GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

ALLE DINGEN BEPROEVEN.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

ALLE DINGEN BEPROEVEN.

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

I.

Luther moet den. Bijbel „den grootsten martelaar" hebben genoemd.

Had hij ongelijk?

Yv'at heeft die Bijbel al te verduren gehad en aan wat een mishandelingen en martelingen staat hij nog altoos bloot!

Ik denk nu niet hieraan, dat de critiek het mes ter hand heeft genomen en menig stuk uit den Bijbel .heeft weggesneden, dat ze het lichaam (Ier Schrift heeft uiteengerukt, zooals het lichaam van den martelaar werd stukgereten.

Ik denk er-niet aan, dat de Bijbel van zijn goddelijk gezag wordt beroofd en verklaard voor een louter menschelijk boek; voor een boek. dat jy> . stede van Gods Woord te zijn is „ingegeven door, het geloof van menschen" en welks inhoud zelfs in meerdere of mindere mate van heidenschen oorsprong is: voor. een boek, waarin „goed en kwaad, hoog' en laag, waar en onwaar, het verhevene en het verwerpelijke in grillige mengeling bij en door elkaar staat".

Evenmin denk ik aan de beschouwing van hen, die wel gelooven, dat er in den Bijbel openbaring Gods moet erkend worden, maar die beweren, dat deze openbaring met menschelijke voorstellingen is vermengd en dat er dus in den Bijbel scheiding moet - gemaakt worden tusschen "hetgeen wel en. hi'igeen niet als Gods Woord valt te beschouwen.

51 een, ik denk aan. de kringen, waarin het goddelijk gezag van den Bijbel wordt gehandhaafd en dit boek als richtsnoer voor geloof en leven M'ordt erkend.

Ook in die kringen wordt de Bijbel dikAvijls tot een martelaar gemaakt.

Is en wordt er niet ontzaglijk met de bchrift gesold'.' Worden er niet vele van haar woorden misbruikt? Moet ze liet niet verduren, dat de een dit, de ander dat .van haar uitspraken maakt?

Telkens weer ziet ge, dat iemand in de Schrift zijn eigen, meeningen en wenschen legt en het dan laat voorkomen, alsof ze door den Bijbel geleerd worden. In plaats van ernstig te beproeven om de bchrift te verstaan, leest men haar slechts oppervlakkig en waant er dan steun in te vinden voor eigen geliefkoosde denkbeelden en voor de begeerten van het eigen hart. Men heeft zijn eigen ideeën en schuift die dan aan apostelen eti. profeten, in de schoenen. En dikwijls laat men de bchrift juist het tegendeel zeggen van wat ze werkelijk zegt.

Hoe is en hoe wordt er met Schriftwoorden geschermd om er iets mede te verdedigen, dat door de Schrift allerminst wordt geleerd!

Voor 'hoeveel dwalingen en verkeeidheden is er reeds een beroep gedaan op de Schrift!

Misbruikte .Schriftuurplaatsen zijn er bij de vleet.

En nog geldt het woord, dat Y a n O o s t e r-z e e eens schreef: „Het is niet alleen in de woestijn der verzoeking gebleken, dat de duivel, zoo hij .verkiest, ook als Schriftgeleerde kan optreden, en de ervaring "ook van onze dagen bewijst, dat or geen dwaling zoo grof is, die niet met een beroep op een uit zijn verband losgerukt, S.chriftwoord kan goed gemaakt worden, .lan kamerlingen, die niet verstaan wat zij lezen, is er nog geen gebrek".

Tot de Schriftwoorden, die dikwerf misbruikt* en gemarteld worden, behoort ook de uitspraak van Paulus „Beproeft alle dingen, behoudt het goede". (1 Thess. 5:21).

Ook menschen' uit Gereformeerde kringen, onder de ouderen evengoed als onder de jongeren, geven aan dit woord een zin, die het niet heeft, en nemen het dan in. den mond om het verkeerde, dat zij doen, door een beroep op de Schrift te rechtvaardigen.

Laat ik enkele voorbeelden hiervan mogen noemen.

Er zijn er in onze Gereformeerde Kerken, die de Gereformeerde beschouwing wat te bekrompen, het Gereformeerde leven wat te eng, de Gereformeerde zede wat al te streng vinden. Het leven der wereld heeft zooveel bekoorlijks voor hen; het trekt hen aan met zulk een machtige kr, acht; zij wille'n er zoo gaarne to. op zekere hoogte aan meedoen en zij zeggen, niet te kunnen inzien, waarom dit niet zou mogen. Zij oordeelen, dat wij in sommige dingen, waarin wij tot dusver een anderen weg gingen dan de wereld, toch geen anderen weg behoeven te gaan. Zij zien er gecri. kwaad in om schouwburg, bioscoop of danszaal te bezoeken.

En als ge er met hen over spreekt, voeren ze u tegen „beproeft alle dingen, behoudt het goede".

Veelal zeggen ze dan ook nog dit woord niet zooals het er staat. Zij geven hét met een'kleine wijziging weer en zeggen onderzoekt alle dingen. Het blijkt, dat zij in het genoemde Schriftwoord dezen zin leggen: ge moogt van alle dingen^ door eigen aanschouwing en eigen ondervinding kennis nemen, als ge maar het verkeerde wegwerpt en hetgeen u goed gebleken is behoudt. Ja, ge moet eerst de dingen zelf eens zien en hooren en meemaken, en dan pas er over oordeelen, dan uitmaken in hoeverre ze goed zijn of verkeerd en hetgeen ge goed bevonden he, bt, behouden. Doordat zij er dezen zin inleggen wórdt het „beproeven." bij hen „onderzoeken", met welk woord zij bedoelen leeren kennen door eigen \vaarneming en bij eigen ervaring.

