GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Ons Hooger Onderwijs.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ons Hooger Onderwijs.

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wanneer we spreken over , , Hooger Onderwijs" dan verstaan we daaronder gewoonlijk het Uni, versitaire onderwijs, zooals dat gegeven wordt aan hen, die zich een weterrschappelijken graad wenschen te verwerven. „Ons" Hooger Onderwijs - — wel, wat dat is, da, t is, zooals ieder weet, spoedig gezegd. Kampen en Amsterdam worden in den volksmond in één adem genoemd. En gelukkig kuiuien we zeggen, dat in de laatste jaren het noemen van die namen naast en na elkander niet anders beteekeril, dan een vriendschap-pelijke en vredige verbinding.

Nu spreekt het vanzelf, dat er een zeer breed terrein is, waar men niet bevreesd behoeft te zijn, dat deze twee „inrichtingen" ooit met elkaar in een soort corrcurrentie zouden geraken. Zoodra we het erf van de theologie verlaten, zijn we reeds gekomen op een gebied, waar Kampen nimmer Amsterdam zal steken naar de kroon, veeleer echter Amsterdam zal steunen en helpen.

Maar gelukkig, ook op het erf der theologie is datgene, wat \yel eens verdeelde, nu verleden geworden. Zelfs kan niemand ontkennen, dat de Theologische school evenzeer a.ls óóit 'de Vrije Universiteit, deelt in de belangstelling van héél ons gereformeerde volk. De verbouwing der school, en de wijze, waarop zij tot stand kwam, is een levend. bewijs voor de groote sympathie, die er allerwegen voor het werk der vaderen, in de Theologische School ons overgeleverd, aanwezig is.

Dit neemt nu evenwel niet weg, dat we ook op dit erf nog niet zijn, waar we moeten wezen.

In de eerste plaats niet, omdat Kampen er niet veel aan zou hebben, indien men nu zoiu zeggen: ziezoo — we hebben De School een mooi gebouw gegeven, nu hebben we onzen plicht gedaan — en we kunnen ons nu verder van de dingen wel niets aantrekken.

Dan zou het nieuwe gebonw der Theologisclie School beteekenen een PVrphus overwinning, waarvoor elke inrichting gaarne zal worden bewaard. Ons gebed en onze liefde hebben wij aan de Theologische school te geven, evengoed als voorheen, toen zij zooveel bescheidener was gehuisvest.

Dat is de eene zijde van onze roeping. Maar daar is meer.

Ongetwijfeld hebben nu, na hetgeen in Kampen werd gedaan, onze kerken ook een eereschuld jegens de Vrije Universiteit. En dat is, om gelijke liefde en gelijke offervaardigheid ook daar te toionen, waar zeker de nooden niet minder groot zijn, dan ze te Kampen waren.

Ja, dat geldt ook van' het gebouw.

Al is het volkomen waar, dat na de verbouwing van voor ongeveer twee jaar ©en belangrijke verbetering aam zaalgelegenbeid, in 'eiitree, in ruimte in het algemeen werd verkregen, toch is het nog steeds een weinig pijnlijk, wanneer we een buitenlander de „stichting van den grooten Dr Kuyper", zooals het in dat buitenland wel pleegt te heeten, binnen moeten leiden.

Maar da.t is niet het eenige.

Wellicht eerder dan aan de uitbreiding van het gebouw, denken de Directeuren der Universiteit thans aan .andere dingen, die hen veel zorgen en veel hoofdbrekens kosten. De Universiteit zelve vraagt uitbreiding; — een nieuwe faculteit is maar niet een soort wensch, die nu ja, wel eens in vervulling zou mogen gaan, maar is in den meest eigenlijken zin eisch, wijl na ©enige jaren, we kimnen wel zeggen, waar het zulk een kwestie geldt, na eenigen tijd, door de regeering zal worden gesteld.

In het stadium, waarin we thans zijn beteekent uitbreiding voor de V. U. niets anders dan normaal leven. Stil blijven staan, is thans feitelijk hetzelfde als langzamerhand sterven.

Gelukkig, dat er allerwegen opleving komt. Dat men op allerlei wijze poogt beweging te krij'gen in de schare, ook voor deze zaak. Zelfs het meest moderne, dat wil dan zeggen „modem" in den zin van „nieuwerwetsch", — zelfs het meest moderne middel: de radio zal dienst doen om voor onze Universiteit propaganda te maken.

Uit allerlei richting komt mededeeling van vernieuwde activiteit. Een gmistig teeken — en dat in een tijd van het jaar, waarin men anders de „actie" pleegt stop te zetten tot den volgenden winter. Het belooft iets voor het iiajaai!

Nu hebben onze menschen te begrijpen, dat het met die actie werkelijk ernst is. Er is misschien geen tijd geweest, in welke het zóó nooidig was, dat er werd aangepakt, dan in onzen tijd. Het is duidelijk, dat ons M. O. (en Voorber. H. O.) in den laatsten tijd een ©norm© uitbr©iding kreeg. Omstreeks deze jaren komen de eerste eind-examinandi van de nieuwe gymnasia (lycea) en H. B. S. — en, die voor een pjaar jiaar, toen 'het gemakkelijker was geworden zulk een inrichting te krijgen, zijn opgericht. En nu kan men, komende van een H. B-. S., helaas nog niet aan de Vrije terecht, tenzij men een aanvullingsexamen do-et, en een studie-richting kiest, die aanvankelijk ietwat buiten de lijn lag. Maar de exgymnasiasten kunnen alles, wat zij zouden wenschen, hffs. de „eigen" Universiteit vinden.

