GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De beschrijving van de geschiedenis van den schoolstrijd.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De beschrijving van de geschiedenis van den schoolstrijd.

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Prof. Dr A. Goslinga, Hoogleeraar aaJi de Vrije Universiteit, heeft de publieke zaak, maiar inzonderheid ons onderwijs, en nog meer speciaal ons christelijk onderwij's een grooten dienst bewezen door zijn voordracht, die hij heeft gehouden op het philologen-congres te Groningen, den 15en April van dit jaar.

Onder den titel, die het opschrift van dit artikel is, kwam zijn rede uit bij de Uitgeversmaiatschappij „Holland" te Amsterdam.

Al dadelijk treft het, dat Pirof. Goslinga zoo ge^ heel in zijn onderwerp inzit, en het met zoo. groote liefde behandelt. Dit verwondert ons niet. Immers voor een man van de moderne school moge, om zuiver wetenschappelijke redenen, het onderwerp aantrekkelijk zijn, het is tooh immer een min of meer stremmende invloed, die er moet uitgaan van het besef, dat bij het beschrijven van de geschiedenis van den schoolstrijd zoo dikwijls moet worden geconstateerd, dat juist door n^^schen van de zoogenaamd liberale school op zoo geheel onliberale wijze is opgetreden.

Maar des te meer waardeeren we het, dat P: ro£ Goslinga in dezen kring dit onderwerp heeft behandeld.

Met de bedoeling, om bij allen, die in het christelijk onderwijs belang stellen en die zich den schoolstrijd nog herinneren lals een-stuk machtig christelijk leven in Nederland, de neiging te wekken, dit uitgaafje te koopen, geven we hier een kort overziclat van hetgeen Plrof. Goslinga in zijn bro-' chure (referaat) zegt.

Naax aanleiding van een opmerking van Prof. G. tegen Prof. Casimir op een vorig congres, dat het toch wel gewenscht was ook eens de 'historie van den schoolstrijd, of liever (wat voor Nederland bijna hetzelfde is) van het onderwijs in de werkzaamheden van het congres opi te nemen, werd Prof. G. door het congres verzocht, zijln bedoeling eens nader uiteen te zetten.

Zoo ontstond dit referaat, en wij! zijn dankbaar, dat het zoo geloopen is, dat wij; het hebben.

De schrijver begint met te constateeren, dat het met de geschiedenis van het onderwij's droevig gesteld is. Vooral wanneer we denken aan de wetenschappelijke beoefening van de historie vian het Lager Onderwijs.

Omtrent het Hooger Ondervsri|s bestaan er althans werken, die — zij het ook een bepaalde periode, en zij het dan ook dikwerf nog vain een bepjaialde universiteit — toch prachtmateriajal bieden, en die hebben gezorgd, dat er heel wat gegevens werden bewaard.

De historie van het M. O. is nog zeer jong — en Inspecteur Bolkestein heeft daarvaln a|l heel wat beschreven.

Maar met het L. O. staat het anders.

De oorzaak daarvan zal voor een goed deel wel moeten worden gezocht in het feit, dat deze geschiedenis geen onderwijsvak was op onze Universiteiten — dat er ook daardoor geen proefschriften verschenen, die een bepaald onderdeel dezer historie behandelden, en dat ook op andere wijze de aandacht op dit belangrijk domein van de .geschiedenis niet werd gevtestigd.

Weliswaar heeft de allerlaatste tijld ons iets gegeven, dat voor de opvoeding beteekenis heeft, maar in het algemeen kan wel worden gezegd, dat het terrein nog vrijyel braak ligt.

Wat we hebben, is dikwerf werk van onderwijzers, zoo gaat Prof. G. voort. En dat werk heeft het nadeel, dat het meestal niet zoo heel betrouwbaar is, zoolang het gaat om een tijd, waaromtrent de schrijver niet uit eigen herinnering kon putten. Bovendien heeft men teveel héél het terrein willen overzien — had men zich gegeven aan de studie van een onderdeel, dJajn had men misschien iets kunnen bereiken, dat, wetenschappehjk gezien, veel meer waarde had. Weliswaar mogen we niet vergeten, dat veel wordt verklaard', wanneer we bedenken, dat het de sohrij|Vers meestal te doen was, om een handboek te geven voor een examen. Maar hoezeer dan ten dezen het werk te waardeeren is — wetenschappehjk is het toch niet dat, wat we behoeven.

De armoede van onze kennis op het besproken terrein wil Prof. G. dan verder demonstreeren met de bespreking van een periode uit den schoolstrijd.

De historie van den schoolstrijd moet beginnen bijl de wet van 1806 — immers die heeft een halve eeuw lang ons onderwijs beheerscht. Nu zijn we over de wetten van 1801^ 1803, 1806, wel goed ingelicht. De namen Meylink en pater Hentzen beteekenen hier veel.

Maar dan verder!

Er is wel het werk van Groens medestander van Otterloo, van Valburg, maar dit werk is afgedacht van zijn typischen, dikwijls onwetenschapipelijken vorm, op meer dan één plaiats zóó, dat het gm herziening vraagt. Denk maar eens aan de ipgewikkelde vragen, die zich voo^rdoen, in de jaren van den Belgischen opstand. Immers de historie van ons onderwijs is ook met de kwestie van dien opstand telkens weer verweven.