Zoo geeft hun, naar ze meenen, de Schrift een vrijbrief om aan de vermaken der wereld deel te nemen. Men mag, ja men moet immers alle dingen „onderzoeken", maar alleen het goede behouden. En zij beweren, dat zij ook niet anders willen doen. Wat zij in bioscoop of schouwburg voor verkeerds mochten zien of hooren, wat hun in de danszaal verkeerd moicht blijken, daar zullen ze niet in. meegaan, daar zullen 'ze zich niet door laten be'i'nvloeden, dat heeft hun instemming niet en dat zullen, ze niet behouden. En zij geven er gaarne de belofte bij, dat, wanneer heel dat bezoeken der plaatsen van wereldsch© - kunst en wereldsch vermaak hun verkeerd mocht blijken, zij het terstond zullen nalaten.

Een ander, voorbeeld.

Er zijn onder onze jongens en meisjes, die de handen wel eens uitstrekken naar een slecht boek. Niet in onwetendheid. Neen, ze wéten het heel goed, dat het een slecht boek is. Dat is bekend genoeg. En toch gaan. ze het lezen. En dan trach­ ten ze dat te verdedigen met te zeggen: „beproeft", of „onderzoekt alle dingen, behoudt het goede".

Dat is natuurlijk niet meer dan een voorwendsel. Zij gaan dat boek niet lezen omdat Paulus, zooals zij hem tenminste verstaan en aanhalen, zegt: onderzoekt alle dingen. 'Zij doen 'het niet om gehoorzaam te zijn aan de Schrift. Zij doen het omdat zij in het slechte behagen scheppen. En da.n willen zij het voldoen aan hun verkeerde neigingen goedpraten voor anderen en misschien ook wel voor zichzelf met dit Schriftwoord.

Nog een derde vooreeld.

Er behooren tot onze Gereformeerde Kerken menschen, voor wie de Gereformeerde leer wat al te belijnd is én die van al die dogma's niet veel' mioeten hebben. Ze willen wel eens wat anders dan altoos dat Gereformeerde.

Ze lezen liever voor hun stichting een ni e (-Gereformeerd blad. Een blad, dat niet met dat strakke en scherpe Gereformeerde komt. Een blad, dat eens een ander geluid laat 'hooren en meer een algemeen-Christelijken inhoud heeft.

En ze beluisteren eens gaarne een anderen prediker. Ze blijven wel niet geheel en al weg uit de • samenkomsten der kei-k, 'waartoe 'zij behooren en zij denken er ook niet aan, met de Gereformeerde Kerk te breken. Maar meer of minder dikwijls worden zij toch onder de bediening des Woords in de meest zuivere kerk gemist en zijn ze onder het gehoor van een prediker, die meer preekt zooals zij het gaarne hebben: mooi moet het natuurlijk zijn, boeiend moet het wezen, maar of de Schriftwaarheid tot haar recht komt, daar zal minder op gelet - worden. Ja, hoe minder de prediker zich bezighoudt met verklaring van de Schrift, hoe meer hij het leerstellige naar den achtergrond dringt, hoe sterker hij sommige 'lijnen der vi'aarheid verdoezelt, des te beter preekt hij. hun naar den zin.

Eu als men zulke menschen over hun doen onderhoudt, als men aandringt op het lezen van Gereformeerde bladen, als men, hun zegt, dat zij op een verkeerden weg zijn met dat kerken bij andere predikers, dan trachten zij zich soms te dekken met een beroep op het woord van Paulus, onjuist weergegeven, „onderzoekt alle dingen, behoudt het goede".

Er zou waarschijnlijk nog wel meer te noemen zijn. Maar dit drietal voorbeelden is mijns inziensvoldoende om te laten zien, welk gebruik ook in onze kringen wel van dit Bijbelwoord gemaakt wordt. Ën da, t gebruik is een misbruik. Want wie dezen tekst zoo gebruikt, vat hem anders op dan hij opgevat moet worden en schrijft er een bedoehng aan toe, die aan dit woord geheel vreemd is.

Ons bleek inimers, dat men dit Schriftwoord zóó opvat als zou het ons vrijheid geven of zelfs den eisch stellen om er naar té streven, van alle dingen proefondervindelijke kennis te verkrijgen; als zou het willen, dat we ons in alle dingen zullen begeven, alle dingen zullen probeeren, van alle .dingen ervaring zullen zoeken te verkrijgen, cm daarna het goede van het kwade te scheiden, het kwade te laten varen en het goede te behouden.

Met deze opvatting staat ook de verandering van „beproeven" in „onderzoeken" in verband. Deze verandering moge onschuldig lijken, ze is het toch niet. Juist door te zeggen „onderzoekt", maakt

men dit woord tot een uitdrukking van do opvatting, die men er van heeft. Juist door te zeggen „onderzoekt", maakt men dit woord pasklaar voor eigen beschouwingen en wenschen en maakt men het tot een steunpunt voor zijn „ruimere"' levensopvatting.

Maar inderdaad biedt deze tekst dat steunpunt niet.

Zulk een zin ligt er niet in, maar wordt er in gelegd.

En het beroep, dat op de Schrift gedaan wordt, is slechts schijnbaar het aanvoeren van een Schriftuurlijken grond.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 november 1928

De Reformatie | 8 Pagina's

ALLE DINGEN BEPROEVEN.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 november 1928

De Reformatie | 8 Pagina's