En in die jaren nu, in welke onze nieuwe christelijke inrichtingen beginnen te „leveren" en er dus gegronde hoop is O'P; een vermeerderd studenten-tal, is zooals duidelijk'zal zijjn, tweeërlei zoo héél noodzakelijk.

In de eerste plaats, dat aan de V. U. de jonge menschen van de gymnasia zoo goed mogelijk kunnen worden ontvangen, en dat het Hooger Onderwijs, dat zij begeeren, hun kan worden gegeven. De theologische, de juridische en 'de literairische faculteiteii moeten op volle sterkte uitgebouwd zijn en uitgebouwd blijven.

Maar ook onze H. B.. S.-ers moeten we kunnen onderbrengen in onze eigen Universiteit. De medische faculteit was tot dusver nog slechts zóó bezet, dat voor geen enkel examen zelfstandig voc'rhereiding gegeven kon worden .Om dan van een natuurwetenschappelijke faculteit nog maar niet eens te spreken.

Zal dit ooit mogelijk zij'n? 'We weten het niet. Maar wel staat vast, dat wie het ideaal verliest, zijn biezen wel kan pakken. En eveneens is wel zeker, dat toch in elk geval — welke maatregelen er in de toekomst ook genomen worden — ©en deel van datgene, wat een volledige faculteit heet, aanwezig moet zijn.

Deze dingen nu moeten voor ons volk leven. 'We weten het toch al te go-ed, dat ©en volk tenslotte niet wordt geregeerd door enkele maichthebbers, ook niet door enkele leiders, maar dat de werkelijke heerschers over de massa, die invloed hebben langs de vele en velerlei vertakkingen, die het moderne leven biedt, zijn de hoogleeraren op de oatheders. En zal ons volk oo-k in dezen worden beïnvloed ©n geleid in een richting, zoO'als het christelijk volksdeel het biddend begeert, 'dan zal datzelfde volksdeel moeten toonen, dat dat gebed ernst is, door ook van het zijne te geven voor de stichting len instandhouding van dié inrichtingen, die het middel kunnen en zullen zijn, om ons volk zjulke leiders te geven.

Maar er is nog iets.

Straks komen de eindexamens w©e'r. En tientallen van onze jonge menschen maken zich op om een ^, bul" te halen. Dan kumien ze student worden. En komen ze van een gymnasium dan staan er drie faculteiten aan de V. U. voor hen open. En Kampen is er.

Wat zal er nu gebeuren? Met de theolo'gie gaat het goed. Maar dan

Ik weet, dat er soms verbazingwekkende dingen worden gezien. Mij zijln gevallen bekend, dat ouders, die er niet aan zouden gedacht hebben, hun kind naai een openbare school te sturen, hun kind wel lieten gaan naar een z.g. Op'enbar© Universiteit. Het heet dan, dat er „beroemder maimjen les geven" — een uitvinding van een of ander versto'fct criticaster, en een bewering die onhoudbaar is en geen 269 reden geeft (stel u voor, dat een ouderpaaiT de kinderen naar een openbare lagere school stuurde, omdat er zulk een knappe schoolmeester les gaf!) — of wel, het heet, dat er in ©en andere plaats „betere kosthuizen zijn", en al dergelijlke meer.

Zie ons gereformeerde volk heeft gewoonlijk boven dergelijke fraaie beweringen gestaan. Meestal wist men al heel spoedig, waiax hem de schoen wrong.

Zeker, hét kan voorkomen, dat iemand' spoorstudent kan zijn in Groningen b.v., en dat andere wijze van studeeren, om finantiëele red©nen niet mogelijk is. Bleef het „elders studeeren" tot die gevallen beperkt, we zouden zwijgen.

Maar helaas

Zie, véél willen we hier niet van zeggen.

Wel meenen we, dat in dergelijke gevallen dingen gebeuren, die voor God en geweten moeilijk zijh te verantwoorden.

Onze Universiteit beho©ft niet uitgebreid te worden, wanneer de ouders hun zonen en dochters niet sturen. Ze behoeft niet goed te zijn, wanneer er geen studenten komen. Ze kan worden opgeheven, wanneer onze ouders zóó doen, en het werk Gods kan heel gauw worden vergeten....

Eu nu weet ik wel, — er zijn anderen, véle...

Maar déze ouders doen, alsof ze er zóó over denken.

Zoo denken ze ook weer niet, we weten het wel. Maar dan moeten ze ook niet doen „alsof”.

We hebben noodig voor ons Hooger Onderwijs uw hart, dat is uw gebed, uw liefde, uw meeleven — maar ook uw geld, en ook uw kinderen

Zóó hebben we het te zien.

En de ernst van de kwestie, waarom het gaat, mag nimmer uit het oog worden verloren.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 mei 1925

De Reformatie | 8 Pagina's

Ons Hooger Onderwijs.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 mei 1925

De Reformatie | 8 Pagina's