GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

DE BAVINCK-„GEEST”.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

DE BAVINCK-„GEEST”.

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

III.

Teige'ttOiver' de waaitieid ©n de sc-lioonheid staan sotnimfiigein als de dwaas, die „in K'ijn waan' beslist", — anderen als de poitentaat, die in madhtswellust de lieiliigste gioederen prostitueert voor zelfzüclhtige doielen, — professor Bavincfe behoorde tot de zföldzamien, die vereerd 'zijn met den Lfevitiscihen dienst in den tempel der waarheid, die zidh gjeluftig voielen> wanneer 'zij, als beweldadigde gasten, aanzittein in het [huis-met-zeven-pilaxien van de Opperste Wij shield.

Zijti geest was vóór allé dingen aangelegd op adoratie van de rhajesteit der waarhleid, en, voiorzoovier zij (hem riep tot den arbeid, erkende hü} liaar ten volle als souverein. Deize igeestesglesböldiieid iheeft heel zijn levensweg bepaald eïi' tóoiet dus voor ons, . die zijn werk begrijpend ztoeken te waardeeren, het uitgangspunt van beioiordeeling zijn.

Het bekoiorlijk geheim van professor Ba, vinck's. • leven bestond hierin, dat hij, z'olowel in het fceeren van zijn ziel naar de waarheid oim ze te feennien, als in het wenden van zijn gaven naar ens, zijne discipeleni om de gevonden waarheid te profeteeren, een needrig discipel wilde zijn van Hem, die gekomen is, ritfl« W^jfeilSil^fl^rWorden, maar om te dienen.

Er zijln leedingen, die den man van wetenschap beschouwen , als een soort fabrikant van waarheidsprodaciten, als een gepatenteerde oplosser van levensraadselen. Gelijk er, tijdens den oiorlog, bijl de strijdende volken naïve zieltjes waren, die bij ieder ontbijt in het ocihtendblad een overwinningsbericht van hun favoriete generaals meenden te mtogen verwaclhten, — zioo zijn er ook op hlet terrein van den geestesstrijd onnoozelen, die zicih den ideaal-geleerde voiorstellen als een man, die de wetenscibappelijike triomfen van een boompje „plukt", ien in 'wier olog de denMiéld eenige strepen degïadeert, . als hij zegt: ik weet het niet!

Inderdaad, Bavind? : wist minder dan broeder „Vraagbaak", die even de sigairenpijp neerlegt om voor de vrienden licihlt te ontsteken in de donkerte van hlet proMeem der reicihtvaardigmaking van eeuwigheid, — |hlg wist minder, omdat hij méér wist.

Professor Bavittdk was in den heldenmoed van het niet-weten giroot, omdat hij het profeetschap allhanikelijfe stelde van zijn primairen priesterlijkein plicht.

Oprechtheid is immears de edelste vorm vani heldhaftigheid?

De ware held is aë^-oprechte. Dit heeft de psycholoog Cariyle ons geleerd. En èen slotte is het ook in de wereld van de wetenschap waar, dat den oip recht en hiet licht oipgaat in de duisternis.

Kteinziehger miskenning van Bavinck's leven bestaat ler niet dan waar men mteent, - dat izüjln wetenschappelijke bescheideinheiid zlijn wetensohapipelijke vruchtbaarheid in den weg heeft gestaan.

Of is het een ijdel werk, wannéér de geest van den geleerde^ mlet fijn respekt vooir het gewonnene, de lanige velden der historie doorkruist, ja doorkruipt, om té verziamielen wat de gj'atie Gods, de eeuwen door, aan , waarheidsvr|i? J, ^^; |'g> r de volkeren heeft doen rijden?

Zijn ook hier zelfs de nalez-ingén van. Efraïni niet me'nigmaal beter gewöest dan de wijnoogst van Abi-ez-er ?

Is Bavinck's dogmiatiek niet een voorraadssahuiur, waar de volle oogst van den geestesarbeid der gereformeerde voorgeslachten is saamgevoégd?

AI had Bavinck niet anders gedaan dan dit oogsten en oriënteeren op de schijnbaar platgetreden landen der dogmengeschiedenis, zoozouden we nog' in den overvloed van geërfde sdhattien roemen.

Maar de de^nker, die, als Bavinck, het histoirisch gegevene vastlegt, do|et meer dan verz'amelen. Gelijk Kuno, Fischer op' het terrein der wijsbegeerte, door in zijn omvangrijke „Geschichte der neuern ÏP'hiloisoiphie", een oongeniale uiteenzletting der modeilne systemen te geven, den ontwiktelinigsgang van het denkproöes (naar Hegel's id'eiaal) wezenjijk heeft bevorderd, : — zoio heeft professor Bavinck door izijn klare, dikwijls méér 'dan evenwaardige, reproducties van de gew.ordene theologie onzie cllristelijke wetenschap tot een hoogeren graad van evolutie opgevoerd.

