Pers-stemmen.
De strijd om het Prayer Bo ok. Common
Op het oogenblik wordt in da Engelsche Staatskerk een scherpe strijd gevoerd. Die Staatskerk is in den loop: der tijden hoe langer hoe aieer geromaniseerd. Er is één overblijfsel, dat nog aan het vroegere Calvinisme herinnert, n.l. het Prayer Book, letterlijk: Gebedenboek. Er zijn in 'het buitenland wel meer kerken, waar prediking eu formuliergebed tegen elkander ingaan. Bij een bezoek aan zulke kerken is het oude gebed dikwijls het eenige, dat ons stichten kan. Wij zijn dankbaar, dat die formuliergebeden nog bestaan. Wie weet, waartoe God ze nog wil gebruiken en hoeveel levend geloot ondej' de eenvoudigen daardoor nog gevoed wordt. Daarom kan het ons niet onverschillig laten, wanneer we vernemen, dat zelfs die liturgiegebedeu ten offer dreigen te vallen aan modernistische of romaniseerende sloopers. Omtrent den sta-iid van den strijd in Engeland meldde het „Hbl.":
Onder de protest, groepen der Engelsche Staatskerk bereidt men zicli thans aller-wegen voor op den feilen strijd dien men verwacht, zoodra de Raad der Bissclioppen zijn definitieve voorstellen zal hebben gepubliceerd.
Een nieuwe beweging in dit velband is de beweging der drie „P"s, de Protestant Parsons' Pilgrimage. Het zijn allen parsons, geestelijken, die hieraan deelnemen. Zij zijn van plan, zoodra de revisie-voorstellen der bisschoppen gepubliceerd worden, een actie te beginnen door het geheele land, teneinde de leden der Kerk alom in te lichten over de dreigende gevaren en op te welcken tot strijd tegen het „mediaevalisme", den terugval in de middeleeuwsche loeringen.
Ook liet groote lichaam der protestbeweging, de „National Church League", maakt zich op. In de bladen is thans verschenen een oproep om een strijdkas van 30.000 pond te vormen. Reeds direct kwam 5000 pond binnen. Deze bond maakt bekend, dat zijn strijd zich in de eerste plaats richten zal tegen de verwaclite bisschoppelijke „revisie-voorstellen" van het Pra-yer Book, maar dan ook tegen de revisie-voorstellen van de patroiiaatsrechten over de Kerk en tegen de revisievoorstellen van de kerkelijke rechtspraak. De bond verklaart, dat hij tegen deze beide laatste heeft, dat velerlei macht, die thans nog in handen van leeken is, door deze revisie-voorstellen wordt overgebracht in de handen der bisschoppen en dat hij deze niet vertrouwt, aangezien. „door de on-activiteit der bisschoppen de romaniseerende beweging in de Engelsche Staatskerk haar tegenwoordige afmeting heeft lïunnen bereiken".
Theologische Fakultigul^n; in F r a n k r ij K' ° ^^s^Ê"
De drie theologische faculteiten van Parijs, Straatsburg en Montpelliex tellen — zoo deelt de „Ref. Sehw. Zeitung" mee — thans 170 studenten. 84 ervan zijn Fransche, 68 buitenlandsche (12 Zwitsersche.) studenten en 8 vrouwelijke studenten in Straatsburg.
Hoe weinig voor een land als Frankrijk! En hoevelen daaro-nder zijn nog niet puur modern!
Belgische Zendingskerk.
Ook de Belgische Zendingskerk is bijna geheel van het Fransche modernisme en wat wij hier zouden noemen de links^ethische richting doortroklcen.
Daarom zeggen de o-nderstaande cijfers niet veel (overgenomen uit de „N. R. Ct."):
Deze kerk telt thans 41 kerken en stations, 5 (vorig jaar 3) evangelisatieposten en 38 (v. j.'40) filialen; 6809 (v. j. 6867) volwassen leden en 1993 (v. j. 1957) kinderen; 57 (v. j. 59) Zondagsscholen met 1421 (v. j. 1596) leerlingen, 82 (v. j. 28) predikanten, 3 (v. j. 3) evangelisten, 12 evangelische agenten (v. j. 12), 93 (v. j. 78) broeders, die vergaderingen leiden; 60 (v. j. 64) kerkgebouwen en gehuurde zalen; terwijl 158 (v. j. 153) doopsbedieningen, 88 , (v. j. 116) huwelijksinzegeningen, 139 (v. j. 119) begrafenissen, 5405 (v. j. 5051) godsdienstoefeningen en samenkomsten plaats hadden.
Er is dus zelfs een teruggang in 'ledental. ' Gelukkig, - dat er in de drie grootste steden Gereformeerde Kerken zijn.
Mogen deze eendrachtig samenwerken!
