GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Kom!

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Kom!

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

De Geest en de Bruid zeggen: om en die het hoort zegge kom! Openb. 22:17.

Dit is het bruidlied der wachtende Kerk: een gebed.

In dit woord hooren wij de strijdende kerk op aarde roepen om de wederkomst van haar Jezus.

Het is de Geest Gods, die dit verlangen werkt en sterkt, want door de kracht van dien geest zoeken de geloovigen de dingen, die boven zijn, waar Christus is, zittende ter rechterhand Gods, en niet die op de aarde zijn.

Zoo wordt het hartstochtelijk verlangen steeds sterker in' het hart der Bruidkerk.

De Geest en de Bruid zeggen: Kom!

Dat zijn geen twee bidders naast elkaar.

Nog veel minder los van elkaar.

Niet de Geest afzonderlijk.

En daarna de Bruid afzonderlijk.

De Geest zegt het in het hart der Bruid.

En de Bruid zegt het in den Geest.

Dat gebed is de troost der worstelende gemeente midden in haar druk, haar nood en haar arbeid.

Zoo wacht zij op den hemelschen Bruidegom.

Vol zalig heimwee.

Hij is mijn Liefste en ik ben zijne.

Och, dat mijn Liefste tot zijn hof kwame en ate van zijne vruchten.

Dit heimweevol verlangen naar Jezus' wederkomst uit zich in dat ééne woord, waarin al de kracht der „wachtende liefde is saamgevat: Kom!

Echte liefde houdt geen lange betoogen.

Het bidden in geloof is kort en krachtig.

Het is een vragen: Kom!

Toch wordt die korte bede niet zonder eerbiedige onderwerping opgezonden.

De Bruid heeft maar één verlangen meer, één heilige passie: Kom!

Maar toch, al dringt heur liefde haar tot dien hartstochtelijken uitroep, zij begeert de verhooring in stille onderwerping te verbeiden.

Juist wie zoo innig smeekt: „Kom!" Kan zoo rustig wachten, wetende, "dat de Liefste der ziel geen oogenblik langer toeft dan beslist noodzakelijk is.

Zoo is er hope op' zijn heil.

Maar ook een zich door zijn hand laten leidein.

Voorts getrouw arbeiden. Want, of ge waarlijk bidt: „Kom Heere Jezus" het moet niet daarin uitkomen, dat ge mijmerend neerzit, maar dat ge in zijne kracht het leven

aandurft.

Denk maar aan de discipelen van den Heiland.

Zij wisten van zijn wederkomst.

Hij zelf had die voorspeld. Op den Olijfberg had hij engelen gezonden, om

er uitdrukkelijk van te spreken.

En, zij verlangden er vurig naar. Toch zijn ze, al biddend en verlangend, teraggekeerd naar Jeruzalem en zijn volop, met heel hun ziel, aan den arbeid getogen. Zij hebben zich laiet mijmerend uit het leven teruggetrokken als eenzame wachters.

Midden in den storm en den strijd hebben ze verlangd en gebeden: Ja kom, Heere Jezus!

Dit gebed wordt dus niet opreclit gebeden in de donkere kloostercel, maar in het drukke, bewegelijke menschenleven.

Want wie bidt dat de Koning komen zal, moet tegelijk arbeiden opdat hij komen kan.

De weg moet bereid voor Zijn aangezicht.

Steenen moeten weggeruimd, bergen geslecht, dalen gevuld. Het Evangelie des Koninkrijks moet gepredikt worden. Hoe meer Christus' woord doorwerkt op alle levensgebied, hoe dichter Hij nadert.

En, hoe inniger zijn gemeente bidt.

In dat gemeenschappelijk gebed der verlangende kerk moet ook de stille stem van den enkeling worden gehoord. Het is niet genoeg, dat de Geest zegt: Kom! noch dat de Bruid het zegt. Wij moeten ook ieder persoonlijk, hoorende het Woorc^ Gods en het smachtend roepen der gemeente, meezeggen, meebidden: Kom! Ja, als wij het niet persoonlijk zeggen, dan zegt de Geest het niet en evenmin de kerk. Waiit alleen die door den Geest Gods geleid worden, die zijn kinderen Gods. Nu staat er niet: zegt, maar zegge. Dit is dus een goddelijk aanraden. \

Wat is het geloof hier heerlijk eenvoudig voorgesteld. Enkel maar een zeggen tot Christus: Kom! Maar daar ligt heel wat in. Want de - Heiland kan niet komen zonder de zonde te straffen en recht te doen over den goddelooze. Wie dus bidt: Kom! wie het waarlijk bidden kan en mag, dia heeft vertrouwen, dat hij van Hem niet beschaamd gemaakt zal worden in Zijne toekomst.

Juist het verlangen naar Christus' wederkomst is een bron van "heerlijke activiteit en van bezield strijdend tegen de zonde.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 5 februari 1926

De Reformatie | 6 Pagina's

Kom!

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 5 februari 1926

De Reformatie | 6 Pagina's