GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

PERS-SCHOUW.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

PERS-SCHOUW.

18 minuten leestijd Arcering uitzetten

Prof. Bavinck †.

Om thans O'nzs weemoedige tochit door de pers te vervolgen. „De Bazuin" (prof. Bouwman):

Bavinck wilde Schrifttli'O'Oloog zijn. Ereiials Calvijn altoos uit de Schrift zijtae gedachten verzjimeld©, zoo ook putte Bavinck altijd uit do Schrift, en liet zich door de 'Schrift leiden bij het s-ystematiseeren zijner gedachten. In dit op'zicht is Bas'inck van uitnemende beteekcni'§ geweest. Was hij wel eens zwak in het poneeren en het uitwerken van de conclusies, hij was steïk in de overtuiging, dat wij met onze theologio met beide voeten mo«teai staan op den bodem van G-ods Wooird, dat, hoezeer de p'hito'sophic ook becht en beteekenis heeft in de godgeleerde wetenschap, toch niet zij', maar de H. Schrift leidsvrouw (moet zijn.

Wij kumlen in een koii't artikel niet de volle beteekenis van een man als 'Bavinck schetsen. Grenocg •om te laten zien hoeveel God ons in Bavinck had geschonken, en hoeveel ons in dezen beminnelijken geleerde is ontnomen. Diep bedroefd weenen wij bij zijn graf. Maar door onze tranen hesn mogen wij opzien naar boven om Go-i to danken voor 'de rijke genadegave, dia Hij in Bavinck voor Zijn Sion op aa^rde schonk, voo'i' de gave des lichts en ' der vertroiosting, die onze ontslapene vader en broeder mocht ontvangen in do dagen zijner krankheid en vioor de genade, dat .God Hem na volbrachten larbeid wilde opnemen in heerlijkheid. Ook in dezen mag .het gelden; . Godc .alleen de eer en do dank.

„De Ster" (Do: J.v. d Valk):

E; r is bijkans geen' Nederlander, die n'.et in de omsti'eken van Arnhem het schoonste van ons land heeft bewonderd. En dan kwam hij ook op Wolfheze, waar hij istond voor die krachtige stammen, dio de Wodanseifcen genoemd woï'dsn. Maar wanneer de eerste be'Avondering wat bezonken was, kwam het vergelijkend verstand en zei: maar dit is toch de grootste. En dio andere eikou, die als zij alleen op de vlalcte zich verheffend, ds onverdeelde bewonderüig zouden gewonnen hebben, worden nu als de mindere geschat, omdat zé staan in de schaduw van dien gïoote.

Dit is het lot ook Van Bavinck geweest, dat hij steeds stond naast en in do schaduw van den machtigen Br Kuyper.

D'e 'Stilwe'rkendo, probleem met probleem voorzichtig wikkende, op'-de studoeïkamer peinzende geleerde, die zijn stille overwinningen viert in de collegezaal en zijn vondsten boekt in werken, louter door geleerden gelezen, hij staat, althans in de oo.gen van het groote publiek, in de schaduw van dien anderen geleerde, die tevens ar'.s journaUst dagelijks sp'réekt tot allen in het volk, die als leider de partij 's: hept ien fetunrt, die a.ts mhiister, als dienaar der Kroon, in naam der Koningin, de teugels van hot bewind in handen heeft.

Die schaduw wettl nog donkerder door het feit, dat beide geleerden dezelfde wetenschap der theologie beoefenden. Dit Wörkte de vergelijking nog • meer in de hand. Waar beiden eenzelfde.pro'bleem bespraken, werd do lezer wel tot vergelijken genoiopt. Vandaar dan ook telkens, ook in Katholieke geschriften de namen van Bavinck en Kuyper naast elkaar gesteld. Zoo schroef Dr Gerard B'rom m het Decembernummer van het Katholieke ^Tijdschrift „De Beiaard', waarin hij D'r Kuyper herdacht, het volgende:

„Bavinck is breeder en geleerder misschien, maar telkens in de véle feiten zich verliezend do'or het gemis aan die oorspronkelijke vlucht van gedachten, waardoor de 'denker van den weter onderscheiden wordt."

Ik kan niet zeggen, dat ik hiermee heelemaal accooïd ga, vooral niet met de laatste tegenstelling. Bavinck slechts eén weter en geen denker? •Dit lijkt me al te kras.

