GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Een merkwaardig getuigenis.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een merkwaardig getuigenis.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Bij do bespreking v^an den bundel , , Onze Mei" (in het nummer v'an de v^oirige weeki noemde ik als een van de verdiensten, dat* in bijna ieder stuk een of andere algemeene opmerking te vanden is O'vei' de op'Voeding van kinderen, de beteekenis van goede leiding in de jeugdjaren, den in-\-loed van ouderlijk toezicht, e.d.

Enkele korte citaten, gaf ik daarbij ten voorbeeld. Wegens plaatsgebrek kon ik • echter in die citatie niet betrekken een van de meest belangrijke van deze opmerkingen, de bladzijde uit de schets v^an Annie balomons „ïoen onze MopB een Mopsje was", over de moderne opvoeding.

Het vraagstuk vaii de opvoeding is een der groote problemen van den tijd, als men ten minste de geluiden mag gelooven, die allerwege daarov^er opgaan.. En het eigenlijke probleem is dan, hoe de verhouding meel zijn van de ouders tot de kinderen.

Met name ook in de romanliteratuur is deee quaestie aan de. orde. Als in alles, heeft ook in dezen de roman, die immers de raadsman, de profeet, de leider is van het moderne geslacht; , stem in. het kapittel. En dan stelt hij het probleem in dezen vorm: hoe toch de ouders de kinderen in hun rechten zullen laten, waar ze aan den anderen kant staan voor de taak' ze op te voeden. In de teekening van de moeilijkheden, de vragen, de zorgen van het kinderleven, houdt hij den ouders de plicht voor, te luisteren naar de klachten, de begeerten, de overwegingen v^an het kind. Want elke tekortkoming in de vervulling van deze plicht kan de ouders komen te staan op! het verlies van 't vertrouwen der kinderen, oorzaak worden van droeve vervreemding.

Vooral stelt hij zich daarbij sehrap' tegen allerlei ouderwetsch begrip van gezag:18e oeuwsch te zijn in de paedagogiek is het groote schrik-Ijeeld, dat hij den ouders voorhoudt. Dwingend op-Lreden wordt voorgesteld als kortzichtigheid, als niet-bggrijpen wat des kinds is. Het stellen van eisclien wordt geteekend als hopeloos-versleten ouderwetschheid, verbieden met een „omdat ik bet zeg", als egoïstische dwaasheid. Opivoeden is., zooals niet lang geleden in een radio-rede werd gezegd: ns oordeel over kinderen verbreeden, eigen verplichtingen verstaan ten aanzien van het vragend kinderhart. Dat vordert een steeds-willen-begrijpen, een heen-stappen o-ver eigen, vastgeroeste begrippen, een zich-verplaatsen in wat de jeugd belang inboezemt — en dat valt lang niet .altijd makkelijk. Maar, aldus zei de zoojuist genoemde radio-spreekster — , , de «taak van de .opvoeding is ook de allermoeilijkste, die ons in ons leven kan worden opgelegd".

.Naar zijn aard verkondigt de roman deze theorieën in een demonstratie met feiten. Zoo is do moeder, die te kort schiet in het Jsegrijpen van haar kind en daardoor oorzaak is van diens verdoling, eeir haast stereotiep'C figuur. Ik herinner h.v, aan de moeder uit „Een gelukkige famüie", „De Bruidstijd van Annie de 'Boogh", „Naar de Diepte", „De Cirkel", aan de oude Mevrouw Wijsman uit „De Opstandigen", aan Francesco' Campana's .tante uit Malescia. En als trieste pendant staat naast haar dehSrde, eisohende vader, die aan zijn kortzichtigheid het welzijn van zijn kind ten offer brengt, niets begrijpiend van diens idealen, omdat die liggeir buiten zijn eigen, egoicentrisch liestaan. Ten vroo.rbeeld noem ik den vader uit „De zonde in het deftige dorp", „Het Molenhuis", , , De Avonturen van den iMuzikant", vooral de Grootvader uit „Kleine Inez''.

In al deze romans zijn "de kiirderen hot slachtoffer van de liefdeloiosheid, bekrompienheid, bazigheid der ouders, die niets v^erstaan hebben van hun plichten en alleen maar wisten van rechten aan hun kant. - •'v-v«»< ifv, it-> , ^; ^ ...j, , ».., v „

Zóó behandelt de moderne roman het 'op'voedings„prohleem", het pleit voerend, als altijd voor zelfbeslemmingsrecht en alle verantwoordelijkheid VOO)' den levensgroei van het kind en de wijze, waarop die zich openbaart, leggend ten laste v^aa de ouders. „Naar de Diepite" van Van Boven en „Kleine Inez" van Van Genderen btort zijn. iu dit opzicht al héél-sprekende prOiOven.

