GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

PERS-SCHOUW

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

PERS-SCHOUW

13 minuten leestijd Arcering uitzetten

Gezin en School

Een zeer bedenkelijk verschijnsel in onze dagen is nu, dat het gezin zwlakkej", de school sterkear wordt. Uiteraard zal daaruit het gevaar voortvloieien, dat de juiste vörhouding uiit het oog-wordt verloren; dat aan het gezin ©en te geringe plaats bij de opvoeding deir kinderen 'Wordt toegewezen en aan de school een te groote plaats. Dientengevolge zal de invloed van het gezinsleven opi het komende geslacht aj weer geringer worden en van de school veirwacht - worden, - wat ze uit den aard van haar bestemming nooit geven kan.

't Zal daarom in de komende dagen meer dan ooit noodig zijn, dat wie ons scheep rekenschap geven van den eisch, djen - we aan het huisgezin stellen mogen en moeten. Daaima kunnen wie zien, welke hulpdiensten de school in de taak van het gezin kan verrichten.

Wat ziju de oorzaken voiOir de vei'zwakking van het gezin? Reeds voor jaren heeft Dir Kuyper ons daarvoor verschillende redenen opgegeven: „de publieke verzamelplaats krijgt meer beteekenis (schouwburg, sociëteit, leeszaal, herbeirg; , enz.); de prostitutie doet langer hoe meer afbreuk aan de heiligheid van het huwelijk; de kostscholen nemen toe; de kleinen verhuizen van de woonkamer naar de kinderkamer; de school legt te veel beslag op de kinderen; de onderdanighead, de eerbied en het ontzag voor vader ©n moieder verminderen, duchtig; de knapen, die wat geld verdienen, worden onafhankelijker; de dienstboden worden verander-Iqk en wisselziek; al bovengenoemde ooa'zaken worden te weinig ernstig beschouwd."

Zouden we .niet moeten erkennen, dat, wat hier gezegd wel'd, in den oorlog nog heel wat verscherpt is?

En naast dat verzwakte gezin staat nu de versterkte school. Uit haar aard is zij' onderwijeinlichting. Welnu, omdat de intellectueele vorming langer hoe meei' geaccentueerd Wordt en het leven in dit opzicht ook meer van onze kitideren vraagt dan van ons, wordt de plaats der school al breeder. Was de school nU een instituut, dat enkel haar steun vond in het gezin, dan zou er weinig gevaar voor een wanveïhouding ontstaan, maar de macht van den Staat heeft de school sterk gemaakt tegenover het gezin, en heel wat _ versch^\iselen beginnen zich te vertoonen én bij' de onderwijzers én bij de leden van het schooltoezicht, waardoor het duidelijk wordt, dat de school haar dienende plaats wel eens zou kunnen verlaten, om een heeïschende plaats in te nemen.

"Allerminst wordt hieïmee bedoeld, dat de school slechts een verlengstuk van bet huisgezin is; dat de ouders het maar zouden mogen zeggen, hoe ze het in de school willen hebben; dat de onder'wq'zer het knechtje zou z^h van de ouders; integendeel, de school heeft een eigen plaats in de samenleving, de onderwijzer moet een 'zeU5tan; li^ mensch zijn. Maar dat doet niets af van de roeping der school, om het gezin bij te staan in de opvoeding de'r kinderen en wel voornamelqlk in dat deel, dat meer het bijizonder onderwijs heet. Vandaar dat de school in voortdurend, levend contact moet staan met het gezin, waaruit heel onze samenleving is opgebouwd. Ook wordt het ons duidelijk, hoe doodelijk de greep kan worden, wanneer van bovenaf het onderwijs wordt geregeld, zonder dat er voldoende gerekend wiördt inet de behoeften, die het gezin heeft.

Gewaakt moet er dan worden, dat het gezin niet in de verdrukking komt. Eji daarToor nu, meen ik, is er in onzen tijd meer dan één 'reden.

Daarom willen we de verhouding van gezin en school met elkaar nagaan. Zwak klinkt in onzen tijd het protest van den vader: 'fc Wou het op school wel wat anders hebben, 't is toch mijn kind!" En gevaar bestaat er, dat heel driest en heel luid' in allerlei toonaard wordt herhaald, wat ik opving uit den mond van iemand, d: e meendei het gezag in de school te moeten hoogjhiouden: „Jou vader, die heeft hier niets te zeggen!" En van een ander: „Wat goet ik om j& moeder. Laat die ma, ^r pannefcoeken gaan bakken!"

Dit is een fragmient uil een artikel van het „Correspondentieblad, orgaan van de Vereenigiag van Christelijke Onderwijzers en Onderwijzeressen in Nederland en de Overzeesclhe Biezittingen", dat nu tot een weekblad is geworden en waarvan het eerste nummer nieit minder dan twintig bladzijden telt. Het ziet & welverzorgd en v-eelboloivend uit.