De geest van dezen geleerde was immers niet alleen de lens, die de reeds doorgebroken waarheidslichtstralen opving en voor ons geesteisoog verdichtte, maar ook het koninklijk instrument, dat het levend contact tot stand bracht tusschen de historie en het waardevolle heden, — dat niet slechts antithetisch vergeleek, maar ook synthetii!|.Qfe., , samenbond.

In den edelen zin des woords had de historiscili aangelegde Bavinck een m^^oidernen geest. Hij^ had zijn tijd lief én schepte n«ir vi-eiuwd© het water uit de nieuw opgesprongen bronnen. Hij' zag profetisah de perspektieven van een hoogopgaande ontwicifceling, en Mj kon soms de jeugd benijden, die aan 'den ingang van de nieuwe aera staat."

In zijn lezing „Oude paden en nieuwe' banen" hoioirde men hëm met stemverheffing 'uitroepen: „Het is nu een lust om jo'ng te zijn". En terwijl hij het rie'p bewees hijaelf de jeugd van ziijin Ziiel.

Een belangrijk, missctóSt^Ét-gewichtigste, deel van 'Zijn arbeid, — zie de lange seriei: Wijsblet' geerte der Openbaring, P.aedagoigiscihie Begi'hselen, OpvoiedinJg der rij'per e jeugd, Moidernisme en Orthodoxie, 'D'e Vroaiw in de hedendaagscihe maatschappij, — beteekent verjonging O'nzter gerefo'rme'erde wete'ns'chap, een gedurige lente in onzen oiuden tuiin. De hlinde zielen, die Bavinck nifet begrepen, hleh'^ ben hem, .om deze. liefdevolle toepassing' van de cultuur triomfen oinzer eeuw 'Op de voortgaande refo'rmatie van het bestaande weten, den eerenaam van sta-vast-cialvinist ontz'eigd; zelfs heeft Dr Hylbema oinzen strijder „voor het O'vergeleverde gie'loof" om zijn - beschouwing van de knmanen: tie Gods, van 'de genade, de inspiratie en het wonder, zoo ongeveer 'bij de moieimen ingelijfd (zie Siijn „Oud-en nieuw Calvinisme"), — maar in wierkelijtkheid is deze 'evolutie van. Bavinck's denken niet sunders dan 'een wettige werking van zij'ii grondige liefde tot de waarheid, van "zijn priesterlijke gehoorzaamheid aan de waarheid, geweest. Hij' had de waarheid lief ïm eiken vorm, waarin zij tot hem' kwam, hij '^eep 'de waaihe'id aan alle plaats, waar zijn geest ze zag wenken.

Juist 'de 'diepe eerbied voor de waarheid maakte hem .universeel, bevruchtte , zijn.j^tó ifcai «en heilig kathiolicisme.

Uit-deze zelfde grondclonstitutie van zijn geest is ook te verklaren de houding, die Bavinck p-raktisch tusschen de verschillende partijsichakteieringen op politiek en kerkelijk gebied innam.

Bavinck was een trouwe" zloon van zijn kerk, een eerlijfc-aanhanger van zijn partij', ien hij is dit (wat 'Ook isommige lieve „broeders" leenigszinSr schuw hebben gelasterd!) tot zijn laatste adem'haling gebleven, — niaar de 'Oprechtheid van zlijn karalctier en de majesteit van zijn overtuiging verboiod heni: 'in onzen kring een .soort mono'polie der waaAeid, en.daarbuiten niets als z'warte O'Uweitieiidheid, te zien.

Bavinck had oien open oog, vo'or de betrekkéh lijkheid en onmondigheid onzer kennis, niet alleen in vergelijk met den voortbouw, dien hij van de toekomst verwachtte, maar ook ten opzichte van de waarheidselementfen, die hij: in de geweldig oipbloeiende moderne wetenschap als een openbaring! van gemeene g'ratie ziag schitteren, ja, ook ten opzichte van de waarheidsschoo'nheid, waarmee 'hij in 'de „pluriforme kerk" anderen boV'eQ; i, C!|!, g!ijz& te. bedeeld.

Zijn aangeboren, en door studie opg-evoede, waarheidsliefde dwong hem het oor te nijigen tot iederen waarheidsklank, waarmee God zijn kinderen tot reformiatie en verwakkering roept.

Bavinck was needrig igenoeg om' te luisteren naar wat b.v." Ethischen, Methodisten, en zelfs Moidernen, hebben geprofeteerd, beproevende wat er in dezie geesten uit God is, en erkennende wat God.door •hen tot zijn onvolmaakte, ingezonken, kerk te zeggen heeft.

Bavmck was ledel •eh wijs geno''^-öin'"ia ï''éiaièKreigeestesstrooming, in elke dwaling zC'Jfs, de waarheidskiemen te eerbiedigen, en, • gedachtig aan het Pauliaische woord: Wij kennen ten deele, — er , , zijn eigen ziel mee te voeden.

