GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

In de Donaulanden.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

In de Donaulanden.

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

III

Voor de studenten te Budapest.

Had ik reeds eenmaal, maar dan in het pnbliek, voor de studenten een rede gehouden, voor nog een tweetal was ik uitgenaodigd en gaarne gaf ik daaraan gevolg.

De eerste was bestemd voor den besloten kring van „Soli Deo Gloria", den Bond van „strenge" Calvinisten naar men weet, waarbij' natuurlijk ook niet-theologen aangesloten zijn.

De andere voor de theologische studenten.

Tol mijn spijt liet de tijd het niet toe om vragen te stellen en te beantwoorden.

Ook al besnoeit men een voordracht nog zoo sterk, de Vertolking maakt, dat zij' eens zoo lang wordt.

Bij een volgende gelegenheid zou eventueel naai een andere methode kunnen worden omgezien.

Door de uitwisseling van vragen en antwoorden leert men het geestesleven van den Hongaai'scluni student natuurlijk beter kennen.

Wel heb ik er zooveel van begrepen, dat de studenten daar voor andere vragen staan dan hier.

Dat hangt vanzelf saam met de geheele geestesgesteldheid van de GerefOirmeerden in Hongarije.

Dat is echter een pnnt, dat voor de algemeene beschouwingen blijve bewaard.

Zooveel wil ik er 'hier slechts van zeggen, dat het dogmatisch interesse nog eerst aan het opkomen is.

Ook de konferentie, welke ild, zou houden met het bestuur van „Soli Deo Gloria" kwam door den krap toegemeten tijd zeer in het gedrang, maar ze ging in elk geval door.

Het instituut, waar de theologen te Budapest hun oipleiding ontvangen, draagt een kerkelijk karakter.

De hoogleeraren worden door de kerk benoemd. Een zekere beginselkwestie, gelijk bij ons, schuilt er niet achter.

Alleen in Debreczin heeft men een theologische fakulteil. 1

En — om de parallel nu maar door te trekken — ook heeft Debreczin alleen het recjht van promotie. De theologische fakulteit staat er onder den staat.

Wat Hongarije op ons voor heeft zijn zijn ruime gebouwen ook voor 'de theologie.

Zoo is het om te beginnen al te Budapest.

Een enorm gebouw biedt hier huisvesting. Van uiten onderscheidt het zich niet door bijzonder© schoonheid. Gelijk schier alle gebouwen, ook vele oonhuizen, heeft het een groote binnenplaatSi aarop tal van collegezalen en andere verblijven itzien. Een gedeelte ervan is gereserveerd voor en bisschop, waardoor ook al uitkomt, dat men ier met een kerkelijke Inrichting te doen heeft. en monumentale trap leidt naar de hoogere veriepingen en naar de mooie aula. •

Heel beneden vindt men de eetzaal voor stuenten. Typisch, 'dat, gelijk in Amerika, ook op en paar plaatsen in Hongarije, misschien wel in lle, waar een, wetenschappelijke inrichting is, de etzaal in de „basement" wordt aangetroffen.

Professor Hammer, hoogleeraar in de Nieuw-Tesamentische vakken, eet daar in Budapest gereeld mee. Een enkelen keer ook de andere hoogeeraren. En voor deze gelegenheid zaten alten ee aan.

Waar het diner 's middags werd opgediend, had-

den de studenten groote haast. Maar zij wisten er weg mee. Zoowel aan hun gedaanten als aan de maaltijden was het te zien, dat de tijden van ondervoeding voorbij zijn. Er ïs anders veel, zeer veel geleden. Ofschoon ook wij' gerantsoieneerd-werden, kunnen .wij er toch moeilijfe een begripi van l^yormen hoe de toestanden daar waren. Als men 'de-verhalen hoort, krimpt het hart ineen. Want men vergete niet, dat, toen andere landen, ook de oorlogvoerende, reeds wat op verhaal kwamen, Hongarije er steeds erger aan toe werd. Eerst teis-.terden de Bolsjewisten het land. En toen men zich daarvan had ontdaan roofden de Roemenen, wat er overbleef weg. Men moet hier onwillekeurig denken aan het waard van Joel: , „Wat de rups heeft overgelaten, heeft de sprinkliaan afgegeten ga, wat de sprinkhaan heeft oivergelateïi, r.Jieeft de kever afgegeten en wat de tever heeft |overgelaten, heeft de kriridworm afgegeten". Noch rjn België, noch in Frankrijk, noch in Dnitschland |wordt zooveel over de naweeën van den oorlog Igesproken als daar. Toch herstelt Hongarije zich merkbaar.

Juist toen ik in Budapest was werd Bela Kun, het bolsjevistische beest, dat Hongarije vertrapte, in Weenen gevangen genomen. De kranten stonden er natuurlijk vol van. Gelukkig, dat er een paar kranten, waaronder de „Pester Lloyd" de voornaamste is-, in het Dnitsch verschijnen, zoodat ik me-, eeoigszins van de volksstemming op-de hoogte kon lïonden. De eerste reactie op^ het feit iestond vanzelf hierin, dat men JBela Kim aan Hongarije wilde uitgeleverd zien. Men beschouwt hem daar namelijk niet slechts als een politieken misdadiger, maar als esen gewonen. Men beweert, dat hij niet minder dan drie moorden opi zijn geweten heeft. Door kommunistische ai socialistische elementen in het buitenland wordt daartegenover volgehouden, dat ook deze moorden een politiek karakter droegen. De volgende dagen hield deze vraag het publiek bezig: zal Oostenrijk Bela Kun uitleveren? Men was gezien opgedane ervaringen in deze niet erg op-timistisch gestemd. Een oiogenblik scheen - het dan ook, of Hongarije "de kans van een weigering niet wilde laopen. Ten slotte zijn toch de noodige stappen bij Oostenrijk gedaan. En nu leeft men in spanning.

