GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Ook lets over „het huisbezoek”.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ook lets over „het huisbezoek”.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Naast het doel en karakter van het huislie/oek, werd in een vorig artikel gewezen op de , ', S'jcialfi reeping" en ooK hoe het huistjezoek eischt; zielkunde.

II.

Met een enkel woord werd er op gewezen, hoe er leden zijn, die met het bezoek maar half tevreden zijn. Er zijn anderen, die u heel duidelijk doen gevoelen, dat Uw bezoek minder aangenaam is.

Dat zijn dezulken, die in den regel op alles aanmerking hebben. De dienst des Woords duurt te lang. Dien predikant kunnen zij niet hooren om .zijn krassende stem; een ander om zijn diep keelgeluid; een derde is hen te bewegelijk; een vierde haalt niet uit den tekst wat er inzit; een vijfde praat er wat omheen, is erg oppervlakkig, een zesde Doch waartoe voortgegaan? Opzieners kennen alle deze klachten, die doorgaans ook bij eenzelfde soort menschen voorkomen, als in een vorig nommer geteekend. Wonen zij in een gemeente met één of twee predikanten, die reeds een aantal jaren in dezelfde gemeente staan, dan heet het: och, hij is altijd onvoorbereid als hij op stoel staat; dominee bemoeit zich mot alles, behalve met z'n preek. Of: hij maakt geen studie van een preek. Hij praat te gemakkelijk; zoo had ik het ook wel gekund; het is alles gesneden koek. En als , ze dan het eens heel mooi willen zeggen dan hoort ge: er was geen worstelen met de taal.

Deze menschen hebben Idachten te over. Als ge hen vraagt waarom zij de avondgodsdienstoefening verzui-^ men, dan is het: ach, die catechismus heb ik al zoo. vaali gehoord; 't is alle jaren hetzelfde; nooit eens; nieuwe frissche beelden, 't Is de schuld van dominee' zelf, dat ik 's avonds niet kom.

Vraag hen dan eens, wanneer zij voor de een of andere vereenigjng eens een inleiding hebben moeten maken, of hen dat geanakkelijk viei; ottSrobeer h^n eens er toe te bewegen voor u een opstel' te maken over een door U of desnoods door hen zelf te Idezen onderwerp. Ge z'ult een gezicht zien vol van verontwaardiging of — beschaming.

Wat z: ulke betv? eters jgeantwoord? Als het 'n eerste bezoek is, hoor hen geduldig aan, vraag dan of ze het den predikant zelf al eens gezegd hebben, en in overeenstemming met Matth. 18 hem gewezen hebben op .... fouten, die pj meenden ontdekt te hebben.

Dat helpt vaak ontnuchterend, zoo ook de vraag of Zondaig 43 door hen goed begrepen wordt.

Er zijn ook leden, die u zeggen, 'dat zij heel blij zijn, dat die of die br.-ouderling hen niet bezoekt, of een ander. Van dezen weten zij dit, van genen iets anders; een derde de'uigt niet in zijn maatschappelijk leven. Zij vertellen u, dat hij een beul is voor zijn ondergeschikten; een loonbeknibbelaar enz. Ook hier liebt ge het

Woord des Heereii tot u\ jj^ip^ ea gie vraa, gt hen: aar de getuigen, want da\ uV Bijbel u leert geen besclïoldiging aan te nemen ttm onder getuigen. Tien tegen één, dat , zij u vreemd afsazien, doch houdt gij nü wet bij stuk, en eisch in dex broederlijken toon: ewijzen. Als , ze daarmee niet koontn, zoif laat niet af, maar_ houdt vast aan 1 Tim. 5:19 en mg aiet hen mee te willen gaan, om de beschuldiging te - ouaoi.^udsen. Ach, er worden .zooveel onbewezen - iieschuldigingta geuit, of zoo een opziener zich eens een oogenblik vergeet, .zijn drift den teugel viert, dan mag hij er in de jainnenkamer i'ouw over bedrijven, maar het gemeentelid .zegt: ondags met e, oti uitgestreken gezicht in de Kerk, dan de vroomheid in eigen persoon, doch in .zijn, werk — neen, ik moet, ik wil er niets van hebben!

Naast deziulken ontmoet ge ook personen, die u heel vriendelijk ontvangen, en op uw vraag of , ze geregeld den dienst des Woords bijwonen ten antwoord geven: neen, want ik vind bij dominee gus of zoo .geen voedsel v.oor mijn ziel.

Ai mij! D'an is het voor de opzieners een heet hangijzer om, zónder zoo'n kruidje-roerjue-niet dadelijk af te stoeten, het goed humeur te bewaren en het gesprek voort te '.zetten. Dit laatste moet toch gebeuren. Zij weten nü wie , ze voor zich hebben en dus moet het woord er op gericht .zijn dezulken te bewegen een blik te slaan in eigen hart, en voor de vraag te plaatsen: wie .zijn we zelf.