Opmerkelijk is het te zien, welke de gevolgen zijn v^an dit funeste opvoedings-systeem, als het (en dat is zeker geen uitzondering) in pTactijkl wordt gebracht. In, al hun droevigheid en verontrustende donkerheid worden ze, beschreven in bekende tijdschriftartikelen als van Dr Vletter: („Waar dansen wij heen", ) v^an Dr Spoiolder, van den Indischen H. B. S.-Directeur, die in „D© Sumatra-Post" van 17 Febr. 1.1. zijn nood klaagde, en vele anderen. Het beruchte proces-Kranlz, eenige maanden geleden in. Duitschland gevoerd, 'bracht e? n samenlezing van het meest lugubere bewijsmateriaal, dat de kinderen inderdaaid het slachtoffer worden; maar dan niet v^an de ouderwetschheid en bekrompenheid der ouders, doch juist van hun moderniteit, v'an huil verbreeding-van-oordee], hun heen-stappen over eigen inzichten. En de roman, die deze moderniteit predikt en 'in tendenüeuzü schilderingen als de eenig juiste doet voorkomen, oiDenbaarl zich daarin als een door en door gevaarlijke infectie, waartegen met name de christelijka levensovertuiging zich ten kracht'gste keeren moijt Waar mogelijk on altijd weer dient ernstige waarschuwing tegen dezen modernen rattenvanger van Hamehi uit te gaan. Want met zijn schoone klanken voert hij de jeugd ten verdorvel

In dat verband nü is belangrijk de bladzijde uit Annie Salomons' schets. Wanl daar is aan 't woord een moderne vronw (modern dan in den goeden zin van het woord-) en een schrijfster, die als romancière een bekenden naam heeft. Naar kanleiding van wat zij zich herinnert over de op'valling, die in haar ouderlijk huis gehuldigd werd, neemt ze ^e moderne opwoedings-lendenzen onderhanden. En dan zegt ze, met kwalijk verholen

Ja, in het fnet rust' gèlateh' wordeh; . d'aann komen de kinderen van tegenwoordig vooir mijn gevoel veel te kort. Toen wij kl-i.n waren was nog niet die ideale verhouding tusschen ouders en kinderen bereikt van volkomen vertrouwen; van respect ook v^oor de onvolgroeide persoonlijkheid, van ouderavonden, een bibliolheek van boeken over opvoedingsproblemen, enz, enz. Wij werden gewoon verboden, öp. school en thuis; niemand agiteerde zich erover, als we eens veel huiswerk hadden, wij zelf allermin^; als we liefhebberijen bezaten — teekenen, muziek, versjes — werd dat in oaize vrije-uren getolsreerd, als de lessen er niet onder leden, maar niemand had er Bijzonder veel aandacht voor over, en de heele sfeer in huis was doortrokken van de zekerheid, dat eerst vader en moeder kwamen, dan een heele tijd niets en dan pas wij, de kinderen. Natuurlijk voelden we ons ook wel eens eenzaam en ook wel eens verongelijkt, als een

meening van ons kortaf werd opzij geschoven met een apodictisch: „Het is zooals ik het zeg, en nu geen woord meer". Maar juist dat niet altijd over moeilijkhedien heengeholpieii worden, dat dikwijls alleen staan voor problemen, die voor onze onervarenheid veel te z; waar waren, .sterkte onze: innerlijke zelfstandigheid.

' De zelfstandigheid, waarin de jeugd van tegenwoordig glorifieert, maakt opi een buitenstaander dikwijls dezen indruk, dat ze eerst, zelfstandig, doet, waar ze zin in heeft; en dat zie wanneei' ze in haar dommen overmoöd' het eigen leven jammerlijk heeft verbroddeld, toch weer op^ de ouders terugvalt, die dan maar mo-eten trachten va.n die A^erspeelde kansen nog te maken, wat er van te maken is.

Wij mochten niet, waar we zin in hadden; er werd ons misschien zelfs wel eens iets verboden, dat bevorderlijk ware geweest voor onze geestelijke groei oif dat onze levenslust had versterkt, ^faar ons innerlijk werd niet beduimeld; er werd niet (met de allerbeste bedoelingen) vivisectie gepleegd op onze ontluikende gevoelens; naaar we leerden, wat we moesten, wie droiomden en speelden, wat we konden, we schreven verhaaltjes en versjes, voorzoover we mochten .en het leven scheen veel verborgen leerlijkheden te bevatten, omdat er ons bijna alles van onthouden werd.

Ik geloiof, dat onze generatie vooir deze tucht i'u voor de nuchtere belangstelling der ouderen niet dankbaar genoeg kan .zijn".

Opmerkelijke woorden voorzeker, die in het licht van de feiten, die ik noemde, zeker een kennisnemen waard zijn.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 mei 1928

De Reformatie | 8 Pagina's

Een merkwaardig getuigenis.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 mei 1928

De Reformatie | 8 Pagina's