , , de kinderen dezer vfcrèld zijn voorzichtiiger dan de kinderen des lichts in hun geslacht", n.l. een niet ons Gereformeerde leven knellende, maar zich daarbij aanpassende origanisatie.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 mei 1921

De Reformatie | 8 Pagina's

REFORMATORISCHE WENsCHEN.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 mei 1921

De Reformatie | 8 Pagina's