Hij was de f'ijhe docent, van wien ook op den meest boérschen en onbescheiden leerling al spoedig iets overging. Zijn leerlingen dro'Ogen (en dat is wel het meest héerlij'ke in het onderwJj's, deze geestelijke voortplanting) zij droegen zijn cachet.

En naarmate hij minder stoute hypotheses en grootsche boogconstnicties opbouwde, Werd, wat hij zeido, als vastgefandeeKl en betrouwbaar aanvaard.

En hij zou nooit maar zoo iets zeggen. zonder grondig onderzoek. Hij was de stillo werker, die werkte altijd. En dat zoarder do prikkels van buiten, die den gevieïden redenaar en partijleider en journalist dagelijks aansporen. Hiji studeerde voor zijn betrekking, voor de theoI'O'gisch'e-faculteit en voor de kerk, maar eigenlijfe vooral oandat fetudeeTend onderzo'ek zijrr levensgenot was.

En dat genot heeft hij tot hot eind zijns' levens mogen smaken.

De „Geref. Kerkbode voor 's-Gra, venhage" (Ds J. V. d. Linden):

Wie zijn. léven zou willen 'beschrijiven, zou hom van zijn jeugd aan gekend moeten hebben, wanf indien ër in iemands leven éénheid te spieuren valt, dan is het in het zijne. Zijin uitnemende va.der, mijn onvergetelijke leermices ter, gelijk oiok de. zijne, in 'de dagen onzei'-jeugd, noemde hem reeds, toen hij nog zéér jo'Ug was, altijid: Mij'n Herman. Later is mijj het wioioird voorgekomen van Mozes' ouders: dat ze in hun kind teen bijzondoir© •schbonhoid zagen, van Goid op hem 'gelegd. Zoo was het, alsof zijn v'Bome vader en aïiooder in hun Herman iets heerlijks zagen, dat God met & m voor had. Toen hij later naar de Staatsuniversiteit te Leid en gezonden Werd, waar de Determinist Sch'olben hoogleetaar wa, ^, met Ituenen den Schriftbestiijder, en met het oog op (hét groote gevaar voo-r den jeugdigen student Piiofessor Bmmmolkamp aan vader Bavinck het sc'heïpe wioo'rd toevoegde: , , Gij vertrom^'t uw zoon aan den loeuwenmuil toe", was het antW'Ooitl van den andets' spoedig bedeesden vader, dat hij vol vertrouwen was op de genade van zijn God, Dfe zi|n kind zO'U bowa^i'en. En de HeeJ'e. heeft ibem. bewaard.

En toen ik in Leiden kwam als. leeraar en Bavinck lid onzer kerk, uitnoodigde met goedvinden van mijn Körkeraad, in een morgenbeurt voor-mijl op te tïederi, wees zijn tekstkouze het h's'ei'lijk uit, waar deze jonge man legerde. E, r Waren verscheidene professoren en studenten in 'de 'koi'k en de jonge Bavinck deed de goede belijdenis hooren op wegsleepende wijze met deze heeïlijke woorden van

Bavinok-legenden.

Paulus, Gal. 2 "lo Hetgeeii ik nu in h'et vfèescli leef, dat leef ijc clooir bet geloof clss^ Zoons van God, Die mij liefgehad ÏÏoeft en Zichzelveu vooir mij overgegeven h'eeft".

Nog zou ik heerlijke gedeelten van zijh machtig aangrijpend woord kunnen meedeelen, hoe Kij; > den rijkdom van een geloiofeheld als Paulus schetste " tegenover 'de armoe ©n ledigheid^ van de aanzienlijksten der wereld met zijiii wonderbaar: Chiistus beeft mij liefgehad .en 'Zicbzelven voor mij overgegeven.

„Hei Eeii'kblad" van Haarlem, (Ds Diatema):

