GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

En gij, mijn ziel!

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

En gij, mijn ziel!

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Looft den Heere, al Zijn werken! aan alle plaatsen Zijner heerschappij. Loof den Heere, mijn ziel. 'Psalm 103:22.

Hoe dikwijls gebeurt het, mijn ziel, dat wij met elkander spreken ?

Hoe dikwijls hoort gij van mij het „en gij, mijn ziel"?

Geschiedt het niet aJ te zelden? Doe ik vaak niet, alsof gij een vreemde voor mij zijt?

O, ik weet het, het ga; at zooveel gemakkelijker zich tot een ander te richten dan tot u.

Die , ander kan ik mij voorstellen, maar u niet. Dit vormt voor mij het groote beletsel, dat gij ik zijt.

Om u toe te spreken, moet ik' doen alsof gij een ander waart en toch niet vergeten, dat .gij en ik één zijn.

Ik moet mij voor den spiegel 'der. wa; arheid plaatsen en mijzelf in het beeld, dat gij te aanschouwen geeft, begroeten.

En toch moogt gij geen dood spiegelbeeld, gij moet een levend zielebeeld zijn.

Want gij moet mij antwoorden, als ik u wat vraag. "' '• \ \ '

Gij moet mij tot spreken opwekken, als ik tot zwijgzaiamhieid verval.

Gij moet naar mij luisteren en ik naar u.

Gij moet vertellen, wa, t er in u omgaat.

Gij moet openbaren de geheimen, welke-gij in u bergt.

Opdat ik zóó mijzelf moge kennen.

Want tot nauwe zelfkennis kóm ik niet dan door teederen omgang met u.

Geleek ïk In den omgang met u eenigszins op de. iheilige dichters.

Hoe wisten ze hun ziel te vinden.

Hoe onderzocliten ze dringend: wat buigt u neder, mijn ziel, en wat zijt gij onrustig in mij ?

Hoe riepen zij haax juichend toe: hoop op God, want ik zal Hem nog loven!

Hoe vermaanden zij haar soms: doch gij, mijn ziel, zwijg Gode.

Of wekten haar op: loof den Heere, mijn ziel.

Ware ik slechts half zoo vrij tegenover u als zij.

Of geleek ik maar op die innige vromen, die met hun ziel omgingen als met hun vertrouwde vriendin!

Of had ik maar iets van dien rijken dwajas, van wien Jezus verh'aalt, dat hij zich haastte om zijn ziel toe te voegen: ziel! gij hebt vele goederen! Van hem kon ik nog leeren.

Hij wist zijn ziel te vinden.

Ik weet niet altijd u, mijn ziel, te bereiken.

Tot u te spreken, mijn ziel, mag niet onder voorwendsel van Oosterscibe beeldspraak te zijn, afgelaten.

Het mag ook niet als iets ziekelijks worden uitgekreten.

Of wordt in ons Westen, in werkelijkheidstaial, de geschokte van gestel niet als heilmiddel aanbevolen tot zichzelf te spreken?

Wordt den moedelooze niet den raad gegeven zich steeds weer door redeneering met zichzelf moed in te gieten?

Wordt hem, die zich machteloos voelt, niet aanigeprezen bet steeds bij zichzelf te herhalen: gij hebt er de kracht toe?

Wordt daardoor niet erkend, dat van het zich onderhouden met zichzelf een wondere levensvernieuwing uitgaat?

En zou dit alleen het lidhaam ten goede komen?

Mag dit niet overgebracht op den geest?

Gewis, bij die autosuggestie houdt men zich niet zelden leugenen voor.

En ons, nietwaar, mijn ziel, is h'et om waarheid te doen.

Wij moeten met elkander voeren de reine spraak der oprechtheid.

Dat zal mij de geestelijke gezondheid verhoogen.

Dat zal mij hemelsche lief lijkheden doen genieten.

Dat zal ons brengen tot het ware mediteeren.

En die meditatie zaJ ons leiden tot contenaplatie.'

De overpeinzing zal ons opheffen tot aansclhouwing.

Tot geloofsaanschouwing niet het meest van elkander. Want gij, mijn ziel, hoe kostelijk' ook, zijt het kostelijkste niet.

Maar tot geloófsaianscihouwing van onzen genadigen Vader.

Tot geloofsaanschouwing van uw en van mijn Bruidegom.

HEPP.

Verbetering. In het nummer van verleden week bleven enkele fouten.

Kolom 1, regel 17 v.oi. staat: Het eigenlijke leven, dat vervangt hij. Lees: verlangt hij.

Kolom 2, regel 15 v.b. staat: in den berg; lees: o p den berg.

Kolom 2, regel 21 v.o. staat: die zich sterkte naar Kolom 2, regel 21 v.o. staat: die hel licht. Lees: die zich strekte.

K. S.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 5 oktober 1923

De Reformatie | 8 Pagina's

En gij, mijn ziel!

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 5 oktober 1923

De Reformatie | 8 Pagina's