GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Geestelijke behoeften en stoffelijke nooden.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Geestelijke behoeften en stoffelijke nooden.

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

IV.

Het valt, op grond van Schrift en ervaring, niet te ontkennen, dat de stoffelijke nood en de social© wantoestanden een verkeerden invloed oefenen op de vervulling der geestelijke behoöften, en het religieuse leven dikwerf belemmeren zich naar zijn aard en bestemming te ontwikkelen. Ik stipte dit even aan, toen ik zeer in 't kort stilstond bij hetgeen voor het persoonlijk en gezinsleven 'gevraagd mag worden en noodig is, en ik wil in dit verband nog op één punt wijlzen, en wel op de J)evrediging der geestelijke noo'den op den rustdag. Die Zondag is, en moet tenminste voor iedez', die de drukte en den druk van het jagend© leven kent, een feestdag .zijn. Dan toch drijft geen drijver. Dan staat de stampende machine stil. Dan kan de hand ruslen. Dan wordt het stof afgeschud, on 't feestkleed aangetrokken. Dan gaat het ge'zin van Christelijke levensovertuiging naar het huis des Heeren om het woord des levens te hooren Dan kan de ziel, voor enkele uren losgemiaakt van knellende levensbanden, vrij' ademhalen in reiner a'traosfeer. Dan viert het gezinsle'ven hoogtij', en glanst het licht van den sabbatsvrede door hei©! ons leven. Dan

Maar genoeg. Zoo is het ideaal. De weirkelijkheid is echter menigmaal anders, en de glans van den rustdag wordt zelfs door velerlei schaduw achtervolgd. Velen, en ik denk niet het minst aan tal v^an zakenmensC'hen, zijn door den overdrukken arbeid der weekdagen te moe om rustig ©n vredig Zondag te vieren, en de levensspanning is voor hen te sterk, dan dat ze zich da'araan op den eersten dag kunnen ontworstelen. Het werk hösft ben verdoofd. Zij blijven aan het stof gebonden. Zij zijn zelfs niel, in staat O'm zich 'aan het gezinsleven te wijden. Er wordt meer gerust dan geheiligd. Die prediking des Woords heeft meer dan eens geen vat O'p hen, en in de kerk nemen ze hun zorgen en zaken, hun werk en moeiten mee. Nu verdedig ik dergelijke slavernij, die de vrijheid van den menscih gevangen houdt, allerminst maar miet deze werke^ lijkheid moet gerekend worden, en in onzen socialen strijd zullen we bij het streven naar levensverheffing wel ter deg© ook op dezie stoffelijke en geestelijke misstanden letten.

Hieraan is meer toe te voegen. Het 'Koninkrijk Gods kent zijn algemeene belangen, die om behartiging roepen. Wiet alleen het kerkelijk leven, doch ook het Christelijk onderwijs vraagt de belangstelling der belijders. De politieke worsteling heeft recht op ons meeleven. De sociale actie eischt onze medewerking. Heel de strijd voor de eere van onzien Koning legt op onze krachten en onzen tijd beslag; , en och, wat zijn er betrekkelijk weinigen, diio zich geven. De meesten onttrekken zich. Hun leven is te druk. Zij 'hebben geen tijd. Hun arbeid laat het niet toe, en de stoffelij'ke en sociialie omstandigheden b.eheerschen in die mate hun tijd, dat er voor het individueel-en gemieensdhappielijk-geiestielijke weinig of geen oogenblikken overblijven.

Die 'misstanden mogen wij niet verbloiënïen. Wij zullen eerlijk deze schadelijke invloeden van het materieele, (en wij aarzelen niet zulke toestanden n o o d e n te noemen), onder de oogen zien, en ons bezinnen op de vraag wat God van ons vraagt om aan dergelijke onevenredigheid en disharmonie een eind© te maken.

Daartoe herinneren wij aan Agur's gebed. Hij smeekte om gevoed te worden met h'et brood van zijn bescheiden, d. i. zijn bestemd deel, m.a.w. hij vroeg om bewaard te worden voor socialen nood en ellende, en waarom'? niet om dat brood hoofdzakelijk of om dat brood alleen, doch opdat hij van den Heere niet zal afwijken, en Hem' zal vloeken. Agur bidt om vervulling der stoffelijke nooden tot bevrediging der geestelij'k© behoeften, en ter voorkoming van geestelijk© afdoUng, en die lijn heeft ook onze Christalijk-social© actie te volgen. Deze actie heieft miet haar strijd voO'r stoffelijke levensverheffing het geestelij'ke t© dienen, en haar ideaal mag niet liggen in do stilling van den honger en in de welvaart van dez© .aarde, maar in de ideëele levens vuil ing, die door geen materieelen nood mag gedrukt worden.

Dat geestelijke is toch het hoogstö. Het koninkrijk der hemelen staat voorop'.

Het baat ons niets al winnen wij! dé gehleteila wei'old, en lijden schade aan onae ziel. D© vervulling der geestelij'ke noO'den blijve altijd weer het eindpunt, en „nimmer", aldus .m'erkt Slotemaker de Bi'uine terecht op, „zullen wiji verzadigd zijn, al zou door sociale bemoeienis aan allen h'et brood ovoi-v], oedig zijn verzekerd, zoolang nieit Christus het brood des levens voor de harten is geworden.