Hoewel onvervaard en onvermoeid strijdend miet zijn zuiver gewet, polemisch, geesteszwaard tegen al wat de hem kostbare Godswaarheid te na kwam, — heeft bijl ook overal en immer gespeurd naar .neigeen uaib' iia d-icpo^'oax oon^'hri.rfiQisrruptQ] aau de buiten-gereformeerde christenen saambond, en hun in heilige verdraagzaamheid, en tot meerdere krachtsontplooiing tegenover het rijk' der duisternis, de hand der .gemeenschap en. der.'samenwerkilnlg gereikt.

Een tijdschrift'ais' 'dë'.„Stem'méh des Tijds"; w^ar' .„steile" gerefoü'meerden en „wazige" ethischen, op één bepaald terrein, ééns: geestes samenwerken toit de komst van het Godsrijk, had de volle sympathie van zijn wijd-christelijk hart.

Liefde itot „de Avaarheid" dreef hem ook om zelf te zaaien aan alle wateren, en het zóó te doen (zie zijn: „De overwinning der ziel"), dat de verst van onze „orth'Odoxie" verwijderde modernen tot aandachtigheid gedW'O'ngen werden.

Aaigstvallig beduchten 'broederen ten spijt, dotr.st hij zelfs verschijhen in de vergadering van hen, die in geen enkel opzicht geestverwanten waren, 'on no!g te trachten een draad van gemeenschap te spannen inziake 'de verhouding van „E'thiek ten. Politiek".

Dat was „de geest" van Bavinck. Behoeven wij' nog tot illustratie van zijn geestesgesteldheid op ons eigen blad „De Reformatie" te wij'zen?

Lang vóór 'ons neo-c|aIvinistisah schip van sitapel liep, had Dr Bavinck in intiem-persoonlijk onderhoud met iniji het idee geopperd en bepleit, — in verband met wat wij „de beweging: der jong'oren" noemden, — van een nieuw O'rgaan dei^-enen, die ijveren willen tot voo'rlgaande reformatorische) ontwikkeling.

Het liefst was hem eerst een kleine kring - 4^0^alles hiotaolgeen gezinden, miaar later hechtte hiji zijn goedke'urinjg .aan het vormen van een clonsortiirm, waarin zooveel mogelijk de verschillende „schakeeringen" van ons huidig gereformieerden-dom vertegenwoordigd zouden zijn.

In de oprichting van ons blad is deze „ire'ni, sche" wensoh van Bavinck in •vervulling gegaan. •Op zijn .ziekbed heeft hij: gedurig de blijdschap van zijn tevredenheid met den gang en den geest van „De Reformatie" betuigd. En wij' handelen zeker in den geest van Bavinck, wanneer wiji 'zoiolang en zoO' sterk mogelijk' dit, wel moeilijk, maar voor den bloei van O'Us kerkelijk leven gewenscht, verband van ciongrue-nte actie b'e\varen, mits de - eenheid geen verhindering' ^!ij: v-oor het duidelijk uitgesp'roken doel: d'O vo'Ortgaande hervorming!

Laat ik m dit gedachtendswoord dan ook ten slotte de ziele-wensch mogen neerschrijven, dat wij' (en dit niet alleen op'kerkelijk gebied) den geest

va'n Bavinok'f'^fe¥öionlijkh'eid> ^^BÉ.# wij; ziijiie discipelen, dien in bevruohitende' aanraldng; {hebben gevoeld, met piease 'trooiw 'onder ons bewaren.

We bebben bem noiodig: , - (naast begins'elvastbjeid en waakzaainbeid tegen verflauwing der grenzien)j - dien geest van bescbieidenheid, oipreohtbeid, verdraagiaanAeid-eti ziacbimoedigbeid, - wie hebben bem' nöodig, ziallen we niet stikken in onze principia en dood vriezen 'in onze orüiodocsie.

AVe bebben bem noodig, dezen geest van vroo'in; beid, • eei.iwigbeidszin en kinderlijke dankbaarheid, gelijk die vooïal aain bet glorieuse einde van Bavinck's leven dooTbloiik. Wij varziwegeUL met opzet, om niet tegen den geest van den overledene te zondigen, wat wij' in de uren, die wij aan ziijn ziek-en sterfbed dooTleefden, van 'zijn innerlijke 'zielsopenbaring bebben gezien en aanscibo'uwd. Maar dit ééne mo-et ik zieggeh. Toen ik eens ïnet den kranke zou bidden en vooraf (naar mijör'gewoonte) vroeg: 'Wat zal ik bidden'? —kreelg ik dit oiatraerende antwoord: Danken! danken, Voor alles!

De geest van Bavinck!

Wat was bet anders dan de, voor zijn persoon gespecifieerde, Paulinisohie genade-ervaring: Cbriistas leeft in mij!

BaviincK s vioilgielingen zijn ktaiinéii-"wair-dns alleen op deze voorwaarde, dat wij-willen hebtoen „den-vgn--vaiO^bri^tus".

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 30 september 1921

De Reformatie | 8 Pagina's

DE BAVINCK-„GEEST”.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 30 september 1921

De Reformatie | 8 Pagina's