GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Pers-stemmen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Pers-stemmen.

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het Hongaarsche Calvinisme van 1918 tot heden.

In het pas verschenen nummer van „Antirevolutionaire Staatkunde" geeft pTOif. ür .1. Sebestyen een prachtig overzicht van de histoirie van het Calvinisme in Hongarije. Het is een model van beknoptheid. Indien wij ook uit andere landeri'Jzülke iverzichten kregen, izoiiden wij ons tegenover hen niet zoo vreemd voelen. Weliswaar beschouwt prof. Sebestyen het Calvinisme hier uit politiek oogpunt. Maar ook voor het kerkelijke leven k'an men hieruit veel leeren. Trouwens.'ke: k en politiek moeten wel van elkander gescheiden woxden, maar èn het Calvinistisch kerkelijk leven èn het Calvinistisch politieke leven hebben tan slolte toch dezelfde principiëele basis. Hij verdeelt de historie van het Hongaarsche Calvinisme in drie perioden: van 1526--18H7, van 1867—1918, van 1918 tot heden. Omtrent de laatste schrijf hij:

„En deze tijd ie met de October-revolutie van 1918 en met liet Communisme van 1919 feitelijk gekomen. Radicalisme en sociaal-demokiatie zijn — door den voortdurenden arbeid en agilatio der vrijmetsélaarsloges en vakvercenigiogen en dooi-de groöte debacle van den wereldoorlog — vreeselijke, immers goed georganiseerde, machten geworden en de lieden van de Roomsch-Katholieke volkspartij hebben hun aanhangers ook eneffgiek georganiseerd. Zoo kwam dan in'1918 de Octoiber-nevoluüe, waardoor niet alleen aan de 67er Ausgleichparlij, maar ook aan de Ona£liankelijklieidspartij het besïaansrecht werd ontnomen. Want Oostenrijk en de Habsbuxgers vielen weg en hierdoor heelt het bestaan van deze twee, sinds 1867 heerscheiide partijen geen zin meer.

De Protestanten en vooral de in de poHtiek een steeds grootere rol spelende Gereformeerdeiii zijn echter hierdoor — bij gebrek aan eigen politieke organisaties — in de grootste verlegenheid en moeilijkheid gekomen. Want toen bet Communisme in Augustus 1919 viel ©n de Christielijk-nationale reactie kwam, w.as het oude parlement alleen de Roomscli-Ivatholieke Volkspartij nog staande, die nog als possibel kon optreden. En zoo werd dan deze Roomsch-Katholieke \'olkspartij het nieuwie kristallisatiepunt van de geheele moderne Hongaarsche Chrisie'.ijfce politiek en zoo kreeg het geheele Christehik-nationale regime in Hongarije — niettegenstaande de .vele Protestantsche leidslieden — een sterke Roomsch-Katholieke tint.

De toestand van de Gereformeerden werd zoodoende zeer moei'.ijk. De groote massa Gereformeerde boeren nl. die vroeger voor 90 procent tot de Onafhanhelijheidsparlij behoorden en vele rnteHIctueelen, die onder de 'Tisza's zich wel voelden., kunnen hun politiek tehuis niet meer vinden.

Want miet de radicalen en de door de Joden zeer gecompromitteerde liberalen witten z, ij uit patriottische en nationale gevoelens niet samen gaan. MWM met de klerikaal gezinde Christelijfc-nationale partij willen zij — uit *elg: euze overtuiging — ook niet in één parüj leven. En zoo staan zij nog steeds, ook hieden ten dage, voor het probleem: wat nu? Want zij voelen reeds van jaar tot jaar sterker, dat tegen bet zich steeds meer en meer organiseerende moderne (en .atheïstische radicalisme, libieralisme en sociaaldemoGi'aüe en tegen het machtig vooruitdringen en zich ook poliliek energiek organiséarende klericalisme, de personen van hunne z g. Gereformeerde staatsheden geen. bhjvende en vasle redmiddelen meer kimnen zijn.

