GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De opwekking op Nias.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De opwekking op Nias.

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

De opwekking op het eiland Nias heeft vooral in ons land de opmerkzaamheid' getrokken. Wij weten wel, dat Gods Woord nooit ledig keert, en overal werkt de Heere op het zendingsveld wonderlijk. Maar op het eene terrein wordt de genade Gods toch krachtiger openbaar dan opi het andere.

Nias is een heerlijk voorbeeld van de vrucht van het zendingswerk.

In „The Int. Rev. of Missions" van Januari schrijft zendingsdirec'tor Kriele te Barmen een artikel over „The Nias Revival", met den ondertitel: „The story of a spiritual , awakening", terwijl Dr Schlunk in zijn beteekenisvol boekje „Niederl.-Indiën als Missionsfeld" vooral spreekt over het eerste zendingswerk, over den tijd alzoo, die aan de ontwaking voorafgaat.

De zending is op Nias, gelegen ten Westen van Sumatra, begonnen in 1865. Eerst scheen het werk van zendeling Denninger vruchteloos te zullen blijven. Een Nederlandsch ambtenaar gaf dan óok den raad: „Roep de zendelingen toch van Nias terug. Het geeft daar toch niets. De Niassers interesseeren zich slechts voor drie dingen: goud, varkens en menschenhoofden; en wanneer gij daar de zendelingen nog langer laat, reken er dan op, dat op zekeren dag de Niassers ook hen de hoofden afsnijden".

Denninger liet zich niet ontmoedigen. En als hij wegens hoogen leeftijd heengaat, worden in 1874 de eerste 25 Niassers gedoopt, en een jaar later nog weer 6; dus in 10. jaren was de oogst 31 zielen.

Langzaam maar zeker ging de lairbeid voorwaarts. In 1890, dus na 25 jaar, waren er reeds 700 Christenen. Ongetwijfeld nog een klein getal; en daarbij kwam, dat het onmogelijk was in het binnenland te komen; de vijandschap der koppensnellende Niassers verhinderde dit.

Opeens trad een belangrijke verandering ten goede in. De 700 gedoopten van 1890 waren in 1896 reeds gestegen tot 2380, en in 1900 zelfs to't 4300. Het ging nu snel omhoog. Toen arbeidden er reeds 16 zendelingen, en van alle kanten kwamen de berichten, dat er onder het volk een beweging was naar het Christendom heen.

Het is moeilijk te zeggen, hoe dit zoo kwam.

Dr Schlunk verhaalt een treffende geschiedenis van zendeling Krumm. Van de landstreek' Iraono Huna kwam een volledig toegerust krijgsman vragen of de zendeling in zijn woonplaats wilde komen vertellen van de Hukü Lowalangi (d.w.z. de leer van God); • zij wilden Christenen worden. Zij hadden een boekje gevonden op den weg, waarvan de plaatjes hen bijzonder hadden getroffen; het was het zoogenaamde „hartenboekje". Zie, zoo zeide Solago (de afgezant), zoo zien onze harten er uit, als wij stelen, en zoo, aJs wij dooden, en zoo, als wij slecht zijn, en zoo, als wij da leer van God volgen. Het boek liet hen geen rust.

Na veel wederwaardigheden is zendeling Krumm naar de landstreek van Solago getrokken. Het hoofddorpi lag op' een hoogen heuvel, en was bijna niet te bereiken. Om de bewoners ver in den omtrek het hooge bezoek bekend te maken, werd twee uren lang op een trommel geslagen. Gelijk' gebruikelijk is, werden lange toespraken gehouden; eerst het hoofd drie kwartier aan een stuk, en toen nog vier anderen, die meenden, dat het ook' minstens drie kwartier moest duren. Vervolgens werd een boek gehaald, en schreef de zendeling 102 namen op van hen, die doopionderricht begeerden. Hun afgoden 'brachten zij tot ziendeling Krumm, die ze een voor een in den afgrond' slingerde.

Hij werd wel eenigszins ontnuchterd, toen zij kwamen vragen, of zij nu mochten dansen. Maar het bleek een onschuldig geval te zijn. Solago trad op als voorzanger en voordanser, de anderen vormden een kring om hem heen, en bego^nnen, elkander vasthoudend, als kinderen langzaam heen en weer te draaien. Wat zij zongen heeft zendeling Krumm opgeteekend; het lied bezong de komst van den zendeling en de beteekenis van het Woord, dat hij kwam brengen.

De dag was reeds lang overgegaan in den nacht. Ën hoe gaarne wilde Krumm na de lange reis en wat daarna gebeurd was, rusten. Doch eerst moest nog het gastgeschenk worden opgediend. Het was een „klein hoentje" genoemd, maar bleek een reuzengroot varken te zijn; 10 Niassers hadden twee uur werk gehad', om het den berg op te sleepen.

Terwijl het werd toebereid moest de zendeling maar de kinderen een versje leeren! En dat, terwijl de Niassers schier van de gave van bet zingen zijn beroofd! Van 12 tot 2 in den nacht zwoegde Krumm, en toen waren de kinderen zoover, dat zij een heel klein begrip hadden gekregen (van wat een melodie is.

Echter, het vleesch was nog niet gaar!

Zoo begon Krumm dan maar vast met het dooponderricht, en trachtte zijn Niassers de 10 Geboden en het Onze Vader te leeren.

Eindelijk om 3 uur des nachts zette men zieh aan den disch. Als daarna 'de zendeling mocht gaan slapen, droomde hij, dat alle menschen uit dat land naar de kerk kwamen en hij hoord'e hen geweldig zingen!

