GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Sociale Vrede.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Sociale Vrede.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

I.

Het kerstfeest is weer aiangebroken.

De christenheid maak't zich op, om wederom in den geest bij Hethlehem's kribbe aanbiddend zich neer te buigen, en in de heilige gedachtenis van het wondere feit der vleeschwording de liefde Gods te roemen, die ons zulk' een Verlosser schonk. Die roem kan niet anders zijn dan de weerklank! op het engelenlied. Die hymne vertolkt het schoonst het mysterie van Bethlehem, en wij ktanen niet beter doen dan in mensch, 'elijke klanken, en opi onze gebrekkige wijze na te stamelen, wat de hemelsche heirlegers ons hebben voorgezongen. Maar in dien zang is één strofe, die sohijnbaar moeilijk past in dezen tijd. Een strofe, waarmede de wereld öf spot, óf ze nog aanhaalt als de verklanking van een vaag idealisme, dat geen grond heeft in de werkelijkheid. Een strofe, die altoos weeri tegenspraak uitlokt, want wie „vrede op aarde" zingt, schijnt zich te verliezen in een poëzie, welke met de harde realiteit niet rekent. En toch weet de christen, dat dit „vrede op aarde" geen luchtige poëzie is. Toch ziet hij in deze woorden de , prediking van een werkelijkheid, die niet slechts komen zal, maar er reeds is, en in Christus is voor hem de fontein geopend van waaxachtigeni wereldvrede, die wel in de ziel zijn aanvang neemt, maar zich uitbreidt over heel het leven, en lalle terrein met zijn zegen en licht doordringt. Pet geboren Kindeke draagt niet tevergeefs den na, am Vredevorst. Als engelen zingen, en op aarde neerdalen om te zingen, heffen zij geen ijdel lied van louter illuzie aan.

Vrede op aarde.

Die vrede moet ook sociale vrede zijn.

Op de aarde is ook' het sociale leven, en wo zouden den vrede, die in Jezus den Zahgrnafen is, dien rijken, wijden, ruimen, broeden, milden vrede, tekort doen, als wij de poorten van (dit levensterrein voor hem sloten, of zijn werking beperkten tot de intimiteit Van menscihenzielen. Hij is ook vrede in het maatsdhappelijk leven, en ik wil daarover enkele gedachten ten beste geven. Niet dat ik zal trachten p' r a o t i s c h den • weg te wijzen, die zeker tot den socialen vrede leidt, maar ik wil meer principieel bezien, wat wij onder maatschappelijke harmonie te verstaan hebben. Daartoe is eerst noodig, dat wij ons zuiver rekenschap geven, van wat eigenlijk de m a a t s c h a, p p ij is, want wij kiinnen den vrede niet-zien, als wij niet tevoren het terrein van dien vrede verkend hebben. Van de maatschappij nu geeft Dï Nederbragt in zijn bekende Proevp d«-vol-I gende omschrijving, die m.i. alleszins duidelijk is. De maatschappij, zoo schrijft hij, is de werkplaats des levens. In haar ontplooit de mensch, wiens leven in het gezin gebouwd' is en wordt, zijn productieve kracht. Op haar terrein vereenigen zich de menschen, die met hun zeer uiteenloopende krachten en gaven uit hun burchten (d.i. uit hun gezinnen) ten arbeid uittreden, om te zamen de wereld der ideeële en materiëele goederen uit te bouwen en, menschelijk'erwijs gesproken, gaandeweg te voltooien (blz. 69). En P, rof. Geesinfc drukte zich in zijn college-dictaat (Sociale Ethiek Adf. IV". Inleiding § 1, Het begrip maatschappij) aldus uit: „Maatschappij in den meest algemeenen zin is een duurzame vereeniging van meerderen, die door gemeensohappelijkfe werkzaamheid tot het nastreven van een gemeenschappelijk doel verbonden zijn. In de eenheid van doel ligt de innerlijke, de zedelijke band tusschen de leden eener maatschappij. In dezen algemeenen zin kan men ook van dé menschheid spreken als van een maatscha.ppij, wier doel is de verheerlijking van ''God, der menschten Schepper, en hun eigen tijdelijk en eeuwig geluk. Deze algemeene menschelijke samenleving verbijzondert zich echter, en zoo Icrijgt men het begrip maafschap'pij in engeren en engsten zin. In den engsten zin k'an men spreken ivan een maatschappij, wanneer menschen zich vrijwillig vereenigen tot het nastreven van een zeer eng bepaald doel, b.v. een handelsmaatschappij, een maatschappij van letterkunde enz. Zoo. ook is het gezin een maatschappij, een gemeenschap, en wel de eerste natuurlijke gemeenschap, d.w.z. die niet van 's menschen wil afhankelijk is." Met de maatschappij, die hier besproken wordt, is noch het eerste noch het laatste bedoeld. Wij kennen het begrip maatschappij nog in een anderen zin. „Wie eenzelfde land bewonen onder eenzelfde hoofd vereenigd, naar dezelfde wetten levend en gewoonlijk ook een taal sprekend, vormen een volk, en gelijk nu 'de menschheid saam haar cultuurtaak heeft, verbijzondert zich deze taak onder de verschillende volkeren, en zoo kan men spreken van een volk als van een maatschappij. En dan komen we tot dit begrip, dat een maatschappij is een volk bezien vanuit het oogpunt van de cultuurtaak. Een volk verbonden om in gemeenschap pel ij k e werkzaamheid te streven naar de bearbeiding der natuur."