Nooit zal ik vergeten de eerste preek, wielke ik van bem miOdht fbopren. Het wias ia 1885. Te Bedum. lil de mooie kerk vaa Ds T. Bos. l^avinck zou dicjii zomermiddag preeken. O, we waren MO trotsch •: j. di( n doctor tbeolo'giae en ook daakba, ar den j-eerc-voor zoo groote gave. Onze oiud.3i-s, die den smaad der scheiding gekend li!addön, met ateenen waren .gegooid in die bange dagen, ^p'raken met |Ons van de giroote daden des 'lleefen. Wie had lOok niet van Dis Pa, vinck gehoord, uit Banthtï'.m tot ons land gekomen? fin nu zou de zoon, Ds Bavinck, de menachen zeiden: ie jonge Eavlnck, preeken. Viol Wois de kerk. Meer dia vol. Daar .stond de man, met zijn hoog vooirhbofd iewiit bebaard gezicht, met zijii blond echt Gsrraaaasch voorkomen. E, en Dtuitscbe geleerde, ; , een Duitsche filosoof van den eersten rang. Zaïcht was de stem in de voorafspraak, die Bavinck steeds gew'oon was te houden, voor !h'et groote gebed. Heel zacht eerst, bijna pnhoorbaar. Dian .Werd bet '^til, schier hoorbaajr stil. Het ging oiver den val das m'enschen. Den diepen val. Als tekst weïd apgegeven: Mijn kinderkens, die ik wederom .arbeide te baren, totdat Gbristus een gestalte in u krij'ge. l'oien Ifot gebed, wat was dat bidden! Smeeken. gchuldbelijdenis en een smeeken om de baJ? rn.hartigheden des ïleeren. 'En toeii die wtegsleepende prediking over des menschen herstelling naar bet beeld ea de gelijkenis Gods: D'o verdeeling staat in-raijh' ziel geschreven: . •

I. Waarom is; die herstèUing. noodig?

II. Waalrin beist^at ze?

III. Hoie gaat die heistelling toe?

„De Scjhoioii imjet den. Bijbel" (A. J.):

Professor Bavinck was in zöo veel opzicatsn onze geestelijke vader. Wat tal van iCbristsliJke ondelwijzers spraken niet steeds van onzen Bavinck.

Hoe juichte bet „Gteistelijk Gerefoa-meerde" hart, toen we in onze Gescheidene Kerken onzen eersten theologischen doctor mochten begroeten.

Wat hope bezielde ons gemoed, toen de jeugdige geleerde optrad als docent aan onze Theologische School te Kanipen.

Wat groeiden we in zelfbesef •— neen, in 't bewustzijn van de go-ede igunst onzes Gods — toen onze .professor door beel het land Werd toegejuicht bij het bjouden zijner eerste redevoeringen in de kleinste dorpen en in de grootste steden. Wat indruk maakte zijn „Beeld Gods in' den mensch", zijn „Beteekenis van het tragische", zijin „Welsprekendheid", zijn , , Schepping en Ontwikkeling".

Schrijver dezes is niet de eonige geweest, wiens hulpbehoevendheid hem toen reeds dreef tot bescheiden correspondentie over vragen van dogmatischen en paedagogisch'en aard. Wat waren we blij met een antwoord, breed en diepi, altijld even welwillend, per koerende po'st tosgezondan. Wat gevoelden wij, op wetenschappelijk gebied de pariah's dier dagen, ons sterk tegenover de oppermachtige partij in 't laatst der vorige eeuw, toen we de ervaring opdeden ook paedagagisch, grond onder onze voeten te krijgen. Want men moge geenszins geheel ten onrechte beweren, dat Bavinck de helft van zijn leven in de eerste plaats theoloog is geweest, van den beginne aan was geen scherpziend oog noodig, om in den wijsgeerigen en pisycholo^schéii 'opzet zijner.'studiën den pirihcipaeelen grondlegger onzer Chiistelijke paedagogiek te ontdekken.

Onze verwachtingen, die van '82-dagteekenen, zijn — Gode zij dank — niet beschaamd.

„Christelijik: Schoolblad" (D. Wouters):

Een vriend, • een wijze vriend, een vader is ons Christelijk ondcrwijjs ontvallen.

De man met het klare verstand, de logische betoogtrant, het liefdevolle hart, de veelomvattende kennis, is - voor ons Christelijk onderwijis van thans nog niet te schatten beteekenis door zijn woord en werk.

De moeilijkste religieus-philosophische problemen kon hij met een eenvoudige helderheid, een juistheid-van gewone woorden zijn hoorders uiteenzetten, zoodat ook de minst-philosophisch onderlegde hem kon volgen.

„De Geneformfeerd©-Kei'k" (Dr , T. Schokking):

Dit sterven aal in wijden' kring ontroering wekken en tegelijkörtijd als een ernstig verlies worden gevoeld.

Wij althans hebben behoefte daaraan hier ter plaatse uiting te geven, .wetende daarbij de instemming te hebben van velen onzer geestverwanten.

