GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Ambtenaren en Verplegenden.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ambtenaren en Verplegenden.

12 minuten leestijd Arcering uitzetten

Naar aanleiding van hetgeen ik schreef over de fusie tusschen den Christelijfcen Ambtenaarsbond en den Chjistelijken Bond van Verplegenden, ontving ik het volgend schrijven:

Hooggeachte Dr Dijk!

Met groote belangstelling en doorgaans met hartelijke instemming lees ik Uw artikelen in „De Reformatie" handelende over: „Uit het Politieke en Sociale leven". Het jiongste artikel uit no. 39 van 24 Juni maalct echter O'p dezen regel een 'uitzondering. U behandelt daarin o.a. ook de Fusie van den Ghr. Bond van Verplegenden met den Chr'. Ambte-. naarsbond, en kwaJificisert deze fusie daar als een o n j 'u i s t e daad. ('ÏUiSscben twee hialalqes merk ik even op, dat u haindelende over beide bovengenoemde Bonden wel noemt den Chr. Bond van Verplegenden, miaar den Chr. Ambtenaarsbond enkel noemt: Ambtenaarsbond, .zonder bijvoeging Christelijk. Dit 0on tot misverstand aanleidingi kunnen geven, al bedoelt u dit natuurlijk allerminst.

Door u worden gionden aangevoerd voor deze onjuistheid, die m.i. izeer onvolledig' zijn. Wel is het volkomen waar wiat ti schrijft, dat de verplegenden izijnde in Overheidsdienst 'uit noodzaak gedwongen izijn om^ zich bij den Ambtenaarsbond te voegen, willen gij • zich niet zien uitgesloten van het georganiseerd overleg; maar dan doet u het voorkomen alsof de Chr. verplegenden in de particuliere inlichtingen daar geen direct belang bij hebben. U schrijft n.l. letterlijk: Tei'wille dus van een deel izijner leden heeft de Bond zich met den Aimbtenaarsbond vereenigd. Het offer derhalve door den Bond gebracht, is gedaan voor een deel izijner leden. Ik 'ben aoio vrij hierin gansch en al met u van meening te verschillen.

Niet een deel van den Bond, maar giehael de orgianisa, tie is door de, ze fusie gebaat, en wel om de volgende reden:

In de eerste plaats, iZiOO.als U , zelf erkent, is een groot deel, ongeveer de helft der leden, genoodziaakt, willen izij aan den Chr. B. v. V. blijven, tot dubbel lidmaatschap. Daar de vafcorgianisaties van de leden geen Idein bedrag aian oontributie vragen, 2.0 aden dus deze leden, aangezien hun belangen, het best behartigd worden door den Chr. Ambtenaiarsbond, Uit financieele overwegingen, voor den Chr. B. .. V. V. bedanken. Dit zoo het eerste gevolg geweest izijn, indien het niet tot fusie was. gekomen. Het groote doel, - dat bij' de oprichting van den Chr. B. V. V. heeft voorgezeten om n.l. al de overtuigd Christelijk verplegenden tot één organisa.üe to vereenigen en van de modeme en neutrale vakbonden af te trekken, KOU dan moeten worden losgelaten. Nu stem il: : toOj dat ook een kleinere groep, b.v. alleen het verplegend personeel van de particuliere Chr. inrichtingen wel samen een categorale organisatie , zouden kunnen vormen, maar ik moet daar aanstonds aan toevoegen, iziulk. een groepje zou in dezen tijd niets meer jjeteekenen.

Vooreerst niet als organisatie in het zoozeer samengestelde sociale leven en in de tweede plaats ook 'uitgesloten van het, noodzakelijk geworden, georganiseerd overleg. Het eenigste wat dan nog izou te bereiken , zijn zou .wezen eenig, overleg met Besturen en DirectieiSi, altijd bijaldien al de Chr. Besturen de, ze toenadering zouden mllen betoonen. Op dit gebied heeft de Chr. B. v. V. bij enkele Besturen in Nederland nog: 'al geen aangename ervaringen opgedaan. Wij leven echter thans in een tijd, dat ook de particuliere verplegingsarbeid, izij het dan al niet in zijn gansclien omvang, toch voor een deel onder de Overheidsbemoeiing valt. Het , zou lal heel onnooizel zijn om hiervoor de oogen te sluiten, en als het getij verloopt dient men ook wel de bakens te verzetten.