En zoo is dan. het zaad van de Anti-revolutionaire parüj in het jaar 1920 ook in Hongarije gezaaid, hi 'dit jaar is nl. de Gereformeerde beweging „officieel" opgetreden en in dat jaar hebben wij ook den Calvinistischen politieken bond te Boedapest opgericht.

De ontvangst is wegens de onkunde der menschen niet bijzonder enthousiast geweest. Maar na afloop van zeven jaren kunnen wij het — met dankbaarheid aan den Heere — vaststellen, dat de vatbaarheid der zielen, gedurende deze jraren, biritengewoon is toegenomen. Nu staan wij op het punt — want bet historisch .oogenblik is daar — om D.V. tot eigen oïiganisatie over te gaan en een eigen zelfstandige politieke partij op Calvihistiscben grondslag o|) te richten. Zal dit met de hulp des Heeren slagen, dan zal de oude historische lijn van het Hongaarsche Calvinisme niet alleen op tbeologisch en kerkelijk, maar ook op pohtiek gebied met ootmoedig, maar tot den strijd voor de eere Gods gewapiend hart, voort-' gezet worden."

Het verblijdt ons ten zeerste, dat pa-of. Sebestyen het psychologisch moment, het historisch oiogenblik, wil aangrijpen.

God van den hemel doe het dezen stoeren strijder gelukken.

De krisis in den Islam en Indië.

Gelijk men reeds uit de dagbladen heeft kunnen lezen, kraakt het in de wereld van den Islam.

Het Mohammedanisme is een geweldige krisis ingetreden en niemand kan vooirspellen, waarop dit zal uitloopen.

Het is vooral voor onze Zending noodzakelijk hieraan meer dan voorbijgaande aandacht te schenken.

„De Banier", het Christelijk Weekblad row Neland sch-Indië, wijdt er de volgende beschouwing aan:

Daar moet dan toch wel een heele onrust gaan door geheel de Islamitische wereld. Het voor den Islam onrustbareind bericht gaat de wereld door: dat iMoestafa Kemal den band tusschen Turkije en den Islam zou hebben verbroken; dat Turkije a-religieus zou zijn geworden.

Eerst was daar de afzetting van den Khalit, b^' afscbaflen van het khaJitaat.

Daarna komt bet ontstellende bericht dat de Moli' wet als staatswet zou worden afgeschaft en een ijieuw op de Westersche burgerrechtelijke beginselen gebaseerde codificatie zou worden ingevoerd.

Dan weer dat het polygame huwelijk zeu worden afgeschaft.

En nu — om den beker vol te maken! — de belangrijke verklaring van Turkije's president op het Volkspartij-congres in bet laatst van October gehouden :

„De Turlcsche staat is volkomen a-neligieus.

ISfog bestaat er een grondwetie'ijfce bepaling, waarbij de JMohammedaansche godsdienst tot staatsgodsdienst wordt verldaard; drie jaar geleden toch, bij de vaststelling van de nieuwe grondwet, was zulk ©en bepaling bij wijze van overgang noodig.

Deze b e p a 1 inig zal echter bij de o er s t ö gelegenheid de beste uit die grondwet worden geschrapt".

Zou deze schokkende mededeeling niet ^.nders dan verwondering . hebben geb aard ?

iHet zal wel' ontsteltenis hebben gewekt. De orthodox-Islamitische wereld zal zich ontzet hebben afgevraagd: „waar gaan we heen? " De verklaring moge dan niet bedoelen een anti-godsdienstige stemming tot uiting te doen komen, „slechts" een a-r e 1 i g i e u z e gezindheid, die slechts met zich mee zou brengen , , een volkomen vrijmaking van het nieuwe Turkije op godsdienstig gebied", de orüiodoxe Islam moet hierin wel zien ©en zoodanig verval, ja afval van de heilige wetten en gewoonten, dat zij het ergste zal moeten vreezen.