Nadere berichten O'ver het Theologische Seminarie in Princeton. • ,
Hebben we hier onlangs een artikel van. Prof. van Andel geciteerd, thans vonden we in de Amerikaansche , , Wachter" eenige nadere berichten.
Het blad begint met • er aan te herinneren, dat er sinds eenige jaren in de PresbyteriaangGhg^Kerk (Noordelijk deel) moeite is geweest. .^-IlSSJII-'
Vooral het geval met Fosdick is indertijd in bijna alle mogelijke nieuwsbladen vermeld en beoordeeld en heeft zoo ruchtbaarheid gekregen de wereld over. En sinds dien tijd gaat de strijd tusschen de Modernistisoligezinden en hen die strikt de Presb-y-terisohe belijdenisschriften wenschen te handhaven in de kerk onafgebroken voort, ook al is het dat de dagbladen er zeer weinig meer van publiek maken, zeker omdat voor de meeste lezeers er het nieuwtje wel wat afgaat en de •sensational element er thans aan ontbreekt.
Dat Princeton's Semiiiar-y, dat bolwerk voor de orthodoxie in de Presb-yterian Church, in den strijd betrokken zou worden was wel te verwachten. Dat de mannen van die school zich niet onbetuigd zouden laten, maar hunne stem tegen liet Modernisme zouden verheffen was natuurlijk. Maar dat er binnen de kringen der faculteit en van de Board of Directors geen eenparigheid van gevoelen is ten opzichte van den strijd, dat is jammer. En toch zoo blijkt het te zijn.
Reeds meer dan eens was er door de, laat ik ze nu maar Fundamentalists noemen, geklaagd over de zwakke, lijdelijke houding van den president van het Seminary. Dr Ross Stevenson, en Prof. Dr Erdman tegenover de Modernists. Men beschuldigde die beide mannen niet van met den vijand te heulen, of hunne dwaalleer toegedaan te zijn, maar hunne vredelievende houding, hun pogen om alles te zamen in éénzelfde kerkverband te behouden, hun duidelijk getoonde tegenzin, om de kerk desnoods met de kerkelijke tucht te zuiveren van hen die onomwonden en openlijk de leer der Schrift op zeer belangrijke punten durven tegenstaan, lieeft ergernis verwekt. En onzes inziens met récht.
Ter anderer zijde is Dr Gresham Machen, die in manhaftig'en tegenstand tegen de Modernists vooraan staat, natuurlijk niet bij de Modernists in de gratie, noch bij de vredelievende partij, die van geen uitzuive-
ring willen weten. Dat schijnt de voorname reden geweest te zijn, waarom Dr Maclien, die door de Board of Directors voorgedragen werd als professor voor de apologetiek, toch door de General Assembly niet vverd geapprobeerd.
Door diezelfde AssemlDly is er eene commissie aangesteld om de toestanden en verhoudingen betreffende het Princeton Seminary te onderzoeken en met de leiders van het Seminary samen te werken tot vereffening van bestaande oneenigheden en op de volgende' General Assembly te rapporteeren. Reeds is die commissie met haren arbeid begonnen en vergaderde van den 22stegi tot den 24sten November te Princeton achtereenvolgens met bijna tweehonderd alumni, de faculteit en trustees en de directors. En ook is er van den afloop van dat onderzoek, blijkbaar met goedkeuring der commissie, reeds heel wat gepubliceerd in het weekblad ThePresbyterian.
Volgens het getuigenis dier commissie zijn al de leden van de faculteit gezond in het geloof. Zelfs was er niet zooveel als eene bewering gehoord, dat er ook maar één lid niet getrouw zou zijn ten opzichte van de waarheden in de Confession of Faith beleden. Maar al was er geen oneenigheid over de leer, toch heeft het onderzoek bevestigd wat trouwens al lang bekend was, dat er in de faculteit wel een ietwat radikaal verschil van gedachte ^a somewhat radical difference of opinion) bestaat aangaande de houding die men tegenover het L i'b e r a 1 i s m of Modernism binnen de Presbyterisehe Kerk behoort aan te nemen. Allen, zoo wordt er verondersteld, erkennen het bestaan van zulk een Liberalism of Modernism, en dat het vijandig is en met verwoesting bedreigt het systeem van waarheden, geleerd in de Westminster Confessie. Maar terwijl de meerderheid der faculteit van oordeel is, dat valsclie leer in de kerk met kracht moet worden bestreden (agressively antagonized), is er eene minderheid, voornamelijk Dr Stevenson en Dr. Erdman, die meer een standpunt van lijdelijkheid voorstaan.
Tweeërlei tegenovergesteld en strijdig standpunt met betrekking tot wat ernstige leerstellige dwaling geacht wordt, bestaat er in Princeton zoowel als in de kerk in 't algemeen. En de meerderheid van de faculteit en directors is van oordeel, dat geen vrede tusschen die twee standpunten mogelijk of gewenscht is, en dat dat de historische positie van Princeton is.