„Komt men na 1865, dan wordt de toestand bepaald wanhopig", zoo zegt Plrof. G. Zeker, de werken van De Jongh en van Kuiper hebben hun verdienste. Maar uit technisch oogpunt staan ze volstrekt niet hoog. Staat het allerbelangrijkste vast — zoodra men er meer van weten wil „wordt het , haast kappen in een oerwoud".

De geschiedenis van ons ondenvijs en onzen schoolstrijd is in die jaren geheel vastgegroeid aan de politieke geschiedenis, waarin belangrijke mo'menten zijn, de samenwerking tusscihen de Roomschen en de liberalen, de scheiding, die er tusschen die twee groepen komt, en het samengaian daarna tusschen de anti-revolutionairen en de Roomschen.

Als een voorbeeld van traditioneel onjuiste geschiedenis-beschrijving, oorzaak, waarom óók' zoo noodig er een wetenschappelijke beschrijving komen moet, geeft Dr G. b.v. dit:

„Het volgende voorbeeld diene, om U dit duidelijk te maken (nl. dat 'de geschiedbesohrijving uit deze periode meestal niet zoo heel betrouwbaar is), ü kunt overal lezen, dat Kuypier Kappeyne's schoolwet „de scherpe resolutie" heeft genoemd. Toch is dat zoo niet Het heeft miji getroffen, dat

hij dien term, zoowel als den tenn „decretum horribile" al in 1875 gebruikt, en dan wel van het schoolwet-program van „de Moensen en de Kerdijken", dat Kappeyne slechts voor een deel verwezenlijkt heeft "

Wil men nu in dezen toestand verandering brengen, dan beginne men met zich goed te realiseeren, waar het in dezen om gaat. <

Duidelijk toont Dr G. dan verder aian, dat er 'm de sleer van de volksschool feitelijfc niets is, of het wordt in den strij'd betrokken. Er mogen enkele punten zijn, waarbij geschiedenis van het onderwijs iets anders "is dan geschiedenis van den schoolstrijd, dat zijn dan ook uitzonderingen. "

Maar bij de historie-beschrijving, die de schrijver bedoelt, gaat het niet alleen om de school. Het was in den schoolstrijd een kwestie van levensbeschouwingen en geestesstroomingen.

En ook kerkelijke kwesties hebben zeer veel invloed gehad. De schrijver verwijst hier b.v. na, ar zijn (nu pas uitgekomen) studie over „het conflict-Groen—van der Brugghen", waarbij' de historie slechts te verklaren is, VOOT een deel althans, uit factoren „van kerkdijken aard".

En beïnvloedt de politiek den schoolstrijd, van de andere zijde is de schoolstrijd van groote beteekenis geweest VOOT de politiek.

Ook de vergelijking met andere landen brengt Dr G. ter sprake. En het spreekt wel vanzelf, dat op die wijze de beo'efening van de bedoelde geschiedenis wel buitengewoon belangrijk en tevens meer dan gewoon interessant worden moet.

Wanneer ik hier zeer kort een overzicht gaf van hetgeen Dr G., in zijn brochure ter sprake < brengt, dan is het, om de aandacht van onze lezers > op de bedoelde brochure te vestigen. Er is werkelijk behoefte aaai, dat ook „onze menschen" het belang van een wetenschappelijke beoefening van de geschiedenis van ons onderwijs leeren inzien.

De conclusies aan .h; et slof van zijn betoog leze men zelf, om zoodoende zich een nog juister oordeel te vormen.

Buitengemeen interessant is b.v. hetgeen de schrijver op de laatste pagina opmerkt over den stand van zaken in '78, bij het petitionnement — de geniale greep van Kuyper, en de langzame doorwerking van de gedachte aan de vrij'e christelijke school.

We kunnen niet anders zeggen, dan dat we Dr Cr. zeer dankbaar zijn voor hetgeen hij ons in (leze korte ma.ar buitengewoon zaa, krijke brochure heeft gegeven.

Het is nu toch wel zoO' langzamerhand mogelijk, dat we ons over de eeuw, die nu al weer schier een kwart-eeuw achterhgt, een oordeel vormen op goede wetenschappelijke gronden.

En er zijn nog zeer vele bronnen ongeopend, er is nog onl; zaglijk veel materiaal te verwerken, — maar alleen reeds enkele speciaal-studiën zouden ons een welkom bewij's zijn, dat er in breec deren kring de noodzakelijkheid gevoeld' wordt, dat c er ook over de historie van ons onderwijs het ^ goede en het juiste licht opga.

Misschien zijn er — ook onder de lezers van , „De Reformatie" — die de beschikking hebben over stukken, die van beteekenis kunnen zijn VOOT ^ do toekomstige beschrijving yan de historie van den ' schoolstrijd, of, wilt ge meer algemeen, van ons onderwijs. Laat men die stukken in het minste i geval toch zuinig bewaren. Mij is een school bekend — een van de oudste uit het land —. waar men '^ voor een paar jaar „wat oude rommel" — waar­ ^ onder zeer belangrijke correspondenties met plaatselijke ' en gewestelijke overheden, juridische ad­ ^ viezen enz. — maar beeft verbrand. Zoorets is zoo ^ heel jammer. Laten we onze geschiedenis ook lief­ 1 hebbeu. Ook die van den schoolstrijd.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 19 juni 1925

De Reformatie | 8 Pagina's

De beschrijving van de geschiedenis van den schoolstrijd.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 19 juni 1925

De Reformatie | 8 Pagina's