GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

KERKELIJK LEVEN.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

KERKELIJK LEVEN.

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

^ Binnen de veertig jaren.

Het is op zichzelf een weemoedige gedachte, dat nog geen veertig jaren na de ineensmei ting der vroegere' twee Gereformeerde, kerkengroepen wegens iifvvijking van de belijdenis 'een schisma: ontstond.

Wie geheel in . het tegenwoordige leeft, meent allicht, dat dit enkel een symplcom van dezen tijd is.

Imm.ers onze tijd kenmerkt zich meer door geestelijke losheid dan door principiëele vastheid.

.: \nderen, buiten oiize kerken, gaan in hun oordeel nog verder en zien in de scheur, welke in een deel van onze kerken openbaar werd, een aanwijzing, dat de Schelding en de Doleantie, gelijk ze zich het liefst uitdrukken, niet op: soliede basis staan.

Maar wie over wat ruimer horizont beschikt, vat naast het droeve verschijnsel, dat de dwaling reeds zoo spoedig oprees, ook momenten in het oog, welke hem tof dank aan den Heere stemmen.

Zelfs de termijn, waarbinnen do dwaling insloop, mag niet uitsluitend klachten ontlokken.

Nog geen veertig jaren! Het schijnt een korte tijd! Het is dat ook!

Maar toch, wanneer wij letten op andere perioden in de kerkgeschiedenis, dan voelen we öns bevoorrecht.

Na den Pinksterdag-duurde het geen.'d.e.rtig jaren zelfs of dwaling verhief zich. 'ÉÊ^^i

In de brieven van Paulus is er reed^ iprake van ingeslopen valsche broioderen, vajn zulk'en die de waarheid verdraaien, van k'ettersche menschen, die verworpen moeten worden na de eerste en tweede vermaning, van 'hen, die een ander evangelie prediken en daarom door den apostel met een anathema wofden getroffen.

Van de dwaalleeraars worden sommigen, zooals Hymeneus en Filetus, met name genoiemd.

En hoe kras Paulus ook tegen de dwaling optrad, zij werkte niettemin door.

Uit de JohanneïscTie geschriften blijkt, dat zij steeds gevaarlijker werd.

Johannes achtte het zelfs noodig te waarschuwen: „Indien iemand tot u komt en deze leer niet brengt, ontvangt hem niet in huis en zegt tot hem niet: zijt gegroet."

In de Openbaring, van Johannes spreekt de verheerlijkte Christus van de Nicolaieten en B, alaa, mieten. ^=^Sgfi:

En ZOO''Wèf'veel meer.

In heel de brieflitteratuur van het Nieuwe Testament wofdt tegen dwaling en ketterij gestreden.

Nergens wordt de leer als iets bijkomstigs voorgesteld, ten eenenmale ondergeschikt aa, n het leven.

Maar met alle k'racht wordt aangedrongen op het bewaren van de gezonde leer.

Evenmin als er een gezonde ieer kan bestaan zondeite«|»'i gezond leven, kan ^ï sprake zijn van een gezond leven zonder een gezonde leer.

Wie daaraan tornt, verstaat zijn Nieuwe Testament niet.

Niet alleen echter kunnen wij uit dit alles leeren, hoe angstig wij voor de zuiverheid der belijdenis hebben te waken, maa, r wij vernemen hieruit ook, hoe vroeg de christelijke gemeente door dwaling werd verontrust.

En wie zou hierom aan het soliede van de apostolische basis, waarop de christelijke kerken waren gebouwd, durven twijfelen?

Letten we nu ook eens op, onze vaderlandsche kerkgeschiedenis.

Om een rond jaartal te noemen, kunnen wij' aannemen, dat het Calvinisme hier te lande omstreeks 1.570 goed wortel had geschoten en het kerkelijk leven had dooTtrokken.

En 1610 was het sterfjaar van Arminius, de vader der Remonstranten.

Al weer hetzelfde jammere verschijiisel: nog geen veertig jaren!

Nog geen dertig zelfs! .

Wel waren er velen, die zich en anderen trachtten diets te maken, dat het. hier een verschil in be.lijdenis gold zóó luttel, dat het niet de geringste; strijd waard was.