De uitersten raakten elkaar. Want toen iedere Hongaar zich bezig hield met Bela Kun, trok ook het fascisme aller aandacht. In de straten van Budapest warar sterke touwen gespaimen, waaraan groote vlaggen waren bevestigd, die de Italiaansche afgevaardigden, die Hongarije bezoohten, met Hongaarschen geestdrift welkom heetten. Een aardig incident viel er in het oude parlementsgebouw voor. Ik had een oogenblik bij' de wereldbeschouwing van het bolsje'visme stilgestaan. • Ik wilde ook die van het fascisme teeJdenen. Ik begon ongeveer met te zeggen, dat ik mij kon in-'denken, hoe er voor de Hongaren redenen bestondeij. om een geheel andere houding aan te nemen tegenover de fascisten dan tegenover de bolsjevisten. Opeens applaus. Toen moest ik echter het puJjliek eei soort van koudwaterstraal toedienen, door hen te waarschuwen tegen de beginselen van het fascisme. Ik maakte het water natuurlijk eerst niet al te koud, doch van lieverlede deed ik de temperatuur dalen. Men nam dit niet alleen goedmoedig op, maar later betuigden enkelen met deze passage hun instemming.

Doch ik moest naar mijn studenten terug, ofschoon zij ook in het oude parlementsgebouw dicht genoeg bij mij waren.

Bijna alle studenten wonen in hospitia. Met uitzondering van de Budapesters zelf natuurlijk. Ook in Amerika — misschien ook wel in andere landen —-ziet men veelal hetzelfde. Daarover heeft wijlen president Wilson, toen hij nog president aan de universiteit te Princeton was, een zwaren strijd te voeren gehad. Die rijkeren huurden voor hun zonen afzonderlijke huizlen of kamers. Totnogtoe was dat oogluikend toegestaan, mede omdat die rijken groote giften voor de universiteit schonken en een Amerikaansche universiteit moet nu eenmaal gewoonlijk van groote giften bestaan. Maar deze praktijk ging in tegen Wjlsons demo^ kratisch beginsel. Hij verbood' het buiten wonen kort en goed en hield voet bij' stuk. Princeton maakte financieel moeilijke dagen door, doch kwam er weer boven op. In Hongarije' daarentegen heeft het met demokratie niets te maken. Het saamwonen in een hospitium is daar een oude gewoonte. Dit legt den studenten weleens strenge regelen op. Toen een vergadering wat later werd dan 8 uur, zag men eenige meisjes-studenten de zaal verlaten. Zij moesten omstreeks dien tijd binnen zijn, anders liepen zij haar avondmaaltijid mis. We sprongen in dit artikel wel van den hak op den .tak.

Maar dat is een eigenaardigheid van reizen.

Prof. Mr V. H. Rutgers.

Weer heeft een Rijksuniversiteit een leerkracht van de Vrije Universiteit weggelokt.

Lector Mr Chr. Zevenbergen werd beno'emd aan de Universiteit in Utrecht.

In hem gaat van. ons een veelbelovend geleerdei, een harde werker, die bij zijh drukken arbeid nog tijd vond voor omvangrijke' publik'aties.

In hem verliezen, we een sympathieke persoonlijkheid.

Van de praatjes, die over zijn niet-benoeming tot hoogleeraar gingen, spreken we niet.

Ware de ben.oeming in Utrecht nog een maand uitgebleven, dan zou men hoogstwaarschijnlijk tastbare bewijzen in andere richting hebbear gehad.

Inmiddels hopen we, dat prof. Chr. Zevenbergen in Utrecht nog lang de • Gereformeerde beginselen, welke hem ook op juridisoh gebied lief zijn, moge zaaien in de harten zijner studenten.

Gelukkig behoiefde deze vakature niet lang pnvervuld te blijven.

Mr V. H. Rutgers, onder heel ons Gereformeerde volk bekend, werd in zijn plaats benoemd.

Met de opvolging van die benoeming brengt Mr Rutgers in zekeren zin een offer.

Hij bekleedde tal van funkties, welke hij met hart en ziel waarnam en het is te verwachten, 'dat hij zich daarin zal moeten beperken.

Des te meer waardeeren - we het, dat hij zich de benoeming liet welgevallen.

In hem krijgen we een hoogleeraar, dien ons 'Gereformeerde volk reeds liefheeft om zijns vaders wil, een man, die, evenals zijn vader, uitmunt in scherpzinnigheid en sehranderheid, een 'geboren jurist.

Erkenne ons volk deze weldaad Gods voor onze Hoogeschool.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 mei 1928

De Reformatie | 8 Pagina's

In de Donaulanden.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 mei 1928

De Reformatie | 8 Pagina's