Deze 'definities stemmen dus vrijwel overeen.

Het komt feitelijk op hetzelfde neer, of men zegt, dat de maiatschappij is de werkplaats des levens, of dat men haar, , omschrijft als een volkj bezien vanuit het oogpunt van de cultuurtaak!. In beide valt lalle nadruk op den arbeid, op' de vervulling van een taak, op het nakomen van de cultuurroeping, en deze begripsbepaling brengt ons terstond een belangrijke schrede verder tot het zuivere inzicht in den socialen vrede. Want indien de maatschappij dit is, vloeit hieruit onmiddellijk voort, dat zij niet één kleur vertoont, maar rijk-gevariëerd is in tinten en kleuren, en een wereld vormt vol ongelij'khieid. De werkplaats des levens is immers zulk', een breed terrein. De cultuurtaaik is zoo veelomvattend. Ik noem slechts de splitsing in ideeële en materiëele cultuur. In de ideeële cultuur is weer de verbijzondering tusschen wetenschap en kunst. Opi het gebied van de materiëele cultuur is het handels-en arbeidsleven, het bedrijf op het land en in een of ander vak. In die verschillende verbijzonderingen treft men aan zij, die leiden, en zij, die geleid worden; degenen, die voorlichten, en hen, die onderwijs ontvangen; de werkgevers en de werknemers, en zoo zou ik' kunnen doorgaan. De maatschapipij is geen werkplaats, waarin ieder denzelfden arbeid verricht, of dezelfde plaafs inneemt, en in die ongelijldheid', 'die groote varia, tie, heeft men niet te doen met een te vernietigen vrucht van een kapitalistische productiewijze, of met een gevolg van allerlei verkeerde omstandigheden, maar met het leven, met de echte levenswerk'elijkheid zelve. Een werkelijkheid, waaraan geen marxistische gelijkheid ooit een einde maakt, want als ze haar ideaal zou verwezenlijken, is het leven dood.

Dit nu beslist voor den socialen vrede.

Het wezen der maatschappij wijst dus reeds aan, dat de sociale vrede nooit of te nimmer ihierin kan bestaan, dat één groep' overheerscht, en het belang van één richting gediend wordt. Hij wordt nimmer bereikt, wanneer alleen één klasse den toon aangeeft, of in den weg van het valsche gelijkheidsideaal, alle tinten tot een kleur herleid worden. De vrede is dan alleen te verwezenlijken, wanneer in de volvoering van de cultuurtaa, k, in de lev ens werkplaats samenstemming en harmonische ontwikkeling is tusschen de onderscheidene deelen, en ieder zijn roeping vervult op de plaats, die God hem geeft. D'eze zelfde gedachte ligt oolq in het begrip vrede gesloten, waarover ik een volgende maal hoop te handelen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 december 1923

De Reformatie | 8 Pagina's

Sociale Vrede.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 december 1923

De Reformatie | 8 Pagina's