Voor den Chr. B. v. V. stond de zaalc dus m.i. izioo, dat hij öf tot fasie moest overgiaan, óf al izijn invloed inboeten. Zelfs onze Hoogge'achte Adviseur, Dr Sche'orer, ofschoon hij van gevoelen was, dat het Adviseurschap thans weinig , zin meer had, erkende toch dat de Bond, gaaien de omstandigheden, moeilijk anders kon handelen.

In de tweede plaats wijst ü er in uw schrijven op, dat de, ze fusie is aangegaan Uit ültiliteitsoverwegingen, enkel berekening zonder eenig hooger miotief. Hiertegen izou ik willen opmerken, dat u zelf | erkent, dat het werk der verpleging in den dienst ' der barmhartigheid ten - eerste ' niet op één lijn gesteld mag worden met het diaconale werk in . de kerk des Heeren, m.a.w. niet kerkelijk is, daar het dan ook van de kerk moest uitgaan en niet van piartiouliere vereenigingen, en ten tweede, dat deze arbeid ook een sterk socialen kant heeft. Het is U dan ook niet onbekend, dat een der voornaamste drijf\^eeren tot het oprichten van den Chr. B. V. V. geweest is de behartiging van de sociale belangen ook voornamelijk van die leden, die werkzaam zijn in particuliere inrichtingen, welker rechtspositie vaak veel te wenschen overliet. Het is wel een bedroevend feit, , maar niettemin een feit, dat eerst met het ontstaan van den Chr. B. V. V. de sociale positie van de verplegenden in genoe'mde inrichtingen een wending ten goede heelt genomen.

Om nu in de, ze lijn te kunnen voortgaan • is het noodig, dat er geen splitsing in de gelederen komt, maar dat de Bond aaneengesloten blijft, wat izonder fusie niet mogelijk was. Wanneer de Bond V. V. in den weg van recht en billijkheid op izelfbe-. houd bedacht is, valt m.i. niet te laken maar te loven.

Ik kan dan ook niet inzien, dat dit een motief van lager gehalte moet zijn wanneer dit geschiedt in de lijn van onze Chr. beginselen gegrond op Gods AVoord. Ik kan evenmin inzien welke ongemotiveerde daad de Chr. Bond v. V. eigentlijk bedreven heeft heeft door deze fusie met den Chr. Ambtenaarsbond, die op denzelfden Christelijken grondslag staa, t - als de Chr. B. v. V.

Hier kan toch moeilijk een loslaten van principe of beginsel in gezocht worden. Het eenige wat dan ook m.i. als steekhoudend argument door ü naar voren is gebracht is de naam van ambtenaren. Toch weegt ook dit argument op den keper besclioiuwt niet erg zwaar. In de eerste plaats toch blijft de Bond als organisatie een volledige zelfsbmdige vakgroep, die jzijn eigen directe belangen, onder eigen groepsbestuur, kan behartigen. Hij maakt alleen als groep deel uit van het centrale lichaam.

In ds twfr'le plaats verandert de naam het wezen der izaak niet. Ook al staan de zusters in de gemeentelijke iziekenhuizen, officieel misschien als anibten.ariessen te boek, gij blijven toch evengoed haar eerenaam van verpleegsters behouden. Wezenlijk , zijn , ze niet anders. Alleen het dienstverband aan de Overheidsinrichtingen maakt dat , zij ambtenaressen , zijn. In de Chr. particuliere inrichtingen is het becreftelijk even izoo. De weg van algeheele izelfhélp is ook hier door de Besturen reeds losgelaten met het aanvaarden van Overheidssteun èn financieel èn wat de verpleging betreft, en als we niet geheel de oogen sluiten, dan , zien we dat het in de toekomst ook hier langizamerhand meer dien kant op , za! moeten gaan.