Preeklezen.

In hetzelfde orgaan stond van denzeliden schrijver een artikel dver iiet preeklezen.

In de „Kerkelijke Adviezen" van Prof. Dlr F. L. Rutgers, hoogleeraaï' in het Kerkrecht, lezen we op blz. , 197/8:

Wanneer in de samenkomsl: der gemeente, bij, ontstentenis van ©en Dienaar des Woords, eene predikatie wordt yoo'rgelezen, dan behoott dit preeklezen op zichzelf nog niet tot den dienst of hef ambt van ouderling; 't geen ook algemeen erkend wordt, doordat het nergens aan alle ouderling^! hij ' toerbeurt wordt opgedragen; gelijk toch zou moeten geschieden, indien het inderdaad tot hun ambt behoorde. ;

Daartoe zou het zeker ook niet kunnen gebracht worden, omdat lang niet ieder ouderling de gave heeft, in bet openbaar een preek goed vooir te lezen. Dit is waarlijk geen gemakkehjk-werk; ik ken zelfs wel predikanten, die hunne eigen preeken goed kunnen voordragen en uitsplreken, en die toch de gave niet hebben, om een gedrukte preek in het midden deir gemeente goed voor te lezen, zooals soms blijkt, wanneer zij' in een groote veirgade'ring een gedrukt rapport, o£ iets dergelijks moeten voorlezen.

Daarom is bij.'de keuze van een preek-lezer altijd dé hoofdzaak, dat de kerkeraad uitzie naar ipersonen, die een© preek zóó weten voor te lezen, dat de geineente het goed kan verstaan en volgen, en dat zij door den toon van het voorlezen den inhoud des te beter begrijpt, zoodat zij eir inderdaad de meeste stichting van heeft. En daarbij is tlaj; van minder beteekenis, of di-e pireek-lezer tevens ouderling is, dan Wel ©en gewoon gemeentslid. In den regel.zal 'Wel de keuze vallen op sen ouderling, wanneer onder de ouderlingen iemand is, die de genoemde gave beeft. Maar de kerkeraad is daar toch niet toe verbonden. Als hij. oordeelt, dat er een bereidwillig gemeentelid is, wiens voorlezen het meest da stichting zal bevorderen, dan kieze hij zulk een gemeentelid. Eien keïkehjken „dienst" of „ambt" krijgt zulk een gemeentelid daardoor dan echter niet; evenmin als ©en organist o£ voorzanger zulks heeft.

Natuurlijk moet dan toch altijid de kerkeJ-'aad de geheele godsidienstoefening leiden, de te'* lezen preeken, met ad-vies van predikant of consulent, uitkiezen en aanwijzen en aan den pjreek-lezer zijn instructies geven.

Tot zoover Prof. Rutgers.

Het zou onget'wijïeld - roor meer dan één kerk een zegen zijh, als onder den invloed van de hier ontwikkelde - gedachten, bet lezen van .•sen preek werd opgedragen aan ©en niet-ouderling., , ,

Men vindt dat soms een vernedering voor de ouderlingen. Ik ontken dit. Maar al was het zoo, , dan blijft daar nog altijd staan het krachtwoord voor de krachtmenschen: die zich vernedert, zal verhoogd worden. Vernedering; , di© doior een ander opgelegd wordt, daar kan men op tegen hebben, , maar als iemand zichzelf vrg!willig vernedert, , i^, dat een krachtsdaad waarvoor men eerbied hebben; kan. Het is in sommige gevallen ook ©en voor-; komen van vernedering door anderen: menige ouderling, die met geen mogel^kheid goed vooirlezeU' kkn en het toch al maar wil, zou zichzelf een meder. lijdenden glimlach en de gemteente onnoodige érger, , nis besparen, als hij ©en ander liet „lezen".

Trouwens, van vernedering is geen spirake. Bij het lezen van een pWeék (heel Wat vennoeiendeir dan 't lezen van enkel© verzen) komt niet iemands geestelijke ontwikkeling alleireerst in aanmerking, want niet zijln hersenen, maalr die van den schrijver der preek produceerden 't werk. Lezen, vooral pii^ek-lezen, is allereerst een kwtestie van stemge-lüid, van klank-volheid en klankzuivel'heid, van stembuiging, intonatie, van inzicht in de beteekenis der leesteefcens enzoovoort. Men kan als ouderling bekwaam zijh anderen t© leeren, maar niet een stem hebben die • doondringt of niet kunnen voorlezen zóó, dat het andéren boeit. Diat is heelamaal geen schande. En in-vele vacante (ook 'wtel niet-vacante) kerken, - wlaar 't vaak „lezen" is, zou 't héérlijk zijn en voor menigen hooirder een verlossing, als een ouderling, di'e> hoe best hij overigens is, niet lezen kan, pfaats maakte voor ©en broeder der gemeente, die door stem en^ door Voordracht de menschen bereikt niet alleen naai' het oor „des licbaams'^iima^r^ipk haar het oor der ziel.' ^*pSSs'? > u3è'_'