Alleen reeds de dank vioor het ontzaggelijk vele, dat bij op theologisch en godsdienstig gebied in geschrift heeft gegeven, ©n nagelaten zou daartoe verplichten.

Welke predikant heeft _er niet meer of minder van in zijn boekenkast - en g'rlij, ipt niet met graagte naar het werk van Prof. "Bavinck, dat hem over eenig onderwerp kan voorlichten.

Het is altijd zoO' klaar, duidelijk, natuurlijk; zoo vanzelf sprekend, zouden* wte bijna willen zoggen.

Wel houdt liet in zijn wetenschapipelijfce werken, bepaaldelijk in zijin Dogmatiek soms juist op, waaï ge met gespannen aandacht-vö? der zoudt willen lezen; maar ook taist ge dan op' bstzelfde oogenbUk de • oprechte erkenning van moeilijkheden, den echten wetenschappelijken zin, die liever sober is in conclusies, dan zich over te geven • aan pbantasieën.

Maar niet meerf''w'& ': willen zelfs den indruk niet geven, alsof het inogelijk zO'U zijn den omvangrijken schriftelijken arbeid van Prof. Bavinck, waa; rdoór hij ons volk niet alleen op godgeleerd, godsdienstig, kel'keljk, universitair, maar ook op .school, staatkundig, maatschappelijk en letterkundig gebied gediend heeft, in een paar volzinnen te karakteiiseereri.

„Bergopwaarts" (prof. Obhjilk):

Als hoogleeraar der Vrije Universiteit heeft Bavinck een , , school" gevormd. Het is geeri geheim hoezeer zijne persoonlijkheid en onderwijs daar domineerde. Zijne persoonlijkheid èn zijn onderwijs. Want Bavinck was niet alleen een eminent geleerde, maair ook een voortreffelijk docent en een beminnelijk, bescheiden en viroom mensch'. Dat blijkt leeds uit zijne talrijke geschriften, die allen liet stempel dragen van-zijn vroom gemoed. Maar vooral in persoonlijke gesprekken kwam ik onder den indruk van zijn kinderlijk-oprecbt zieleleven. Bavinck behoorde tot die menschen, wier omgang anderen-verheft en beter maakt. Wat hij deed, zal wel nawerken, want hij iheeft veel geschreven —• maar dat hijzelf er niet meer is', zal oip allerlei terrein als een. smartelijke leegte worden gevoeld.

Bavi'noklegen den.

Intusschen beginnen zich ettelijk© legenden in ziake Bavinck te vormein. Daartoe reken - ik niel een Hiiededaeling als deze:

Een bewiërking van Matthew Henry's Letterlijke en Practische verklaring is niet voortgezet, maar bleef ondanks de belangrijke voorrede stoken.

Meeir .s'ucces. .liad de Schriftverklaring met Sikkel en Biestërveld onder den titel „Het Woord Gods" opi Jtouw gezet.

Aldus • de Kerknieuws-redaoteur van de „N. R. Crt", die overigens vrijwel op de hoog'te blijkt te zijn van den ui'jerlijfcten 'kant van Bavincik's arbeid. Maar hier debiteert hij voor den ingewijde een enortaje vergissing.

Erger mlalbein anderen het.

Dr De Moior wijst in de „Utrechtsöh'e Kerkbode" op eein dier legenden:

, , Laat ons even erbij mogen , seggen, dat het een legende is, die men hier en daar publiceerde, dat Bavinck eigenlijk ter Synode meer aan de üijde van den beschuldigde dan van de kerken s.tond. Evenals wij hiad hij groiote bezAVaren tegen de kerkrechtelijke proicedoiren die gevolgd was. Maar in de , zaak zelve oordeelde hij evenals wij, dat Netelenbos niet kon gehandhaafd worden."