Zoo ging door heel Nias de beweging naar het Christendom heen. In een jaar tijds was het getal gedoopten van 4300 tot bijna 8800 gestegen.

De stijging klom met de blootlegging van het land. De regeering toch dwong de mensdhen hun dwergdorpen van de bergtoplpen te verplaatsen naar de dalen, en in grootere dorpen aan de aangelegde wegen te vereenigen. Dit sterk ingrijpen der regeering maakte aan het koppensnellen een einde, en daarmee werd ook' aan den heidenschen godsdienst een zware slag toegebracht. Bij het uitbreken van den oorlog in 1914 waren er reeds 17000 Christenen, en 8000 doopöandidaten.

Toen is echter begonnen, wat men de geestelijke opwekking van Nias mag noemen.

In 1915 werd het 50-jarig jubileum der zending gevierd te 'Gunung Sitoli. De kerk was stampend vol, toen de zendingsdirector Fries zijn prediking hield over 1 Cor'. 3:9—13. Daarna werd er een vergadering gehouden van de oudsten uit de verschillende Jilaatsen. De Inlanders zelf voerden het woord, en beantwoordden de vragen: at is er op Nias in de laatste 50 jaar veranderd? Wat ontbreekt ons nog? en dergelijke onderwerpen meer. Algemeen was de indruk, dat de vergadering buitengewoon goed geslaagd was.

Dit werd het volgende jaar ook openbaar.

In het dorpje Humene begon de ontwaking. Om den indruk, op bet jubileum gewekt, te bevestigen en te .yerdiepen, ving Rudersdorf aan met liet bo'uden van bijbelklassen en bidstonden; men sprak met name over de viering van bet H. Avondmaal in aansluiting met 1 Cor. 11. Terwijl men eerst plaats genoeg vond in bet huis van den zendeling, werd de opkomst zoo groot, 'dat ten slotte de kerk moest worden gebruikt. Heilige geestdrift maakte zich van talloos velen meester. Men kwam vrijwillig de zonden belijden. En de verborgenste dingen werden openbaar.

En dit duurde maanden. De geheele gemeente was in geestelijke beroering. 'De een beleed heimelijk weer afgoden te hebben gemaakt, een ander had toovermiddelen gebruikt: diefstal van allerlei aard, nijd, haat enz., alles beleed' men voor den zendeling.

Uit andere plaatsen kwamen de helpers zien, en de beweging plantte zich als vanzelf voort. Een zendeling schreef in die dagen: „Overal honger en dorst, overal open gewetens en opien harten, overal nieuw inzicht, overal ontwaakte geweten* en angst over de zonden. Vele vragen opi de lippen, en vele gesprekken onder vier oogen, vragen zooals men nooit gehoord beeft, inzicht z'ooals men volstrekt niet verwacht bad, maar ook bieöbten van bergen van schuld waarvan wij niets geweten hadden".

Natuurlijk waren er ziekelijke afwijkingen, zooals het bij zulke bewegingen dikwijls gaat. Doch over het algemeen gelukte het den zendelingen de beweging in het goede spoor te leiden en te houden. Er kwam een verdiept inzicht in de geestelijke zaken, een verhoogd meeleven met de kerk, een verinnigd gemeenschapsleven, een versterkt verantwoordelijkheidsbesef, en een toenemende offervaardigheid.

Wel is de vraag gedaan, of het zou standhouden. Nu, de beweging heeft veel van haar eerste kracht verloren; alles gaat veel kalmer toe; doch de verdieping en de yerinniging heeft allerminst opgehouden.

De bewijzen, dat bet Gods Geest is, die op Nias werkte, zijn duidelijk aan te wijzen. Allereerst moet in bet oog worden gehouden, dat Niassers geen warmbloedige negers zijn, maar flegmatieke Maleiers; en toch, weUi een extase! Welk een diep zondebewustzijn, welk een verootmoediging voor God. Voorts, er was begeerte om te herstellen wat men misdaan bad; gestolen goederen b.v. werden teruggegeven; bet christelijk leven werd gezien in naastenliefde, hulpvaardigheid enz. En dan ook, het verlangen om het Evangelie te liooren en Gods Woord te onderzoeken werd algemeen; de gewone godsdienstoefeningen werden onvoldoende geacht; er moesten andere bijeenkomsten worden belegd. Men verlangde betere opleiding voor de helpers. Ook nam de begeerte om evangelist te worden toe; in 1916 waren er slechts 6 en in 1925 reeds 100.

Behalve de verdieping van het geestelijke leven der gemeenten zelf, droeg de beweging ook' nog vrucht voor het zendingswerk. De kerk breidde zich geweldig uit. In 1916, toen de beweging begon, waren er ongeveer 18000 Christenen, en in 1925 reeds 65000, terwijl er 23000 voor den doop werden voorbereid. Als men nu bedenkt, dat de geheele bevolking 180.000 zielen is, kan men zeggen, dat Nias met snelle schreden op weg is naar het Christendom.

Het Rijnsche zendingsgenootschap, waarVan deze zending uitgaat, mag, evenals op. haar arbeid in Sumatra's Bataklanden, wel zeer in het bijzonder den zegen Gods op baar arbeid ervaren.

J. D'. W.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 maart 1927

De Reformatie | 8 Pagina's

De opwekking op Nias.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 maart 1927

De Reformatie | 8 Pagina's