Zijn dit ook eigengenoegzame, laatdunkende .nien-.schen, of hol klinkende vaten, waarin geen waarachtig leven schuilt? Is hun klacht waar, of komt zij voort 'uit oppervlakkigheid, of is hier een „kapotte hart"? Dat woord is immers duidelijker, dan het meer teedere bijbelsche, maar bij onze jongeren in onbruik komende „verbrijzelde hart? " Is hier kemiis aan eigen onwaardigheid, of spreekt hier menschelijke onlust? Let op hun woorden, laat uw oog rond gaan, bespied hun houding en die van vronw en Idnderen, als — de laatsten er bij .zijn. Is dit het geval, dan z: ult ge dra merken een stil genieten der kinderen, dat vader het zoo netjes „die menschen" eens zegt! Dan verkeereS' de ouderlingen in een allerminst benijdenswaardige positie, want dan spreekt duidelijk uit woord en houding, dat hier het ambt, noch van den predikant, noch der opzieners in eere is. Evenwel moet ook hier het woord iZionder alsem .zijn, en ook — het tweesnijdend zwaard ; gelijk. De eer van den Dienaar des Woords, de hoogheid van het ambt wordt aangerand; de roeping .Gods vengeten; en het opkomend geslacht een slecht voorbeeld gegeven.

Hoe kan nu een op.ziener, zonder persoonlijk te worden, .zonder zichzelf op den voorgrond te plaatsen, toch het ambt toog houden en de leden tot luisteren dwingen ?

Is dat geen .ziellcundig probleem? Komt hier geen imenschenkennis te pas? iMoet nü miet zoo'n lid giehandeld worden — gelijk een inzender vroeg — over de geloofsbelijdenis, de Cianones van _ Dordt, de vijf artikelen tegen de Remonstranten? Of 'mtaet een Gereformeerd ouderling nu zijn wapentuig halen uit het arsenaal van Gods fvVoord? H'eisft voor hem; het woord van Paulüs aan Timotheüs nu niet een bijzondere waardij? Is hier gleen verachting van het ambt, of is hier sprake van iemand, die zichzelf rijk maakt en niet met al heeft? Moet hier gehandeld worden naar wat 'Paulus aan die van Cörinthe schreef: Zoo iemand onder u denkt, dat hiji wijs is in deze wereld, die worde dwaas, 'opdat hij wijs moge w'orden? —

Ook hier geeft het Woord des Heeren ons leiding.

Vraag deziulken eens of zij Paulus woord in toepassing hebben gebracht: „Laat ons op elkander acht nemen tot opscherping der liefde en der goede werken", en of zij naar luid van het reeds aang; ehaalde in Matth. 18 den br.-ouderling hebben gewe.z.en op zijn verkeerde handelingen; of .zij er een onderzoek naar hebben ingesteld, dau wel, dat .zij achter zijn rug en in strijd met wat het negende gebod ons leert, hebben gehandeld.

Gij zult verbaasd, menigmaal staan van de uitwerking, en terwijl gij: of üw broeder spreekt, bid dat God het woord mag doen zijn tot verootmoediging. Wel zult ge eerst .zien — vooral als er kinderen bij zijn —, dat vader tegenstribbelt, doch de opziener houdt vast.

Wijs op wat de Romeiner brief ons leert, dat O'Ok hij heeft na te jagen hetgeen tot den vrede en hetgeen tot stichting onder elkander dient, en wijS dan op het verkeerde in de redeneerinjg^ op het gebrek aan liefde, het harde in het oordeel, en spreek dan ook tot de kinderen, informeer bij hen, naar het catechetisch onderwijs en hun houding tegenover den leeraar.

Daar vindt ge een arbeidsveld, dat vol steenen, voetangels en klemmen ligt. Maar gij hebt een uitnemenden gids, een wet, die als tuchtmeester uitdrijft tö('V Christus. 'Wijs dan in allen ernst, m.aar in .zachtmoedige' woorden, < op de straffen Gods, die-Hij deed komen over Israël wanneer het Zijn profeten verwierp; de kinderen op de jongens die den profeet Eliza scholden, leg den nadruk op het a.mbt yan den Dienaar des Woords, en laat uw gebed in allen eenvoud .zijn vóór dien Dienaar, voor heel Gods Kerk en niet het minst voor de kinderen .zelf, opdat in dat kinderhart mag worden 'uitgeroeid en gebannen, de gedachte dat „de Dominee nuts" en de ouderling nog rhinder dan niks is.

Doch bovenal zoigt gij: dat men van u getuigen moet, dat gij zijt een dader des Woords.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 augustus 1922

De Reformatie | 4 Pagina's

Ook lets over „het huisbezoek”.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 augustus 1922

De Reformatie | 4 Pagina's