GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

„Christelijk Letterkundige Studiën”, verzameld  door M. J. Leendertse en Dr C. Tazelaar.  Deel III en IV. Amsterdam — Uitgevers-Maatschappij  „Holland”, 1927.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

„Christelijk Letterkundige Studiën”, verzameld door M. J. Leendertse en Dr C. Tazelaar. Deel III en IV. Amsterdam — Uitgevers-Maatschappij „Holland”, 1927.

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

„Christelijk Letterkundige Studiën”, verzameld door M. J. Leendertse en Dr C. Tazelaar. Deel III en IV. Amsterdam - Uitgevers-Maatschappij „Holland”, 1927.

Thans zijn in de serie Christendom en Litteratuur 7 deelen verschenen. Deze beide bundels zijn de jongste. Beide bundels behandelen „Dichters na 1880". • Deel III bevat:

Dr S. Eringa: Boutens als lyrisch dichter. J. V. Ham, Albert Verwey. A. J. V. Dijk, Mr. Jacob Israel de Haan. J. Haantjes, Martinus Nijhoff. Deel IV geeft:

M. J. Leendertse, Frederik van Eeden. K. H. Miskotte, Henriette Roland Holst. P. J. Molenaar, Lodewijk van Deyssel.

Het mooie van deze beide bundels is, dat ze dichters na '80 behandelen. De eenheid van schrijvere en dus van conceptie en methode is er niet, maar van onderwerpen wel. En dat is een voordeel, al heeft de redactie zich daarmee haar taak verzwaard, wanneer we haar in de toekomst nog lang zullen zien werken; hetgeen gehoopt wordt.

Voorts hebben beide bundele nóg een tweetal voordeelen. Ze zijn geïllustreerd (portretten der behandelde auteurs); en ze geven waardevolle bibliografische aanteekeningen; daardoor wordt "het gebruik voor wie studeeren wil, vergemakkelijkt, en kan men, ook in de kritiek op de besproken auteurs, eigen wegen zoeken. Als ik 't zeg - gen mag (en dat kan geen kwaad, want de mêesten denken toch, dat 't aan mij ligt) dan geloof ik, dat de kritiek hier en daar wat positiever gekund had. Dan was de bundel nog meer geworden, wat zijn naam zegt: „Ghristelijk-letterkundig. Nu is het soms: letterkundige studiën van christenen".

Hiermee wil ik evenwel niets ten nadeele van de uitgave zeggen. Wij 'staan nu eenmaal voor het feit, dat de litteraire kritiek uit positief-christelijk standpunt nog te weinig vruchten bieden kan; eenerzijds, omdat er nog niet genoeg aan gewerkt is, anderzijds, omdat zij, die onder ons het terrein betreden, over de normen van de critiek, en over den positieven inhoud van het christelijk geloof, het nog veel te weinig eens zijn. Men voelt soms nog te weinig, dat de op'bouw van het godsdienstig denken in strengen, en eigen stijl, ook voor het betreden van het erf der litteratuur, en dan met critische waarneming, een eerste voorwaarde is. En daarom komen velen niet eens toe aan het werk, dat hier beoogd en aangevat wordt.

Nu lijkt mü de waarde van deze studies, en van het bundelen ervan, dat ze oriënteerend werken. Ze geven soms reeds uit het oogpunt van de christelijke geloofswaarheid waardevolle cpitiek; soms ook zoeken ze meer haar kracht in het besc'hrijvpn, en het accentueeren van bepaalde eigenaardigheden én verschijnselen in de litteratuur, welke later altijd in de eerste plaats de aandacht zullen vragen va, n wie christelijk-litteraire critiek geven wil. Zoo is het werk der redactie van groote beteekenis, omdat het grondleggend en oatalogieeerend is.

Rekent men met deze algemeene opmerkingen, dan kan aan de beide 'hier bijeengebrachte bundels groote waarde worden toegekend. De meeste opstellen zijn beschrijvend; en hebben Ihun waarde vooral in het accentueeren van die punten, waar het „om gaan" zal bij de aanlegging van den toets van het christelijk geloof aan de uitingen van de litteraire kunst van na '80. Achter de hier verzamelde opstellen ligt rijke bronnenstudie. De redactie heeft de eer, dat zij van het betrekkelijk weinige, dat uit onze kringen gekomen is, het beste samenleest, ordent, en zoo niet alleen voor het 'heden, maar ook voor de toekomst, vruchtdragend en leidend werk doet. Het eerste, door wat de artikelen reeds geven aan christelijke critiek; het tweede door wat zij bovendien daarvoor aan richting-zoekenden geven in duidelijke aanwijzingen. Niemand zal verwachten, dat altijd met den inhoud der artikelen instemming kan betuigd worden. Een enielen keer meen ik van meening te moeten verschillen; maar het is niet noodig daarvan rekens.'-hap te geven; ten eerste, omdat de aard en de bedoeling van het werk der redactie volstrekt dit niet vraagt; ten tweede, omdat ik de enkele bedenkingen, die ik had, reeds in ander verband heb aangeduid. Hoofdzaak is, dat een gevoel van groote waardeering overblijft en dat een trouwe en regelmatige aankoop van deze bundels ieder, die verder wil, helpen zal.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 februari 1928

De Reformatie | 8 Pagina's

„Christelijk Letterkundige Studiën”, verzameld  door M. J. Leendertse en Dr C. Tazelaar.  Deel III en IV. Amsterdam — Uitgevers-Maatschappij  „Holland”, 1927.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 februari 1928

De Reformatie | 8 Pagina's