'Ten slotte vat u, geachte schrijver. Uw bezwaar in deze eindconclusie saam: „Onze broeders en zusters op de particnliere stichtingen zijn geen ambtenaren. Wij wiUen ze ook nimmer als zoodanig beschouwen, , zij mogen zich zelfs niet tot den ambtenatarsstand rekenen." Bedoelt u hiermee, dat de Chr. B. v. V, zich door deze daad, onwaardig heeft gemaakt om van de Chr. Besturen erkenning van organisatie te erlangen ? Uit de slotzinnen zou ik 000 iets moeten ooncludeeren. Maar hoe heb ik het nu? U is ook de schiijver van een reeks vooraigfnande artikelen, waarin a het goed recht van de Christelijke sociale-vakactie zoo warm hebt bepleit. Zelfs geheel accoord gaande met het besluit van de. Leeuwarder Synode dringt U er daar ernstig op aan, dat de kerken dit besluit toch niet tot een doode letter zullen maken, maar de leden ernstig.ziullen aansporen , zich niet alleen van niet-Chi'istelijke organisaties te onthouden, maar aandringen op aansluiting aan de Christelijke Bonden. Wordt hier nu door ü aan de verplegenden in dè particuliere inrichtingen alleen het recht 'ontzegd pm voor , zichzelf den vorm van organisatie, te kiezen, dien zij meenen noodig te hebben en anders gedreigd met het niet willen erkennen van dezen nieuwen vorm van lorganisatie ? De Christelijke Ambtenaarsbond is toch ook van onverdacht Christelijk allooi?

Ziehier, Hooggeachte Schrijver, enkele vrijmoedige vragen en opmerkingen, die u mij hoop-ik niet 'kwalijk jzült nemen.

Met de toeeste boügiachting en broederlijke groeten,

Uw dnr., G. STRAATSMA.

Ermelo, 30 Juni^-1921.

Hoewel het mijn gewoonte.niet is de ingezonden stukken in extensO' op te nemen, en de beperkte ruimte van. mijn rubriek mij-niet toelaat aan ieder gastvrijheid te verleenen, wil ik voor den heer Straatsma, .'den eersten voorzitter van den christelijken bond van verplegenden, gaarne een uit ziondering malken. In de eerste plaats omdat ik zijn recht van verdediging erken, en ten tweede om mijn' waardeering voor hetgeen hij! voor den bond, dien liij leidde, gedaan heeft. Toqh kan ik zijn ai'tifcel niet piaatsen, zonder er enkele regels aan toe te voegen, en mijn standpunt tegenover de bekende fusie nader toie te lichten en te verdedigen.

Voiorai ee'n enkele opanerkiiig.

Dat ik den christelijken ambtenaarsbond bedoelde: , spreelkt wel vanzelf, en dat ik het christelijk karakter van dezen bond allerminst in twijfel trek, behoef ik tooh niet miet veel woorden te be-^vijzen. Ik heb voor deze organisatie meermalen gesproken en wil haar gaarne blijven steunen, evenals ik mij terstond met alle sympathie, aan den bond van verplegenden gegeven heb. Uit 'hetgeen ik schreef mag niet de Gonclusie getrokken worden, alsoif ik' den ambtenaarsbond minderwaardig zou achten, en de .fusie als een soort ontkerstening of zelfvernedering voor de verplegenden-organisatie

zou besciho'uweii, want-'hiervan is bij mij geen tweern te vinden.

Mijn bezwaar ligt elders.

Het geldt het Ikaiakter van beide bonden.

Ambtenaren en verplegenden zijn andere menschen, wier arbeid zieer uiteenloopt, en wier goddelijlk' beroiep van geheel andersoortig, karakter is, welk verschil door de lijks-of geme-enteverpleging niet opgeheven wo^rdt. Want al worden de verplegers en. verpleegsters in de pabliek'e inrichtingen als ambtenaren beschouwd, hun arbeid Js geen ambtenaars-maar barmharfigheidswedc, en het k'araMer van den arbeid bepaalt ook het karakter - van den bond.

Daarom haddön de beide bonden zelfstandig moeten blijven bestaan.

De fusie doet in.i. aan beider 'karakter tekort, en is-alleen uit' mafceriëele overwegingen tot stand gekomen, welke motieven niet den doorslag mocb ten geven.'. Zeker, ik gevoel wel het bezWaar van dubbele contributie. Ik begrijp hesi, dat dit bezwaar veel gewicht in de scihaal heeft gelegd, maar was deze hinderpiaal niet uit den weg te ruimen, en hadden onze' verplegenden voor hun eigen .Christelijke 'Organisatie dit dubbele bedrag niet over? Zij gevoelden toch zelf wel, dat 'om hunnentwille . een groote groep-van broeders en zlusters is ingedeeld in 'oen bond, waarin ze niet thuis'hooren, en was er bij hen geen bereidheid om' terwille van den arbeid der verpleging dit offer te brengen? De afd. Den Haag heeft de nooidzakelijkheid van .dit offer blijkbaar gevoeld, want, als ik mij niei vergis, heeft zij tegen de fusie igestemd.

