Miebetje, door W. H. Tuinstra—Temminck.

Met dit boek is de 346 jaargang van de Christelijke Bibliotheek van Callenbach voltooid. Beschreven wordt hoe Miebetje tot een eerste huwelijk komt, daarna haar man verliest, en dan een tweede huwelijk zal aangaan. Mooie karakters zijn vooral Oom Hans en Tante Goos; eigenaardig, omdat zij ongeloovig zijn; terwijl met name de vader van Ben, Miebetje's eerste man, een positief Ghristen, nu juist niet in vriendelijkheid uitblinkt. De geestelijke strijd van Miebetje achten wij zeer goed geteekend. Het boek is over het geheel boeiend geschreven, en wij houden het voor een goed geslaagden Xhristelijken roman. Over de uitgave kunnen wij dit-Kaal niet erg roemen; het schijnt ons toe, dat ook aan föBt inbinden niet genoegzame zorg is besteed.

En nu vangt spoedig de 35e jaargang aan; Callenbach heeft zijn program al gereed: natuurlijk een Kerstboek opent de rij; dan volgt „In de mijnen", door Williams, een verhaal uit de Limburgsche mijnen; daarna „De keizerin van Austa Rauracorum", door Kathe Papke; en „Het lokkende land", door Mevr. Wester-^ink—Wirtz, dat zich aansluit bij haar „Josephine";

•fer het vijfde deel viel nog geen beslissing. Het proram is dus zeer aantrekkelijk, en de rij van inteeke-Jaren op de Chr. Bibliotheek zal wel weer langer fïworden; waartoe vrij door onze aanbeveling gaarne willen meewerken.

J-D. W.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen