GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Wat is twijfel?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Wat is twijfel?

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Reeds hebben we den twijfel eenigermate in zijn werking leeren kennen. Ook hebben we enkele van d© beoordeelingen aangehoord, waarmee hij gewaardeerd wordt. Voordat wij echter de methode kunnen bespreken, waarop hij het doelmatigst behandeld kan worden, zal het noodig zijn, dat wij beproeven, nog iets nauwkeuriger te zeggen, wat hij eigenlijk is en waarin met nam© het wezen van den religieuzen twijfel bestaat.

Norman Wilde beschrijft den twijfel als een afwezig-zijn van geloof; de toestand waarin wij nog niet tot een positieve overtuiging — vóór of tegen een stelling — gekomen zijn. Door dit negatieve karakter verschilt de twijfel van het ongeloof, dat altijd een ^positieve overtuiging van de onwaarheid is. A

Hoewel rechtmatig te betwijfelen valt, of deze beschouwing reeds van den twijfel in 't algemeen opgaat, zeker is zij onjuist, wanneer de religieuze twijfel bedoeld wordt. Want op het terrein van den christelijken godsdienst is geen neutraliteit mogelijk. Hier wordt hetzij een aannemende, hetzij ©en afwijzende houding aangenomen; óf ja, óf neen gezegd. Afwezigheid van geloof beteekent hier hetzelfde als aanwezigheid van ongeloof; nog niet geloovig zijn is hetzelfde als ongeloovig wezen. Ia zooverre de waarheid door ons niet gelooM wordt, is ze ook geen waarheid voor ons, doch wordt ze door ons als onbetrouwbaar ©n onwaarachtig beschouwd.

Voor ons tegenwoordig doel worden wij ook niet veel verder gebracht door Dr P. D. Chantepi© de la Saussaye, dien ik ook reeds d© vorige maal noemde. Hoewel hij wel allerlei zaken noemt, waaraan in dezen modernen tijd getwijfeld wordt, ©n hoewel hij ook den twijfel in alleTlei personen, met nam© uit d© litteratuur, teekent, toch geeft hij nergens er een omlijnde definitie van.

Veel begripmatiger gaat Dr P. Stegenga te werk. Ofschoon hij aan de vragen naar het wezen en den oorsprong der religie voorbijgaan wil 2), komt h^ toch er midden in terecht en kiest hij ook positie, wanneer hij het z.g. religieuze bewustzijn, en d© religieuze zekerheid beschrijven gaat. Dr Stegenga sluit zich groot©ndeels aan bij Rudolf Otto. Het „Heilige" of het numineuz© werkt als mysterium tremendum vooral in op het emotioneele leven van den mensch. Het wekt daar in hoofdzaak Iwee groepen van aandoeningen op. Want het doet huiveren en het bekoort; het stoot af en het trekt aan; het benauwt ©n het fascineert. En d© zuiverreligieuze twijfel bestaat hierin, dat tusschen dez© twee soorten van emoties disharmonie bestaat en de tweede groep door d© eerst© overstemd wordt: het ©enerzijds „zich g©trokk©n voelen tot het goddelijk©, t©rwijl tevens beleefd wordt het niet in contact komen er mede, althans niet in een troostvol en verblijdend contact". 2)

Dit verschijnsel doet zich volgens DT Stegenga voor in alle godsdiensten. Al deze uitingen zijn variaties op het ééne thema: wil de godheid mij wel genadig zijn? En daar dez© vraag „een direct uitvloeisel is van een voorafgaand religieus b©wustzijn, als het ware een direct antwoord daaxop, wil ik allen twijfel, die zich op deze wijze uit, be­ I stempelen als primair".'')