Nu wil ik den Christelijksn Biond van Yerplegenden niet splitsen.

Ik bedoel geen afzonderlijke organisatie voor onze stichtingen.

Ten zeo'rste heb ik mij erover verblijd, dat deze bond alle verplegers en verpleegsters van christelijk beginsel 'O'mvatte, doch wat ik zoo graag had gewild, is dit, dat terwille van die eenheid het overheidspersoneel het stichtingspersoneel terwille was geweest. Om de eenheid, die in onzen tijd broodnoodig is, te bewaren, mOest een pffeï vfO'tden gebracht, en hoe schoon zou het geweest zijn, wanneer niet het stoffelijke, doch het ideëele den doo'rslag had gegeven.

Hier heeft de utiliteit beslist.

Dat is wat, anders dan het sociale element.

De heer S. verwart deze beide dingen, en hij vergeet, dat, al mag het verplegingswerk niet op één lijn gesteld worden met den arbeid van het diaconaat, het eerste toch beoefening van barm--hariigheid blijft. En dat karakter bo'paalt ook het so'ciale streven van de verplegenden. D'aarom moest dat sociale streven eigensoortig en zelfstandig blijven, wilde het vrucht afwerpen en verbetering brengen, en dit is niet geschied, omdat... dubbele contributie een splitsing dreigde te veroorzaken.

Wat zeer jammer is.

Want, al blijft de bond als organisatie een zelfstandige vakgroep', hij is nu onderdeel geworden van den ambtenarenbond, en staat onder dat hoof d-bestuur, en is dus eigen vrij-heid van beweging min of meer kwijt. En ik betreur dit niet, omdat ik den ambtenaarsstand minderwaardig zoiu achten. Allerminst, maar wij mogen geen lijnen uitwisschen, die God zelf in het beroep', dat (hij ons opi de handen gelegd heeft, trok'. En al is het dat onze stichtingen overheidssteun hebben aanvaard, daarmede^'zijn zie nog geen overheidsinriGhtingen gewo'rden, evenmin als de christelijke school, door de aanvaarding van subsidie, in een staatsgchool zou zijn veranderd.

En.nu ten slotte.

De heer S. klaagt over de medewerking van de zijde der besturen. Ik weet dat er reden tot klacht is, doch ik vermoed, dat het th, ans veel en veel moeilijker zal zijn erkenning te verkrijgen. Want al heeft i-edere so'ciale actie het recht om voor zichzelve den vorm van organisatie te kiezen, die vorm moet met het karakter van den arbeid in o-vereenstenuning zijn, en een verplegendenbond kan nxaar niet met iedere andere Oirganisatie samensmelten. En daaro'm heb ik een vorige maal gezegd, dat het geen wo'Uder zon zijn, wanneer een bestuur, dat wel een verplegenden-bond erkent, omdat deze in h, aar stichting en 'Oip haar terrein thuisbehoo'tt, eenzelfde contact ni-Ct wil met een ambtenaren-vereeniging, die hoe goed ook' opi zichzlelf, jn haar 'kader niet past.

Hiermee doe ik niet tekort aan het goed recht der christelijk'-sociale actie.

Ook niet aan het sociale recht van onze verplegenden.

Iedere broeder en zuster van christelijke beginselen hoort in onze christelijkle organisatie thuis, al "betreur ik de fusie om de redenen, die ik noemde.

Nog enkele ingezO'nden stukken wachten op beantwoording.

Ik hoop dit te doen na onze vacanlie.

De vragers 'en lezers willen wel enkele weken geduld-hebben.

Ook deze rubriek zal eenigen tijd rust nemen.

K. D.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 juli 1921

De Reformatie | 8 Pagina's

Ambtenaren en Verplegenden.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 juli 1921

De Reformatie | 8 Pagina's