Maar hoe heeft de uitkomst' het bewijs geleverd van het tegendeel! J»^; ^^ki£': -^'~

En het schisma, dat daardoor werd^vfföoraöSkt, . was belangrijk grooter, da, n dat van nu.

was belangrijk grooter, da, n dat van nu. Niet alleen kwantitatief, maar naar wij hopen ook k'\valitatief.

ook k'\valitatief. Want het is onze vurige wensch, dat het verkeerde beginsel, in de schismatieke richting van thans gehuldigd, in haar doorwerking nog worde gestuit.

gestuit. 'Gewapend met 'het glas der geschiedenis, ziet het oog de werkelijkheid van thans minder donker

dan anders het geval is. Het wordt zelfs iets wonderlijks in onze oogen, dat onze kerken zoo lang voor afwijking in de

belijdenis gespaard zijn gebleven. Dat-is waarlijk iets zeer bijzonders!

Dat-is waarlijk iets zeer bijzonders! En dat de dwaling nog schier in haar opk'omen modit worden onderkend, geeft mede reden tot dank. „: i.^„: -^j, ., : ' ' ' ;

Men meehfls^l^iP echter niet, dat alle gevaar is geweken.

geweken. De geschiedenis van 's Heereu kerk roiept het ons toe: de dwaling bedreigt het k'erlcelijk leven altijd. f , ' ! i

Het kan zijn, dat een dwaling niet grondig genoeg wordt uitgezuiverd.

Het kan ook zijn — en dat gebeurt heel dikwijls ! — dat een tegenovergestelde dwaling opduikt. In de apostolische eeuw vond de werkheiligheid der Judaïsten haar antipode' in het antinomisme der Nicolaieten.

Het kan eveneens zijn, dat nieuwe dwalingen over den muur onzer kerken willen klimmen.

De tijd van betrekkelijke oaibezorgdheid is vwrbij.

De waakzaamheid dient verscherpt.

De positie van hen, die hierop wij'zen, is verre van aangenaam.

Zij schijnen zoO' streng en zoO' scherp.

Men moest eens weten, hoezeer ook' hun ziel naar den vrede haakt, hoe gaarne ook zij' het aarders zouden wensch en.

Maar door het Godsbestel geleerd, durven zij^ dit niet hopen.

Nog minder zonden zij met een ijdele hoop de gemeente des Heeren durven vleien.

Juist omdat zij merken op hét Godsbestuur met Zijn kerk gaat hun strijd nooit tegen personen, maar \iitsluitend tegen wat personen leeren in afwijking van de Schrift.

Om Sions wil mogen zij niet zwijgen en om-Jeruzalems wil mogen zij niet stil zijn.

. Het is wel een ernstige boodschap: de veertig jaren zijn om!

Iwenwel, lieflijk is de boodschap tot de biddende en wakende gemeente van onzen Heere Jezus Christus: o Sion, uw God is Koning!

-^ Prof. Dr M. van RhUn.

Door de Synode der Ned. Herv. Kerk werd tot kerkelijk lioogleeraaT te Utrecht in de vakature-Slotemaker de Bruine benoemd DT M. van Rhijn.

Ofsclioon hij niet een onzer geestverwanten is, erkennen wij toch gaarne zijn wetenschappeHjke kwahteiten. Kaar ons oordeel heeft hij deze benoeming . ten volle verdiend.

Van de Nieuw-testamentische' vraagstukken is hij geheel op de hoogte, terwijl hij bovendien zich een uitnemend kenner van kerk-en dogmagesdhiedenis toonde. . '

Daarbij komt nog, dait hij zich met zijn studie veelal — ik zeg niet in de neutrale — maar in de niet ons gemeenschappelijke zone bewoog, waardoor wij zijn arbeid des te beter konden waardeeren.

Onder de journalistieke kansberekeningen, welke aan zijn benoeming voorafgingen, vonden wij op zijn debet vermeld, dat hij een geprononceerde figuur is.

Ecji merkwaardig teeken van dezen tijd!

Wie in praktische kwesties een eigen, besliste meening er op nahoudt, schijnt in gevallen als deze minder begeerlijk dan iemand, die of geen eigen opinie heeft èt deze voor zich houdt.