Maar het ambt dan? ' Och, 'ptieéklèzen besft me't het ambt niets te maken, zooals Prof. R. bewijst. De kerkeraad organiseert de sarnenkom'st der geloovigen, waarin men onderlinge stichting zo'ekt. Dat is zijn ambtelijk werk. Overigens is er in een leesdienst geen ambtelijke bediening des Woords. Anders zou men nooit een candidaat in de theologie kunnen plaatsen op den preekstoel, 'wlant die heeft ook-geen ambt. En 't voorgaan in gebed dan? Moet dat geen ouderling doen? Ik vraag alweer: zegt laea een candidaat (geen ambtsdrager) dat hij niet bidden mag? Publiek bidden in de kerk is ook een kwestie van stem ©n van manier •van zeggen; daar is nu eenmaal niets aan te doen. Het komt daarbij niet alleen op geestelijk inzicht aan.

Een samenkomst der gemeente tot leesdienst is nu eenmaal een hulpmiddel." Maar men bedenke, dat de gemeente van Christus daarbij het ïecht heeft op het beste, dat men vinden kan. Voor den geestelijken kant der zaak bepale dan de ke-rkeraad (niet één mensch alleen! dat mag niet, omdat de kerkeraad de samenkomist crganiseeit) welke pïieeken men zal lezen. En heeft men zoo voor het geestelijk element in den leesdienst zijn best gedaan, dan zoeke men ook 'voor den uitwon digen kant der zaalv (het lezen ea voordragen) die krachten in de gemeente die het best kunnen lezen, door de beste uitspraak, de zuiverste klemtoonl'egging en de helderste stem. Ouderlingen moeten hoog genoeg staan, om de gemeente dat te gunnen, wat haar stichting het meest bevorderlijk is en Gods Woolrd het meest eert.

Werd dit advies van prof. Rutgers allerwegei gevolgd, het zou in vele platbelandskerken een opleving geven. -

Hoeveel gemeenten zijn niet ziendero'Ogen door hel gebrekkige pnee'klezen veracihterd?

Hoeveel jonge mtenscihten zijn er (ik verontschuldig hen niet, maar verklaar alleen) door uit de kerk gejaagd?

Inderdaad, de Heere wil, idat wij het beste middel gebruiken.

Ook hier vindt voortgezette reform'atie een werk.

Pastorale vakorganisatie.

Tegen alle reformatorische 'gedachte in gaat de idee van een Vakbond voor Predikanten, gelijk die vo'or een p'aar.jaar werd opgericht en wafirbij hoofdzakelijk Hervormde predikanten zich aansluiten.

Deze Bond ijvert voornaimelijk voor d^ll^ëMkantstracitementen en oefent groeten invloed.

Totnogtoe scheen alles van ee^n leien dakje lO'Open. te

Maar nu komen er, evenals bij haven--en transportarbeiders en andere vaklieden, onderkruipc'rs.

Natuurlijk moet de Bond nu ook verder gaan.

Hij heeft a gezegd, len mioet nu ook b zeggen.

Er m_.oeten-maatregelen 'tegen-zulk onderkruip'en getroffen.

Het eerste geval is op deze' ïilajiier behandeld.

Ds' Steenbeek, de bewuste onderkruiper, kreeg een brief, dat zijn collega's uit dein ring niet bij zijn intrede tegenwoordig zullen zijn.

Gelukkig wordt hij nog niet gepO'st. en belet om b.v. naar de kerk te gaan om zijn intrede lië doen of huisbezoek af te leggen. ^ P | ^

Voorloopig behoeft hij geëïi "poïitie-hulp in te roepen.

„De Waarheidsvriend" zegt van dit geval:

Een nieuwe tijd brengt nieuwe dingen, waarvan vele dingen slecüter zijn dan de oude. Dat dachten we, toen we het volgend bericht in dè „i^. R. CoUr." lazen:

Een protest.