De zoo nauwe band tussehen Turkije en Khalifaat en laliam sinds honderdtallen van jaren gelegd, wordt nu ruwweg doorgesneden. Een begrip van godsdienstvrijheid — bij den Islam in wezen onbekend — wordt hier rücksichtslos aanvaard, gepropageerd en binnen afzienbaren tijd in practijk gebracht.

Voor velen moet de vaste grond onder de voeten wegzinken. Alle vastigheid is weg en te verwachten is, dat velen, — nu de staat hen is voorgegaan — ook zelf voor eigen leven de lijnen doortrekken en zelf eiken band met den Islam zullen doorsnijden.

De verschijnselen doen zich al voor.

De Loc. van 2|2 Nov. meldt dienaangaande:

„Men, zegt, dat deze houding van den Gazi — de consequentie van zijn religieus-onverschillig standpunt sedert de beëindiging van den onafhankelijkheidsoorlog — niet zonder invloed is gebleven. Het mosfceebezoek zou aanzienlijk verminderd zijn, de stipte navolging van voorschriften aanmerkelijk verzwakt. De Gazi zelf moet na den onalhankelijkheidsoorlog geen voet meer in ©en moskee gezet hebben, en er wordt verhaald van een ministerraad, waarin ieen dier ministers een kanonieke wet aarrhaalde om Moestafa Kemal's politiek te bestrijden. De Gazi moet toen den Koran gegrepen, die in een hoek van de kamer gegooid en gezegd hebben dat „de vooruitgang niet mag worden tegengehouden door wetten en regelen, vastgesteld ten behoeve van een vergane generatie."

Daargelaten of zulk een tafereel zich inderdaad heeft afgespeeld, mag men met belangstelling gadeslaan hoe de Turksche onderdanen zich gedragen na de jongste beslissing van hun dictator".

Indien waar mocht zijn wat hier van den ïlazi met den koran verteld wordt, zal de breuke wel zoo volkomen mogelijk zijn, en dan zal Turkije niet meer het land kunnen zijn, waarnaar de Moh. met een aeker reikhalzend verlangen, naar uit zal zien als „de bevrijder". Dan zal ook voor Indië het gevaar van Turksclie propaganda, waarvoor men nog in de oorlogsj^aren zoo bang was, verdwenen zijn.

Dan zal vermoedelijk de beteekenis öf van Egypte öf van Hedjaz op politiek gebied toenemen en zullen lde oogen der Moh. wereld zich bij voorkeur denkelijk richten naar het rijk van Ibn Saoed. Sic transit gloria!

Zullen ook de andere Islamitische dentra de gevolgen van deze krisis ondergaan?

Zoo ja, dan zal dit na zich sleepien. dat eenerzijds het fanatisme in de Islamitische orthodoixie stijgt en anderzijds vele Mohammedanen voor den Islam verloren gaan.

Onze Zending moet paraat staan om deze verdeeldheid aan te grijpen, ten einde de wankelenden aan te bieden de vastheid van het evangelie van Jezus Christus, die gisteren en heden dezelfde blijft en tot in alle eeuwigheid.

De Vrijdenkerij in Zwitserland.

Gelijk overal valt ook de Vrijdenkerij in Zwitserland in haar eigen zwaard.

In een propaganda-bladverTdaart de „freigeistige Vereinigung":

„Vrijzinnig noemen wij onze wereld-en levensbeschouwing, wijl zij niet aan leerstellingen (dogma's) van welken aard ook gebonden is."

Maar daarop volgt onmiddellijk:

„Vrijdenker is 1. wie onder afwijzing van elk wonder-en „'Jenseits"-geloof, de overtuiging is toegedaa.n, dat alles wat is en geschiedt, op-natuurlijke oorzaken berust, welke wetenschappielijfce hulpmiddelen, bloot te leggen en te. verklaren zijn; 2. wie de overtuiging is toegedaan, dat omze idealen en onze zedelijke beginselen geen bovennatuurlijke fundeering en rechtvaardiging behoeven, maar ondubbelzinnig en konsekwent uit de werkelijkheid, vrij van vooroordeelen verstaan, en uit de waardeering van ons aardsche leven als ons eenig en uitsluitend bestaan, voortvloeien."