Blijkbaar zien velen zulke plaatsen bij voorkeur ingenomen door kleurloozen bf marionetten.

Ook op ander gebied doen deze overwegingen meer en meer opgeld.

'Geen verleden te hebben, een schoone lei te kunnen toonen, geldt in menig opzicht als een aanbeveling.

Zelfs vooT ministeriëele portefeuilles.

De mannen, die met een staat van dienst voor den dag kunnen komen, worden meer dan eens op stal gezet.

Dat dit de kracht van vele staatkundige, maatschappelijke en wetenschappelijke lichamen noodzakelijk moet yerzwakken, behoeft geen betoog.

De slappe figuren komen op de verantwoordelijke posten te staan.

Tot onberekenbare schade van de samenleving.

Zijn er niet, die zich met opzet over brandende kwesties niet uitlaten, opdat dit een eventueele promotie niet in den weg sta?

Het ware te wenschen, dat men het heillooze hiervan ging inzien.

Het is een euvel van onzen tijd, waarop onvoorwaardelijk het brandmerk dient gedrukt.

Dan — dit „debet" heeft de benoeming van Dr van Rhijn niet kunnen verhinderen.

Moge hij, nu hij zich geheel aan de wetenschap k'an wijden, ons met menige studie uit de gemeenschappelijke zone verrijken.

Deze vorm van samenwerking kan ons niet anders dan welkom zijn.

-^ Gebrekkige kerkelUkr rechtspraak.

Iveen, "t gaat nu niet over Assen. Maar over de Ned. Hei'\^ Kerk.

Wij spreken hierin oars eigen oordeel niet uit. Maar het oordeel vaai een Hervormd Synode-lid. Men herinnert zich wel, hoe er in onze kringen bij de kwestie-Geelkerken een pleidooi is gevoerd om ons kerkelijk recht meer in overeenstemming te brengen met het wereldlijk, recht en hoe wij daartegen opkwamen.

„De Nederlander" echter vond de grieven tegen ons kerkelijk recht ten volle gemotiveerd en stofte er op, dat tegen de rechtspraak in de Herv. Kerk zulke grieven niet konden worden ingebracht.

Daar — zoo heette het ongeveer — was het puik in orde.

Op de Haagsche Synode werden evenwel andere stemmen .gehoord.

Dr Niemeijer stelde wijziging in de rechtspraak vooT. Die was volgens hem zoo gebrekkig, idat hij het overbodig achtte voorbeelden er voor bij te brengen. Ten laatste kwam hij met het voorstel, dat een commissie dez: e zaak zoai onderzoeken.

Het werd met 1.0 tegen 9 stemmear verwoa-pen.

Hoe het lot van dit voorstel .geweest zou zijn, indien niet prof. Haitjema zijn taktischen zet van een reorganisatie-voorstel, dat tevens deze materie in zich opnam, had gedaaïi, kan moeilijk berekend.

In elk geval blijkt hieruit wel, dat toch niet ieder over Ae rechtspraak in de Herv. KeA tevreden is.

Die* ontevredenheid kwam zelfs niet van de voorstanders der Dordtsche Kerkenorde, maar van hen, die er geen bezwaar tegen hebben, dat reglementen de kerkenorde vervangen.

De inmen.ging van „De Nederlander" in onze kerkelijke aangelegenheden wordt op die manier heel ongezocht wel een beetje in het zonnetje gezet.

^ Saalborn over liet tooneel.

Nog altijd zijn er, die meenen, dat het hedendaagsche tooneel kunst geeft en dat er een op-' voedende kracht van uitgaat.

Wij hebben ah eens meer uitspraken van vokalen uit .de tooneelwereld aangeha.ald, die een tegenovergesteld geluid deden hooren. - Ö^^

Onlangs kwam er in het „Handelsblad" ^^ëtt interview met Saalborn, een bekend tooneelspeler en thans leider van een tooneelgezelschap. voor.

Ook diens meening laat , a, an duidelijkheid niets te wenschen over.

Men hoore.

