GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

GEESTELIJKE ADVIEZEN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

GEESTELIJKE ADVIEZEN

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Hebbenwein 1 Sam. 16:2 meteen geval van n o o d 1 e u g e n te doen, dat God 'dl e Heere zelf dekte met Z ij n gezag?

Zóó luidt een der vragen die in deze rubriek reeds eenigen tijd op antwoord wachten. Tenminste als ik haar rekenen mag tot die wier beantwoording hier thuis hoort.

De vraag is geen onbekende. Haar juist© beantwoording, naar het schijnt, hi©r en daar nog wel.

De zaak is deze. Als Saul door den Heere verworpen is, wordt Samuel naar Bethlehem gezonden, om een der zonen van Isaï tot Koning over Israël te zalven.

Samuel aarzelt in het uitvoe'ren van dez© opdracht. Hij vreest, dat Saul van de zalving van zijn opvolger hooren en hem^ Samuel, dooden zal, , , Hoe zou ik henengaan? " zegt hij tot God, „Saul zal het tgch hooren en mij dooden". En daarop antwoordt hem dan de Heere: „Neem een kalf van de runderen met u, en zeg: Ik ben gekomen om* den Heere offerande te doen. En gij zult Isaï ten offer noodigen, en Ik zal u te kennen geven, wat gij doen zult, en gij zult Mij zalven, dien Ik u zeggen zal."

In dat zeggen nu van „ik ben gekomen om den Heere offerande te doen", dat de Heere Samuel in den mond legt, ingeval Saul navraag l? .ij hem doen zal aangaande het doel van zijn reis naar Bethlehem, heeft men meermalen een noodleugen willen zien. We zouden hier dan een bewijs hebben, hoe onschuldig, althans in ernstige gevallen, het gebruik van een noodleugen in Gods oogen is. Want, zoo heette het dan, in wat God zelf een van Zijn knechten, niet maar stilzwijgend toestaat, maar met zooveel woorden aanraadt en beveelt te zeggen of te doen lean toch wel niets zondigs zijn.

Eea van de vele voorbeelden, hoe gemakkelijk men het zich dikwerf maakt met de Schrift, als men ook maar een schijn van kans ziet, bij haar te vinden wat men zoekt. Intusschen wil ik daarmee niet zeggen, dat het altijd dergelijk boos opzet was wat hier dwalen deed. Ér zijn er ook, ^ die hier volkomen te goeder trouw mistastten, en 'die, omdat ze de aanbeveling van een noodleugen niet konden rijmen met Gods waarachtigheid en heiligheid, met deze Schriftuurplaats verlegen zaten.

Rustig en met nadenken lezen van dit Schriftdeel had hen anders spoedig genoeg uit de verlegenheid kunnen helpen.

Wat hen in d© war bracht was, dat de Heere eerst na Samuels bedenking spreekt van het offer, dat hij te Bethlehem zal hebben te brengen. Dat maakte op hen den indruk_, als zou God, bij zijn opdracht aan Samuël, aanvankelijk niet aan offeren gedacht hebben, en het pas hebben opgenomen in zijn last aan den profeet, na diens tegenwerping, als een middel om hgm te dekken tegen Sauls navraag en wraiak. God verzint dan, med; eerbied gesproken, die offerande te Bethlehem als middel^ om Saul op een dwaalspoor te brengen. En toegestemd moet. dat, al zou er zelfs bij' déze orde in den aang. van zaken, nog niet de minste schaduw op Gods heiligheid vallen, hij, toch de gedachte idaaraan begrijpelijk zou maken.

Doch zóó ligt de zaak niet. Het brengen van een offerande bij gelegenheid van Davids zalving — iets wat bij dergelijke plechtige handelingen trouwens gewoonte was, en bij Samuël althans zoo goed als nooit achterwege bleef — hehoorde reeds van tevoren tot Samuels opdracht. Dat da Heere er niet van sprak vóór Samuël zijn bedenking maakte, sluit dat niet uit. De voorstelling van naar Bethlehem te gaan en David te zalven, verschrikte Samuël, bij' den toestand van razomij waarin Saul gedurig verkeerde, in zóó hevige mate, dat hij den Heere met zijn bedenking in d© rede viel. Zoo komt het dat God pas van de offerande te Biethlehem spreken kan, na Samuels tegenwerping.

Samuël zou inderdaad te Bethlehem gaan offeren. , Het brengen van ©en offerande en het toerichteö van een offermaaltijd zou zelfs het eerste zijn, dat hem te Bethlehem te doen stond. Als Samuël dan ook op de angstige vraag van de oudsten der staidl: „Is uwe komst met vrede? " antwoordt: „Met vrede; ik ben gekomen om den Heere offerande te doen, spreekt hij geen leugen, maar waarheid.'Zeker, hij zegt hun niet alles aangaande het doel van zijn komst. Maar niet alles te zeggen aangaande een zaak is nog geea liegen en bedriegen; allerminst als, gelijk hier, om nog ernstiger r©den©n dan het afwenden van levensgevaar, 'de zaak di© het geldt, nog niet ten volle geopenbaard mag worden.

En daarm©© handelde Samuël ..geheel overeeiaikomstig liet woord en do bedoeling des Heeren.

Davids zalving mocht nog niet publiek wordea. Dit deel van Zijn raa'd eii doen wilde de Heere niet, dat Samuel reeds bekend zou maken. Wie zal Hem daarover ter verantwoording roepen? Wat sterveliag, hij mag dan Saul of anders heeten, kan van den Allerhoogste eischen, dat Hij, op zijn navraag, hem door Zijn knechten openbaren zal, wat Hij alsnog verborgen wil houden? Als het, naar het woord van den Spreukendichter, reeds het recht eens Konings is om een ^aak te verbergen, hoeveel te meer dan is het het recht van den Allerhóóesten Koning.

Een deel van zijn opdracht mag, naar Gods woord, Samuel, bij navraag van Sauls kant, openbaar maken; een ander deel niet. En de openbaarmaking van het eerste dient hem tot dekking tegen een gevaar dat hij vreest.

Het is, gelijk Calvijn bij I Sam. 16:2 aanteekent: r is een groot verschil tusschen het verbergen van iets en het voorwenden van iets.

En Samuel, als hij handelde naar Gods aanwijzing, wendde niets voor, werkte niet met verzinsel of leugen, maar verborg alleen wat God alsnog verborgen wilde houden. Calvijn oordeelt dan ook, dat er in het woord Gods tot Saniuël schijn noch schaduw is van leugen of bedrog.

duw is van leugen of bedrog. Wèl is er, naar het me voorkomt, een element in Gods zeggen tot Samuel, dat rechtstreeks samenhangt met de vrees van den profeet: het bevel n.l. om voor de offerande te Bethlehem met zich mee te nemen „een kalf van de runderen". Want op zich zelf noodig was dat niet. Samuel had • ook te Bethlehem zich wel van een offerdier kunnen voorzien. Dat de Heere hem beveelt het met zich te nemen, zal wel zijn reden hierin hebben, dat zóó Samuels verzekering op eventueele navraag, aanstonds des te geloofwaardiger zou zija, en allicht ook, dat daardoor zulke navraag zelfs van te voren overbodig schijnen en derhalve achterwege blijven zou.

Dat zou hier het blijk van de vaderlijke zorge Gods over Zijn Imechten, tóch al in meer dan één opzicht zoo treffend, dubbel ontroerend doen zijn.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 31 oktober 1930

De Reformatie | 8 Pagina's

GEESTELIJKE ADVIEZEN

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 31 oktober 1930

De Reformatie | 8 Pagina's