GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

In de Donaulanden.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

In de Donaulanden.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

XX.

Hoe te oordeelen aver hef Calvinisme in Hongarije? VI (Slot.)

Typeerend is het voor het Calvinisme, dat het de eere Gods zoekt „op alle terreinen des levens".

Men heeft dit in den jongsten tijd weleens een cliché genoemd.

Men heeft aan het opheffen van die leuze zelfs toegeschreven de veruitwendiging, welke men bij het Calvinisme meende waar te nemen.

Maar niets is minder waar.

Ook de bekende mystieke lijfspreuk „met een boekje in een hoekje" . kan tot veruitwendiging des levens en des geloofs voeren.

Zij ontaardt zoo menigmaal in: „vroom in een hoekje, maar' wereldsch in den wandel".

Die intieme hoekjes hebben kijkgaten, waar achter de afgezonderden naar de voorbijgangers loeren en waardoor de voorbijgangers naar binnen kunnen gluren om te zien hoe vroom men wel is.

Het „op alle terreinen des levens" bedoelt niet, dat de christen in de breedte moet gaan leven in plaats van in de diepte.

Dat dit soms wel het gevolg is ligt uitsluitend aan den christen, maar niet aan het beginsel.

Het Calvinisme houdt er aan vast: gij moet leven zoowel in de diepte als in de breedte.

Men zegge niet, dat beide niet kunnen samengaan.

Zij moeten samengaan.

Zoo luidt Gods eisch.

Het historisch Calvinisme in Hongarije heeft zich dan ook inderdaad op alle terreinen des levens bewogen.

Wat het daarop heeft gepresteerd, iemand, die gelijk schrijver dezes de Hongaarsche taal niet machtig is en niet zelf uit de bronnen kan putten, voelt zich beklemd om daarover nauwkeurige inlichtingen te geven.

Hij moet het van indrukken hebben.

Die indrukken echter zeggen, dat het Calvinisme eens zijn stempel heeft gezet op wetenschap en kunst, onderwijs en opvoeding.

Hoewel er op het oogenblik weinig verband bestaat tusschen Calvinisme en politiek, zoo heeft het eertijds toch wel bestaan.

De Hongaarsche Calvinisten hebben slechts te graven in hun verleden om de wortelen van een Calvinistische politiek te vinden.

Uit die wortelen kunnen ook nu nog scheuten oprijzen.

Voorzoover een buitenstaander er over oordeelen kan, moet inzonderheid het huwelijk tusschen Calvinisme en kunst er gelukkig zijn geweest.

En toch, als ik mij niet vergis, moet op het „op alle terreinen des levens" bij het Hongaarsche Calvinisme iets worden afgedongen.

Er is één levensterrein, dat het braak laten liggen. heeft

Vergis ik mij, dan zal men mij een dienst bewijzen mij van beter te onderrichten.

Natuurlijk schrijf ik deze dingen niet neer zonder mijn gevoelen aan het oordeel van deskundigen ter toetsing te hebben overgegeven.

Dat ééne terrein, dat voor het Hongaarsche Calvinisme steeds taboe schijnt te zijn geweest, was de handel.

Handel en geldwezen zijn in Hongarije geheel in de handen der Joden. bijna

Deze maken ongetwijfeld van hun positie misbruik.

Niet alleen, dat zij door hun goud daartoe in staat gesteld zelf dikwijls een weelderig leven leiden en demoraliseerend op hun omgeving inwerken, maar zij wekken ook nijd en afgunst, haat en verbittering bij anderen op.

Zij zitten bij het laadje en brengen daardoor anderen in een toestand van afhankelijkheid.

Het Anti-semitisme tiert in Hongarije dan ook welig.

En dat alle hoogstaande Calvinisten van dat euvel vrij zouden zijn, durf ik niet beweren.

De Turk is de vijand uit het verleden.

De Jood die van het heden.

Behalve dat men dagelijks aan zijn financiëele minderheid ten aanzien van de Joden wordt herinnerd en zich met handen en voeten aan hun geldmacht voelt gebonden, zal men het ook niet licht vergeten, dat in de ure van nationaal gevaar de Joden in groeten getale naar het kommunistische kamp van Bela-Kun overliepen.

Een rasecht Hongaar uit Zevenburgen vroeg mij of ik een vriend van de Joden was.

Ik begreep waar hij heen wilde en antwoordde daarom met bijzonderen nadruk bevestigend.

Hoe dat ter wereld mogelijk was? informeerde hij. Ik wees hem er op, dat de Joden in onze onmiddellijke nabijheid wonen, meer dan eenige andere natie onze naasten zijn en dat wij naar Christus' gebod onze naasten moeten liefhebben.