De „Reformierte Schweizer Zeitung" zegt bet hare van deze tegenstrijdige enormiteiten.

Het verbaast, dat de „vrijdenkers" zelfs van logisch standpunt uit niet inzien, dat zij zichzelf oordeelen.

Alleen dan neemt onze verbazing een eind, wanneer wij gedachtig worden aan de voOirzegging, dat God een kracht der dwaling zal zenden, zoodat zij de leugen gelooven.

Een brochure van prof. Machen.

Prof. Machen van Princleton behoeven wij niet meer aan onze lezers voor te stellen.

Deze stoere strijder voor de Calvinistische wereld-en levensbeschouwing in Amerika denkt er niet aan de wapens neer te leggen.

In Mei zal erover beslist moeten woirden of de „Board of Directors" (wij zouden zeggen: de Curatoren, die met het geestelijk toezicht zijn belast) en de „Board óf Trustees" (wij zouden zeggen: de Directeuren, die voor het stoffelijke hebben te zorgen) van het Seminarie te Princeton tot één college zal worden opgesmollen.

De „Curatoren" zijn onverdacht orthodox, onder de „Directeuren" zijn onderscheiden liberale elementen. Worden die colleges vereenigd, dan is het slechts een kwestie Yan tijd, dat het modernisme en de halven of gelijk zij zich bij voorkeur noemen „de gematigden" de overhand zullen behalen. En dan is het met de orthodoxie van Princeton gedaan.

Om dat zoo mogelijk te voorkomen heeft prof. Machen een strijdschrift gepubliceerd onder den titel: „The attack on Princeton Seminary", d.i. de aanval op het seminarie te Princeton.

Ds Tanis wijdt er in „The Banner" een artikeltje aan. Daaruit vernemen wij, dat pirof. Machen er met alle kracht op aandringt, dat de vereeniging van die twee colleges niet zal worden verwerkelijkt. En hij verheelt het motief niet, wat hem daarbij drijft.

Hij vraagt of de liberalen, die de meeste Presbyteriaansche seminaries meer dï tninder onder hun controle hebben, nu nog niet bevredigd zijn? Waarom kan, aan de orthodoxe groepi niet één seminarie worden toegestaan?

Uit deze enkele gegevens blijkt wel, dat prof. Machen in deze brochure' warm loopt. En geen wonder!

De kwestie van het to be or not to be van de OTthodoxie in de Presbyteriaansche kerk is liier in het geding.

Bij al den laster, welken prof. Machen om zijn niets ontziend optreden reeds moest ondervinden, komt nog deze, dat hij om zijn niets ontziend optreden in „The Congregationalist" werd gescholden voor „an intellectual, theological and spiritual Pliarize", dus; een intellektueele, theologische en geestelijke Farizeeër".

Alzoo dezelfde scheldterm als waarmee de strijders voor de eere Gods in ons land zoo dikWijls worden gegriefd.

Gegriefd zelfs door zulken, die overigens dicht bij hen staan.

Moge prof. Machen zich gelukkig achten om Christus' wil zóó te worden gesmaad.

In de Am. „Wachter" teekent Ds G. P'. de Jong hierbij nog aan: „Uit bovenstaande kimt gij afleiden, dat Satan zijne handlangers nog bezig houdt om van de kinderen Gods kwaad te spreken. De vijanden van Christus en Zijn rijk doen zich doorgaans zeer vriendelijk en voorkomend voor. Zij willen geen strijd en verdeeldheid, maar vrede' en broederlijke liefde en toegenegenheid. Het mocht wat! Als gij de wereld met rust Iaat, zal zij' u het leven niet bemoeilijken. Zoodra echter positie tegen haar wordt ingenomen, wordt de vijandschap' openbaar en men ontziet zich niet als een kwajongen uit de achterbuurt scheldwoorden ter verdediging te kiezen".

HEPP.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 januari 1928

De Reformatie | 8 Pagina's

Pers-stemmen.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 januari 1928

De Reformatie | 8 Pagina's