En Ds. Scjhilder giet toorn-fiolen uiL over het hoofd van den schrij'Vier Aran „Gerefoiirieerde zijde" in de TNT. R. Crt", die als een zijde-worra' een zacht weefsel spint, een Weefsel van waarheid en A'-erdichting: •

Dat de onbekende schrijver „A-ian Gereformeerde .zijde", die heifhaaldelij'k de liberale „Nieuwe Rotterdamsohe Coianant" aan leugenartikeltjes helpt, om de Gereformeerde Kerken te bestrijden, een • vs^onderlijk geweten beeft, en met de eischen van fatsoen 't niet nataw neemt, dat Avisten we al lang. 'Maar dat hij bet sterven Van iemand als Bavinck, dat hij den dooden mensch, niet ontziet, doch ook dien aangrijpt voor zijn Gereformeerdenbestrijding, dat Avisten we nog niet.' HoeAvel — het ligit in de lijn. Wie zicli verbergt achter een sluier, om den levenden tegenstander het antwoord te verhinderen, die heeft 't nog gemakkelijker, als hij een doode A^aor zijn lugtaber werk gebruikt, een doode, die niet meer antAvoorden kan.

Toen Bavinck's licbalam nog. boven aarde stond, ' schreef deze heer, dat 'Bavinck zich, , , behalve als hij als adA'iseur der Generale Synode daartoe geroepen Averd, nooit ingelaten heeft met de interne aangelegenheden der Geref. Kerken". Toch had een inzage Aian. het lijstje A^an de gescbriften van den hoogleeraar hem anders kunhen leeren, gezwegen nog van andei'e dingen. Maar 't doel is bereikt: BaA-inck aoo ongeveer apathisch tegenover de Geref. Kerken.

Dan léjzsen we: „Er is in de laatste jaren van verschillende izijden op. geAvezen, dat de predikanten, die het laatste tiental jaren door de Vrije UniAiersiteit vooral, aan de Geref. Kerken zijn aligeleA^erd, mannen gijn van een heel ander slag dan de ouderen en dat , zij in hun uiterlijke openbaring A^ee! oivereenfcomst vertoonen met de ethischen. .... Al deze kenmerken teekenen hen als ma.nnen, die voortgekomen , zijn uit de school van Bavinck".

Die woorden , zijn voorzichtig gesteld, A'"oorziciitiger en opzettelijker, dan men A'; an een, die o A^ e r een do'ode schrijft, A^erwadhten zou. Maar ze kunnen daarom den schijn van A'-erdachtmaking niet afleggen. De school .\^an Bavinck —-van den man, die tegen dè ethischen geschreven heeft, die, naar 't getuigenis bij zijn graf dooi'' een die 't Aveten kon, nog onlangs getuigde, dat 'alleen de Gereformeerde geloofsbesobouAving rust gaf en harmonie! Maiar — 't doel is bereikt: BaAanck nu reeds , aoo ongeveer anti-pathiek tegenover de Geref. Kerken.

Waarom 'heeft de, ze stokebrand die dingen niet gezegd, toen BaAnnck leefde? Hij heeft meer leven-"den belogen en belasterd. Durfde hij dit niet? Walarom misbruikt bij Bavinck's dood om de Gereformeerden Avantro'UAvig te maken en tegen 'zichzelf te verdeelen?

Opzienbarende hoogleeraars benoieming.

De leene boogleeraar gaat, de andere komt. Minister De Visser benoemide aan de Utreohtsohe Universiiteit den zeer b'nksch-€lb.isclien 57-jarigen Dr J. A. Cramler, Hörv. predikant te 's-Gravenbage.

Naar de ta'otieven, waarom hij anderen, ook van zijn richting, - .die ^er kraCbtens hun prestaties m'eer aanspraak op konden miaken, gepasseerd heeft, kan slechts gegist worden.

Inmiddels zijn vele Hervormden er niet over gesticht.

Dr Schokking schrijft in de „Gerefoiftnleerde Kerk":

We wensohen niets ten ongunste van de wetenschappelijike kracht van den benoemde te zeggen. Om alle misverstand te voorkomen, zeggen we nadrukkelijk, dat het bij dit ons schriJAfen niet tegen den benoemde gaat.

Maar, terwijl Dr Cramer Zondag 1.1. aan de gemeente schijnt gezegd te hebben, dat zijn benoeming tot Hooigleeraar voor hem een onverwachte gebeurtenis is geweest, yzeggen wij niet, dat we door die benoeming verrast zijn.

De benoeming van een man uit andeïen kring, bepaaldelijk Uit hen, die instemmen met het kerkreobtelijk streven der Confessioneele Vereeniging — iets anders dan velen daarvan tot ons leedwezen heden laten , zien — we noemen geen namen, want we Avagen het te .zeggen, (fet meerderen dazen katheder hadden kunnen innemen — zou een te groote verrassing izijn geweesst.

Toch hadden we gehoopt, dat met de traditie in deze eens gebroken was.

