Driemaal „heilig” op aarde.

Als een gezang, dat samenstemt met den psalm der Engelen, zoo is dit lied. Zingen zij hun: , , heihg, heilig, heilig, is de Heere der heirscharen", ook Israël kent zijn God als de driemaal heilige.

Onze God gebiedt de aarde, en zij beweegt zich. En in haar beweging is als een heimwee naar den Almachtige. Hoog is onze God, en heel de wereld moet Hem prijzen.

Hij is heilig.

En sterk is Zijn troion, - - maar rechtvaardig en billijk is de heerschappij van onzen God. Zouden we ons dan niet buigen?

Hij is heilig.

En zie dan in de historie Zijn liefde en trouw.

Gods kinderen spreken, en de Vader hoort; ja Hij vergeeft - hoewel Hij wraak' doet, en de Rechtvaardige blijft.

Buigt u voor den Heilige.

Want de HEKRE onze God is heilig. „

Och het is niet moeilijk zulk een psalm te lezen. Maar welk een geweldige belijdenis is het, wanneer w© „Amen" zeggen op dit Woord. Het brengt ons in de houding, die Engelen aannemen voor den troon van den Almachtigei.

Zoo weinig is onze ziel bewogen over de heiligheid van onzen God. Dat • Hij heerscht over de wereld en zit hoog boven al het klein en nietig heweeg, onaantastbaar voor wat laag gewoel is — O, we weten het wel, maar het grijpt cmie ziel zoo weinig aan. Ook daarom, mijn broeder en zuster, zien we zoo weinig van het siddereiul heimwee, dat er toch in heel de schepping zich uitleeft, het heimwee naa, r de gemeenschap met God. We zien zoo weinig den troost van Gods heiligheid. We zijn er wel vaak bang voor, omdat wij zelf zooveel met de zondige aarde gemeen hebben, omdat we zoO' lief hebben de wereld beneden, en dat aardsche gewoel maar wat aangenaam voor ons is. We leven dikwerf al te graag , , met de volkeren" mee, om onzen troost te vinden in de gedachte, dat God, ondanks het , , gewoel der volkeren" op Zijn troon de heilige blijft. Daarom is er ook in de wereld bij de menschen zoo weinig het sidderend verlangen naar de beleving en ervaring van Gods heiligheid, omdat God's kinderen zoo ontrouw" zijn in dit biddend beiden. Daarom is de kracht van onze stem zooi zwa'k, wanneer we 't anderen toeroepen: „bedenJc': onze God is heilig "

God is sterk en rechlvaardig.

Prijzen we Hem daarom?

Sterk.... ja zoo noemen we Hem gaarne, wanneer we zelf in den nood onzer zwakheid zijn: Maar als we dan bedenken, dat Hij ook rechtvaardig is — 0', dan zien we Zijn majesteit — en we staan maar al te vaak op een afstand. We zijn dan bang voor God.

En we buigen ons wel.

M.aar ons: , , Hij is heilig", mist den diepen klaidc, die enthousiaste bewondering alleen geven kan. Er is de vrecze in ons woord. Het is alsof we zouden vluchten.

VAI toch... j, a God doet wel wraak over de daden der menschen — • maar, zie eens achterom. WeUv een historie! Is het niet in de geschiedenis van Gods kerk, van Gods volk, óók in uw geschiedenis, één aaneengesloten 'rij van bewijzen van genade ? »

Ge denkt met den psalm aan Mo'Zes, aan Aaron - -bewijzen van Gods wrake en Gods trouw tegelijk — ge denkt aan een Samuel: God riep en zocht hem op; ge denkt immers aan het grootste mysterie der genade ons in Christus geschonken.

In Hem toch komen barmhartigheid en wrake tot hooger eenheid. Het kruis is de oplossing onzer vragen, is het antwoord als wij onszelf zien in onze schuld voor eén heilig God.

Wij roepen — en God, de Heilige, hoort! Juist omdat Hij IIOOTI beleven we Zijn heiligheid des te meer.'

'Hij kan hooreu, i zonder zich met onze schuld te bezoedelen. , '

Hijzelf heeft dat mogelijk gemaakt! Heilig is de Heere onze God 1

O, wat kan onze ziel er een behoefte aan hebben, om de heiligheid Gods te durven beleven. Wat kunnen we de vreugde der Engelen verstaan, wanneer zij het driewerf , , heilig" zingen voior den troon.

En tocli, Gods genade laat zijn kinderen ook Psalm. 99 beleven.

.Ia, als zij biddend de kindergestalte zoeken, en het biddend vragen als 't verlangen hunner ziel: „Maak ons klein, o Heere, opdat wij uw heiligheid bewond'ren mogen".

Dan komt er in ons hart een sidderend verlangen. Een verlangen naar een leven boven d'aarde.

Dan verstaan we het zuchten van het scihepsel. , En we beleven het heimwee naar het eeuwig driewerf , , heilig".

^) Bij een juiste vertaling van dezen psalm Komt het driemaal „heilig" duidelijk lüt. Vooral bü vers 3 en 4. is dat bij onze statenvertaling Ie loor gegaan. We lezen daar:

„Dat men uwen grooten en vreeselijlcen Naam love! JHti is heilig! .Ta, een Sterkte is koning geworden. Een, die het recht bemint. Gtj, gij hebt vastgesteld, wat rechtmatig is". (Noórdtzij, de Psalmen).

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen