GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Zielevonnst.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Zielevonnst.

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

En tot zichzelf gekcanen zündo, zeide hij: ioeveel huuilingen müns vaders hebben overvloed van brood en ik verga van honger! Ik zal opstaan en tot myn vader gaan en ik zal tot hem zeggen: ader! ik heb gezondigd tegen den Hemel en voor u en ik ben niet meer waardig uw zoon genaamd te worden; maak my als een van uw huurlingen. Lukas 15:17—19.

Is het ons niet gegaan als den verloren zoon, mijn ziel ?

Hierin wordt immers het beslissende oogenblik zijns levens geteekend: en tot zichzelfgeKom e n zijnde.

Van te voren was hij van zichzelf af.

Of om het onder andere woorden te brengen: hij was van zijn ziel af.

Zij leefden gescheiden.

Zij besdiouwden elkander als vreemdelingen.

En was het met ons beter gesteld?

Wat gaf ik eigenlijk om u? Wat bekommerde ik mij om uw heil?

Wat deerde het mij, dat gij, mijn onsterfelijke, de eeuwigheid tegengingt?

En gij, stondl; gq anders tegenover mij ?

Was er in u een verlangen naar mij ?

Och neen, gij gaaft mij in onverschilligheid niets toe.

Wij wisten van elkanders bestaan nauwelijks af.

Wij wilden van elkander niets weten.

Wij lagen door de zonde gedeeld.

Van beide zijden werkte in ons de vaneenschearende haat.

Maar toen gebeurde het.

Het uur, de dag, het jaar, de periode der minne brak aan.

Hoe gij tot mij gevoerd zijt, kan ik niet verklaren.

Hij, Wiens naam Ontfermer is, gaf het mij als in den slaap.

Maar het was mij, alsof ik iets miste, waar ik niet buiten k-on.

Het was mij, alsof de. vraag in mij branddei: wat baat het een mensch, of hij de geheele wereld gewint en schade lijdt voor mijn ziel.

Mijn ziel?

Waar was zij ?

Gij stondt voor mij.

God bracht u als met Zijn eigen hand tot mij.

En ik zeide: deze is ditmaal' geest van mijn geest, deze maakt deel uit van mijn persoonlijkheid, deze ben ik.

Toen w, as ik tot mijzelf gekomen.

Wat gescheiden was, werd vereenigd.

Wat gedeeld w.as, werd getueeld.

Ik zag het in: nu pas was i'k een heel mensch.

Neen, ik beschouwde u niet als mijn beter ik, waarover tegenwoordig de mensohen zooveel praten.

Gij waart vooi mij niet de edele kern, waaromheen ik de wegwerpelijk'e bolster vormde.

Gij waa, rt voor mij mijn zondige ziel en anders niet.

Maar daarom werd ik om u benauwd.

Ik vond mijn toestand terug in dien van den psalmist, toen hij klaagde, dat alle hoop hem gansch ontviel, daar niemand zorgde voor zijn ziel.

Ik hoorde u uw nood uitlcermen.

Ik mei'Me op uw behoefte.

En ik kon niets voor u doen.

Ik kon het ra.ntsoen voor u in eeuwigheid niet betalen.

Toen begreep ik het besluit van den verloren zoon: ik zal opstaan en tot mijn vader gaan.

Toen hebben we sa, men geschreid: we hebben gezondigd en we zijn niets, niets, niets waardig.

Och, Heere, red mijn ziel, kreunde ik.

En ik idroeg u weg als een buit.

Ik had u, gij mij gevonden.

Ik was tot mijzelf gekomen.

En ik bleef bij mijzelf. Wij bleven samen

Wij bleven samen, maar hoelang?

Tot op dit oogenblik?

Helaas!

Wij raakten na dien tijd elkander zoo vaak weer kwijt.

Gij zijt voor mij al te dikwijls weer verloren.

Ik leef soms zoo ver van u weg, mijn ziel.

Gebroken, heid is er in plaats van samenleven.

Gedeeldheid in plaats va.n eenheid.

Zou dan de vroegere toestand terugkeeren?

Zou ik dan weer den mij misgunden draf van het zwijn moeten eten?

Maar onze God is toch een God van menigvuldige verlossing!

Hij is een God van menigvuldige bekeering!

Hij, idie mij eens tot mijzelf deed komen, zal mij weder tot mijzelf brengen.

Ik zal tot Mijn Steenrots roepen: vereenig mijn hart tot de vreeze van uw Naam.

Vereenig het!

Want nu ligt het in stukken! Hier ligt mijn ziel, daar lig ik! En Hij zal hooren. Dan heb ik u weder, o mijn ziel.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 oktober 1923

De Reformatie | 8 Pagina's

Zielevonnst.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 oktober 1923

De Reformatie | 8 Pagina's