De Ned. Hervormde ring Bergum (classis Leeuwarden) heeft besloten de volgende motie te gen-. den aan Ds B. G. C. Steenbeek te Waddinxveen, die Zondag 15 Jan'uari. 1922 te Suawoude—Tietjörk als predikant izijn intrede zal doen:

„De ring Bergum, overwegende, dat volgens be.shiil van de rinigvengadering van 12 September 1921 • aan U verzocht is 'geworden het bero-ep naar SiiawoU'de—lietjerk niet aan te nemen, tenzij de Gemeente schriftelijk beloofd had .zich te zullen onderwerpen aan het Reglement op de predikantstraotomenten;

„overwegende, dat het beroep door U is aangenomen, .zonder dat de Gemeente een dergelijke ~ verklaring heeft gegeven;

„overwegende dat U daardoor getoond hebt meer voor eigenbelang dan voor dat van de Kerk en den predikantenstand te gevoeleii;

„meent daarom metterdaad tegen Uw handeling , ; , _ te moeten protesteeren door bij Uw intrede af-.£'-ï.' wezig te blijven.

Ds. Steenbeek iiSSöiS gieboycot do'or den ring; hij is in den ban "gedaan" net als iii de wereld van - ^ de Vakbeweging door de organisatie. besloten wordtr& , ¥* te posten, te pesten, bij het werk te hinderen, - - desnoods dood te slaan, wanneer er z, ijn, die niet willen meestaken en die niet willen mee-ageeren tegenover getroffen maatregelen of vastgesteld loon.

Waar gaan we toch heen?

Moeten we nU heelemaal den weg van de „Vakvereeniging" op met oiiizen predikantenstand?

Moeten we nu heelemaal dansen naar de pijpeU; ..; ^, van den Bond van . Predikanten, die al lang in deze richting stuurt, dat als een gemeente niet precies, wil' als een .zekere strooming onder de domino's, die gemeente , z-al worden uitgesloten en. •"'•, : 'ï een beroep , naar, ; aoo'n gemeente zal worden ge, - ; : ', negeerd?

Hoe moest''Di-Israël het ontgelden, toen hiJ..; ; : Vr, < een beroep naar Finsterwolde dorst aannemen, ter; , : S{#., \^'ijl toch de secretaris van den Bond van Pre--". dikanten. Ds Boer, besloten had, dat die gemeente herderloos , zou blijven.

En nu diazelfde zotte potsemnakerij van den.

ring Bergum tegenover collega Steenbeek, die van Waddinxveen naax Suawoude is gegaan.

Wij hopen, dat Ds Steenbeek kloek en waardigeen protest tegenover dat protest zal stellen en den ring Bergüm , zal .antwoorden, dat hij zélf zal uitmaten, of hij een beroep aal aannemen of niet en dat hij volstrekt niet van plan - is om op bootwerkersmanier aich te laten behandelen en voor bedreigingen van boycot allerminst van plan is uit den weg te gaan.

En we willen deze gelegenheid nog eens waarnemen, om in bescheidenheid te waarsch'aweii voor • dien geest, die hoe langs hoe meer ttit den Rond van Predilauiten spreekt en dien wij in onze Hervormde Kerk niet moeten hebben.

Wil men.in. die richting gaan leven, laat men dan bootwerker worden, dan kan men het tenslotte met de gespierde knuisten uitvechten. Maar onder ons, predikanten, moet een andere geest blijven heerschen.

We zijn niet gerast op deze dingen.

Vooral niet waar de Bond van Predikanten na een vrijgestelden secretaris heeft gekregen. Want een „vrijgestelde" moet toch wat te doen hebben, moet toch ijverig zijn, moet toch reclame makéa en moet toch s'acces kunnen boelten, anders is z'n baantje spoedig aan 't eind En daar zijn we nu juist niet erg .gerust op, nu het in de .predikantenwereld den weg van een „vrijgestelde" op gaat.

Dat loopt met dien „Vakbond" onder de predikanten, verkeerd.

En als we dan lezen, dat de ring Leeuwarde/. ongeveer f900 beschikbaar gesteld heeft voor „den vrijgestelde" van den Predikantenbond, dan protesteeren wij tegen den protesteerenden ring .Berguro en we betreuren, dat de ring Leeuwarden KOO machtig royaal is geweest Juist in deze zaak.

Wij, Gereformeerde dominé's, moeten ons verre houden van dien Predilcantenbond; ook den vinger moeten we niet geven, waar het hoe langs hoe rneer den materialistisohen kant uitgaat.

En. onze Gereformeerde , gemeenten moeten intusschen alles doen wat naar Gods Woord roeping en plicht is, ook in het onderhouden van de dienaren des Woords, die om Gods wil en om huns werks wil er recht op hebben, dat zij met han gezin naar behooren kunnen leven en die nr op m.oeten kunnen rekenen, dat zij stralcs, bij aiokte of oïiderdom, niet onverao^rgd worden losgelaten, dooi-de gemeenten welke zij hebben gediend.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 januari 1922

De Reformatie | 8 Pagina's

PERS-SCHOUW

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 januari 1922

De Reformatie | 8 Pagina's