Ook vond de commissie, dat er wrijving tusschen de „Board of Directors" en de „Board of Trustees" bestaat ten opzichte hunner respectieve functies, die in de „Charter and Plan" van het Seminary niet duidelijk •omschreven schijnen te zijn.
Zoo is er in Princeton dan toch wel verschil, ook al is men in de leer gelukkig 'van eenzelfde gevoelen. Een eendrachtig samenwerken schijnt er moeilijk te worden. Reeds werd de gedachte geopperd, dat het bedanken van Dr Stevenson wel goed zou zijn, anderen stelden het bedanken van Dr Machen voor, weer anderen waren voor het bedanken Tan Dr Stevenson en Prof. Machen beiden, terwijl één met een voorslag voor den dag kwam, dat heel de Board of Directors zijn ontslag zou indienen.
Het bedanken, van Dr Machen alleen schijnt de Presbyterian al heel ongerijmd toe. Waarom, zoo zegt de schrijver terecht. Dr Machen alleen, waar Dr Hodge, Dr Vos en Dr Wilson, om. niet meer te noemen, toch geheel aan zijne zijde staan. Zijn ontslag alleen, zonder meer, zou geen noemenswaardige verandering in de moeilijke positie aanbrengen.
Intusschen passeerde de Students' Association of Princeton Theological Seminary eene resolutie van onbepaald vertrouwen in Dr Machen als een geleerde, als een teacher, als een gentleman en als een Christen en gaf Dr Francis L. Patton, voorheen president van de Princeton University en Princeton Seminary, een allergunstigst getuigenis aangaande Dr Machen.
Zoo staan de zaken tegenwoordig in Princeton naar het geloofwaardig bericht van de Presbyterian. Wat de toekomst baren zal, is moeilijk te voorzien. Hartelijk kunnen we ons verblijden in het getuigenis van de zuiverheid in de leer van al de professoren te Princeton. En toch mogen we het standpunt van verdraagzaamheid van een Dr Stevenson en Prof. Erdmans niet anders dan een gevaarlijk standpunt noemen, 't Is 'toch een standpunt, dat niet getuigt van vurige liefde voor de waarheid, die men belijdt. Helaas, maar al te velen in de Presbyteriaansche Kerk nemen dat standpunt in. En zulk een standpunt is niet te verontschuldigen, vooral niet in de. leiders. Men mag voor die tolerantie zooveel schrijven als men wil op de rekening van temperament en karakter en wat dies meer zij, 't is ten - slotte toch een gebrek, een zondig gebrek, in getrouwheid voor de waarheid, 't Gaat in de Presbyteriaansche Kerk tegenwoordig toch waarlijk niet om kleinigheden van bijkomstigen aard, maar om het gezag en de waarheid van Gods Woord. Daarover mag en kan men geen verdrag van tolerantie met de Modernen aangaan, of men wordt medeplichtig aan de ondermijning van de Waarheid en de verwoesting der kerk.
Dit weinige aangaande de toestanden in Princeton meenden we onzen lezers niet te mogeh onthouden. Niet als iemand, die zich onnoodig met eens anders doen bemoeit, hebben we bovenstaande geschreven. Princeton's Seminary bestaat ons zeer na. De invloed van die school beteekent zoo veel, ook voor onze kerk. Gewoonlijk toch gaan er elk jaar van onze eigen kerk naar die inrichting, om er hunne theologische opleiding te voltooien. Ook afgedacht van wat Princeton's Seminary voor eigen kerk en voor de theologie in ons land in 't algemeen meent, heeft het derhalve in bijzonderen zin wel groote beteekenis voor ons, wat er omgaat en wat er in de toekomst van wordt.
Temeer hebben we deze-inlichting willen geven, omdat er hier en daar reeds het gerucht de ronde doet, dat het in Princeton _, , al lang niet meer pluis is". Alsof er eene verkeerde leer verspreid wordt. Alsof er de ketterij voet aan vasten wal gekregen had in het onderwijs.
En dat zou natuurlijk een vlek werpen, ook op onze toekomstige leeraars, die er nu gedeeltelijk hunne opleiding genieten. Ook mede oan dat te voorkomen, hebben we geschreven.
Neen, pluis noemen we waarlijk niet het standpunt van Dr Stevenson en Prof. Erdman, als men mag gelooven wat de Presbyterian daarvan meldt. Maar dat „niet pluis" ook zoo maar te willen toepassen op het onderwijs te Princeton, zou te ver gaan en aan de eerlijkheid tekort doen, als het getuigenis van de commissie van onderzoek naar waarheid is.
HEPP.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 januari 1927
De Reformatie | 8 Pagina's