, , Zeke%9|), .6L-^ijft; r^i^i|'9##ig: -^l^^^^ leven. Tijden van surrogaait. De pagekoppen zijn gekomen in de plaats van vlechten, wrongen en knoopen. De radio vervangt de muziek. En de dans, de dans, zooals die tegenwoordig wordt JDeoefend tot in het kleinste gehucht van ons land, met een geraffineerdheid, waa, r je gewboarweg paf van staat en die je tot de uiterste verbazing brengt, die dans is het surrogaat van "de liefde. In deze tijden, die wij maar moeten accepteeren als overgang naar iets beters, iets waardigers, moet men op het tooneel geen probleemstellingen brengen. Van hen, die den heelen middag zich te buiten hebben gegaan aan Charlestone, jazz, blues, shimmy, trott, step en hoe dat moderne hewegen allemaal wel wordt geh'eeten; van al die verwoede, hartstochtelijke dansers eai schuivers kan men niet verwachten, dat zij enkele uren later hun aandacht volkomen zullen bepalen bij Goethe's Faust of bij diens Iphegenie. Zulken moet men amusementskunst voorzetten. Dat heeft de ervaring van de laatste jaren wel degelijk geleerd."

Precies hetzelfde'beweerden wij vroeger.

Het hedendaagsche tooneel, zoo schreven we, brengt geen waarachtige kmist.

Kan het niet brengen.

Want het publiek verlangt amusement.

Ook opvoedkmidige waarde schrijft Saalborn aan het tooneel niet toe.

„Ook de plaats, die het theater inneemt, ook de roeping welke het tooneel had te vervullen, is \eranderd. De opvoedende kracht gaat tegenwoordig uit van de vo^lksuniversiteiten, van de cursussen, door verschillende vereenigingen georganiseerd. In den schouwburg zoekt* men slechts ontspanning, van het theater verwacht men op bet oogenblikl alleen het bekende."

Zoo spreekt een' onvei'dacht getuige.

Natuurlijk hebben wij als Gereformeerden onze eigen gedachten over den aard van het geboden amusement, dat doox en door wereldscli is en waardoor geen christen zich mag laten ven'roolijken.

-^ De arme fantast.

Voor veertien dagen dreven we een beetje den spot met, de fantasieën, door een mede'vverkeT üi het „Handelsblad" geplaatst.

Deze „Gereformeerde" medewerker fantaseert nu, dat wij om zijn stukje „heel boos" zijn geweest.

Het schijnt een eigenaardigheid van dezen man Ie zijn, dat hij de meaischen in zijn verbeelding gaarne „boos" ziet.

Een poosje geleden beweerde hij ook' al zoo iets van Prof. • Obbink en indien ik mij niet .vergis, heeft hij jpns al eens vroege» zóó voor zich getrokken.

Wil het „Handelsblad" werkelijk schrijvers , boos" hebben, dan zon bet als eeiste voorwaarde moeten zorgen zich medewerkers aan te schaffen, die men au sérieux kaïr nemen.

En misschien gelukt het ook dan nog niet.

Dezelfde ïnedewerker fantaseert o.m. nog dit, dat wij naar het schijnt de konsekwenti'H^^g: onze eigen opmerkingen niet aandurven, «p^rf? -^;

Ook hier ontgaat hem weer het verschil tussclien fantasie en werkelijkheid.

Wat wij niet aandurven is de konsekwentie van wat de man naar aanleiding, van onz», opmerkingen fantaseert. '^'^K^feiSk-

Wij kunnen het waarlijk niet helpen, dat hij bij ons schrijven over de kerkelijke goederen alleen Zandvoort voor zich zag.

Wij gelooven ook niet, dat hij door nadere inlichtingen (gesteld al, , dat wij die aan een anoarymus, iemand, die zoO' weinig de konsekwentie van zijn schrijven aandurft, dat hij zijn naam verzwijgt, zouden willen geven) te genezen is, ^..v ..

Hoe denkt het „Handelsblad"; ï, ^^^^^-.sanatoriufhi voor arme fantasten? ' - ---.

HEPP.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 augustus 1926

De Reformatie | 4 Pagina's

KERKELIJK LEVEN.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 augustus 1926

De Reformatie | 4 Pagina's