Die geestelijke bevrediging nu raag en moet voor ons de prikkel zij'n om' voor de materieel© verheffing den strijd te voeren. Diöz© worsteling mag niet opgaan in de actie en het geroep om brood. A.1 'hebben wij' onze la^achten in te spannen voor sociale rechlvaardigheid; al zullen wi| proteste©ren tegen • het verkorte loon; al mogen ©n moeten wij ijveren voor betere levensomstandigheden in weUce sfeer ook, het stoffelijke is voor ons nooit h'et eindpunt, en in meer loon en bötere arbeidsvoorwaarden eindigen wij niet. Al dez© materieele belangen zijn slechts middelen, om als beelddragers Gods beter aan onze hoogere bestemming te ku'nn©n beantwoorden, en wij voeren den socialen strijd om geestelijk vrijer te kunnen ademhjalen. In dat licht ontvangt het sociale streven heerlijker karakter. Wanneer dat ideaal om door de afwenteling

van den stoffelijken druk, aan h!et geestelijk leVen zijn belemmering ie ontnemlen, d© inzet wordt, zal de gansclie sociale beweging door dezi© do> ©lstelling geadeld worden.

Dan ijveren we voor geestelijke vrijb'eid, ©n yijn we in den vollen zin Christelijk-sooiaal.

„Effatha" in nood.

Hoewel de vereeniging „Effathia", tot bevordering van Christelijke opvoeding en onderwijs van doofstomme kinderen en jongelieden nieit direcit op het terrein van dezie rubriek ligt, heb ik loch geen vrijmoedigheid baar noodkreet in dez'ö kolommen een plaats te weigeTOn. Want deze vereeniging verkeert in perikel. Er moet geholpen worden. Laat haax verslag slecibts spreken.

„Toen de salaliswet 1920 in werking trad, zoo zegt het, sc'been ef ook voor , , E[fattia" eene verademing te zullen komen, want da Ministeir van Onderwijs beloofde ook het Buitengewoon Onderwijs, waaronder het doofsfcommon-ond& rwijs behoort, te zullen ïiegelen.

Z. Exc. kon ecMeiT tot hiierfoö zijn voornemen niet ten uitvoeï brengen, vanwege de bezwaren door zijn Ambtgenoot, den Minister van Financiën ingebracht.

Intusschen wlas ihlet Bestuul? verplicht de sala-Wssen van het onderwijzend personeel overaenkomstig de nieuwe wet uit te, betalen, teneinde het peisoneel te behouden.

Hierdoor werd over 1921 f26238.67 uitgekeerd, terwijl het Rijk aan Subsidie slechts f15750 uitbetaalt.

Omdat de Minister dus zijn woord niet gestand kan doen, moet de Vereeniging over 1921 f 10488.67 bijpassen,

Wel wowdt dit velschil door oontributiea gedekt, doch behalve de salarissen is er nog zooveel te betalen, denkt slechts aan rente en aflossing, aan de kosten van onderhoud van gebouwen enz. en dat van een gezin van 70 personen (62 kinderen en 8 volwassenen). Ieder gezin klaagt nu: „er niet te kunnen komen" en zou ©en groot gazin als het onze dan alléén stof tot roiemen hebben? Dat kan immers niet?

Het tekort over 1921 bedraagt f 11442.96."

Wel is er door correspondenten fen vrienden %'eieil gedaan, maar de nood roept om m'eer stenn. De penningmeester richt zijn oog op onze onderwijzers en zegt:

„Ik wilde wel dat alle Chr. Onderwijzers mij nu konden hooren. Ik zoiu hfen opwekken, waar zij nu uit den dnuk !(zijn, ook „Effathfi" te willen helpen, want óók in „Eiffathla" wo'rdt het zaad, der Kerk opgevoed en onderwezen. Indien zij zelf lid worden voot ten minste één gulden per jaar en anderen vragien dit ook te willen doen en op elke plaats ©en Corresp. voor mij te zoeken, dan geloorf 'ik, dat iWij spoeidig onze schade zullen hebben ingehaald. Dit is noodig, want ik voorzie, dat in de naaste toekomst de Regeering „Effatha" niet zal kunnen helpen." ^

Doch niet alleen hen roepit hij op, maar alle Christenen, die dezen arbeid llefluebbfen en pleit dan;

Moet nu onze moeizame airbeid, tot hiertoe voor vele doofstomme kindeiren ten rijken zegen geweest, ophouden ?

Moet liet weirk van BiaTmhiartigheid, in den naam des Heeren ondernomen, worden neergelegd?

Dat zal igeschieden, tenzij gij allen ons krac]> tig helpt.

Laat een ieder, die dit hoort of straks leest, zich opmaken om zijn schouder onder dit werk te zetten.

Laten wij schouder aan schlouder staan en bidden tot Hem, wii'ens hot „goud on zilver en het vee op duizend bergen is, die óók machtig is,

„Effatha" uit dezen nood te redden."

Van harte hoop ik, dat deze noodkreet weerklank zal vinden in vele harten, en tot offervaardigheid ons volk bewege.

K. D.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 maart 1922

De Reformatie | 6 Pagina's

Geestelijke behoeften en stoffelijke nooden.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 maart 1922

De Reformatie | 6 Pagina's