Annie Besant te Amsterdam.

Sensationeel religieus Amsterdam heelt het hart weer eens ktinnen oiphalen.

Annie Besant, de glioiote it, heosofe, sprak. In ©en der grooite bladen vonden wij hi'et volgende verslag:

Wie gevreesd mocht hebben, dat in dezen vacantietijd en bij deze temperatuur, de rede die mevr. Annie Besant hier ter stede aou houden voor de Nederlandsche afdeeling der Theosofische Vereeniging niet izou doorgaan wegens gebrek aan belangstelling, bij of izij beeft .zich vergist.

De groote .zaal van het Concertgebouw was gisteravond geheel gevuld. Van aJle .zijden, van buiten ook, waren .zij gekomen, de mannen en de vrouwen, de jonge mannen en vroUwen vooral, om de rede van de grijze leidster .over: den herbouw eener ineengestorte wereld (the reconstruction of a shattered world) aan te hooren. Op een der voorste rijen merkten wij O'.a. op; den wnd. burgemeester, den heer Wibaut, en zijne echtgenoote, die beiden altijd veel belangstelling toonen voor de geestelijke stroomingen van onzen tijd; ook voor dezulken waartoe zij zelven niet behooren.

Het poidium w.as liefelijk versierd met een land van bloeiende planten; ter weerszijden van de zetels van mevr. Besant en degenen die baar begeleidden, stonden twee groote vazen met zonnebloemen, terwijl dit plekje van het podium — de plaats waar anders Mengelberg staat — bovendien wat behagelijfcer en intiemer was gemaakt do.or middel van wat Oostersche kleedjes, die op den gi-ond gespreid waren. Van bet orgel klonk .zachte muziek en in de zaal hing de geur van brandende reukstokjes.

Toen mevr. Besant, komende Uit de solisten-loge van het podium afdaalde, stond het pubbek op, on> haar een eerbiedigen groet te brengen. Die groet be stond, naar theosopbische gewoonte, uit een front gewuif met de handen.

Mevr. Besant is, ondanks hare 73 jaren, nog krachtig; krachtig ook van stem, gelijk bleek toen zij bijna anderhalf uur aan één stuk sprak; al is het in den nek kort geknipte, hoog-opgekuifde haar ook zilverwit geworden, en al is haar mg ietwat gebogen. Gisteravond was .zij gekleed in een lichtgrijzen fluweelen avondmantel, met gebatikte bloemmotieven versierd. Toen zij te spTOken begon en dien mantel aflegde, stond .zij in een soort van gazen overkleed, wijd aJs eene toga en rijk-geborduurd, waiardoor een wit satijnen onderkleed heenschemerde. Aan de voeten droeg , zij goud-geborduurde zijden schoentjes.

Mevr. Besant, die vergezeld was door haren secretaris, werd bij baar gehoor ingeleid door mej. Dijkgraaf, als vertegenwoordigster van de Theosofische Vereeniging in Nederland.

Er izijn twee dingen, twee machten, twee wetten, die in staat .zijn deze ineengestorte wereld weer op te bouwen, n.l. zelfopoffering en broederschap, aldus de hoofdgedachte van mevi-. Besant's rede. Niet langer mag de menigte aan het individu worden opgeofferd. De leuze: „Let the best man win", moet vervangen worden door eené andere, eene nieuwere: „Let the best man serve". In dit verband stond de spreekster geruimen tijd stil bij de quaestie van de opvoeding; de vraag, hoe het best aan ieder individu de gelegenheid kon w.orden geschonken, 'de in hem of haar sluimerende talenten te ontwikkelen en ten bate va.n de gemeenschap aa.n te wenden. Bedenk toch, riep zij uit, dat de opvo'eding van bet kind, dat de ontwikkeling van het - jonge geslacht, eene nationale zaak, een nationaal belang is! En .zij wees ons als voorbeeld van eene ideale samenleving' naar het oude Indië.

De rede van mevr. Besant werd met de grootste aandacht aangehoord. Orgelmuziek deed haar weder Uitgeleide.

Dat imen toch luisiterde naar de vraag van den pïioifeeit: „Waarom geeft gijlieden geld uit voor het-'geen g^en brood is? "

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 augustus 1921

De Reformatie | 4 Pagina's

PERS-SCHOUW.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 augustus 1921

De Reformatie | 4 Pagina's