Een eigenaardige hoofdbeweging zei zooveel als: tegenspreken kan ik dit niet, maar ik kan er niets aan verhelpen, dat ik de Joden niet kan luchten of zien.

Het opmerkelijke van het Anti-semitisme in Hongarije is, dat het zich voor een deel. richt tegen de zonen van de eigen natie.

Het is toch aan het licht gekomen, dat niet alle Hongaarsche Joden van Semitischen oorsprong zijn.

Eenigen tijd vóór de vestiging van het Christendom in Hongarije moet een volksstam tot het Jodendom zijn overgegaan.

Die Joden hebben zich tot den huidigen dag gehandhaafd.

Zij zijn dus aan de Hongaren stamverwant. Vanzelf hebben zich daarbij ook Semieten gevoegd.

Toch moei: het ethnologisch. verschil vrij zuiver zijn bewaard.

IVlaar voor den christen-Hongaar is elke Jood een Semiet.

Dat niet alleen. Gij vangt soms op; dat is geen Hongaar, het is een Jood.

Joden kunnen n.l. voor het besef van velen geen Hongaren zijn.

Hongaarsche Jood schijnt hun een contradictio in terminis.

Hoe wij van Nederlandsche Joden kunnen spreken is hun een raadsel.

Ter voorkoming van misverstand voeg ik eraan toe, dat natuurlijk niet alle Hongaren zoo oordeelen. Maar toch wel de meerderheid. Stellig ook onder de Gereformeerde eenvoudigen.

Evenwei zou het onbillijk zijn het alleen of voornamelijk aan de Joden te wijten, dat de handel in hun macht is.

Veeleer draagt hieraan het Hongaarsche volkskarakter schuld.

De handelsknobbel is bij den Hongaar weinig ontwikkeld.

Financieren is zijn fort niet.

Hij voelt dat niet als een gemis, maar gelijk het gewoonlijk gaat stelt hij er zelfs een zekere eer in.

Het terrein van den handel lijkt hem iets minderwaardigs.

En het Calvinisme heeft hierin destijds omzetting teweeggebracht. geen

Wanneer bij een jongen de lust om handel te drijven boven komt, zal zijn fainilie' al het mogelijke doen om hem hiervan terug te houden.

'Men zal op zijn trots werken.

Handel jDast niet bij een Hongaar.

Hierin heeft men een uiting van aristokratische Irooggevoelendheid willen zien.

Ten onrechte naar wij meenen.

De Hongaar schaamt zich den arbeid niet.

Den zwaren veldarbeid neemt hij gaarne op zich.

Den geheelen dag in de wijnbergen te werken onder een blakerende zon beschouwt hij als iets gewoons.

Eelt op de handen is hem een eereteeken.

Docli de handel, waarin hij zooveel gemakkelijker den heer zou kunnen spelen, wordt door hem gemeden.

Daaruit is het dan te verklaren, dat de Joden, die hiervoor een buitengewonen aanleg bezitten, er zich van meester maakten.

Maar het gevolg was, dat het Hongaarsche Calvinisme geen welvarenden middenstand achter zich heeft.

Grooto schade is daaruit voor het Calvinisme gevloeid.

Het bleef verstoken van de geldmiddelen, waarmee het zooveel 'geestelijken arbeid had kunnen bekostigen.

Zoodra de adel verarmde en het grootgrondbezit minder opleverde, werd het min of meer noodlijdend.

Financieel moesten de Hongaarsche Calvinisten vaak steunen op het buitenland.

En de omstandigheden gunstig. waren in zekeren zin

De studeerende jongelingschap vond in andere landen beurzen, die in den drang naar wetenschap voorzagen.

Ook zorgde de overheid voor het brood van kerk en school.

Of dit, al ware de oorlog niet uitgebroken, niet eenmaal spaak zou zijn geloopen?

Het staat te vreezen.

Dit alles is niet op eens te veranderen.

Wel is het naar wij gelooven zaak, dat de mentaliteit der Hongaarsche Calvinisten in deze een algeheele omkeering ondergaat.

Men mag het terrein van den handel niet aan anderen overlaten.

Men mag het niet, omdat het een terrein van het leven is, waarover Christus Koning wil zijn.

Wij kunnen niet anders dan den wensch uitspreken, dat onze Hongaarsche geestverwanten zich dat hoe langer hoe meer bewust zullen worden.

Hel, zal hun geestelijk en stoffelijk ten zegen zijn.

HEPP.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 5 april 1929

De Reformatie | 8 Pagina's

In de Donaulanden.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 5 april 1929

De Reformatie | 8 Pagina's