Van dezen primairen twijfel onderscheidt Dr Stegenga nog ©en anderen. Uit de bovengenoemd© religieuze emoties ontstaan naar zijn oordeel ook religieuze voorstellingen, gedachten, ideeën, begrippen, dogmata, enz.; en wanneer nu aangaande deze laatste bij ons onzekerheid ontstaat, krijgen wij te doen met den secundairen twijfel. En deze secundaire twijfel beweegt zich vooral om deze hoofdvraag, of er wel ©en godheid bestaat. ^)

Het is ^uidelijk, dat wij deze omschrijving van den twijfel niet overnemen kunnen, omdat zij verkregen is uit grondgedachten, die voor ons verwerpelijk zijn. lo. De God en Vader van onzen Heere Jezus Christus, met Wien wij in onze religi© te doen hebben, is een gansch andere dan het Heilige, numineuze van Otto en Stegenga. 2o. De openbaring, waarmede dez© God Zich bekend gemaakt heeft, richt zich niet allereerst tot ons emotioneel© leven, maar tot den mensch zoowel in zijn eenheid als in zijn totaliteit. 3o. In zooverr© wij een logische orde aan moeten brengen, gaat het verstand vooraf aan het gevoel. Onze religieuze voorstellingen zijn niet beschrijvingen en Ümdeutingen van onze religieuze gevoelens, maar dez© laatste worden veel meer door d© ©erste opgewekt. 4o. Willen wij desondanks de terminologie van Dr Stegenga vasthouden, dan moet uitgesproken, dat de ongeloofsvragen aangaande God en Zijn openbaring den primairen twijfel vormen, terwijl de twijfel, of God mij wel genadig wil wezen, de secundair© is. '

Op veel schriftuurlijfcer wegen leidt ons het artikel over den twijfel in Kok's Christelijke Encyclopaedie (V 494—495). Echter ontbreekt hier een psychologisch© uitwerking. En ook gaat het te ver, wanneer het wezen van den twijfel in den hoogmoed wordt gesteld. Al schuilt achter den twijfel, als achter elke zonde, de hoogmoed die zich aan het Woord Gods niet onderwerpen wil, toch valt niet alles tot hoogmoed terug te leiden en mogen twijfel en hoogmoed niet kortweg vereenzelvigd.

Zeer breed en ook zielkundig is de twijfel onderzocht door prof. dr T. Hoekstra. Hij omschrijft den religieuzen twijfel „als de emotioneele instelling ten opzicht© van religieuze waarheden, waarbij door het in evenwicht of bijna in evenwicht zijn van gronden en tegengronden, het waarheidsgevoel noch beslist positief noch beslist negatieiE van aard is."«)

De beeldspraak en de verklaring, di© prof. Hoekstra vooraf laat gaan, maken zijn bedoeling volkomen duidelijk. Het gaat met den christen en vooral met den jongen christen vaak als met iemand die e©n zeer ingewikkelde strafzaak in de rechtzaal bijwoont. Ge hoort eerst alles, wat ten gunst© van het christelijk geloof wordt bijgebracht en meent dan, dat het gelijk aan deze zijde is. Maar later komen anderen die vlak het tegendeel beredeneeren, en gij gaat gelooven, dat ook zij gelijk hebben. De gronden vóór en de gronden tegen zijn bijna of geheel in evenwicht. Als gevolg hiervan spreekt het waarheidsgevoel noch negatief noch positief; en dit onzekere zweven van het gevoel zou dan de twijfel zijn.

Hoewel deze opvatting waardevolle elementen bevat, is het toch — nog aigedacht van d© psychologische driedeeling, waarvan zij uitgaat —• jammer, dat zij den twijfel te veel als een abnormalen toestand van het gevoelsleven beschouwt, en niet als ©en ziekte, die de menschelijk© ziel in haar geheelheid heeft aangetast.

Versta ik het goed, dan is het m©t de kennis aangaande het Woord Gods bij een twijfelaar nog tamelijk wel in orde. Zijn eenige ellende is, dat er ook tegengronden worden ingebracht. En deze tegengronden tasten niet zoozeer zijn kennis van de waarheid zelf aan. Dez© schijnt intact t© blijv©n. Maar z© hebben alleen tengevolge, dat wij op een tweesprong, in een tusschenpositie geraken, niet wetende wat wij kiezen zullen. De gronden pro blijven nog staan, doch er worden gronden contra ingebracht, die de eerste "bijna of geheel opheffen, en dit laat zich dan vooral in het waarheidsgevoel merken. Maar aldus wordt toch geen recht gedaan aan de waarheid, dat het ook met de kennis van den twijfelaar niet in orde is. Niet zoozeer dat er tegen-gronden te^en haar worden ingebracht, maar dat zij zelf verduisterd ©n verdwaasd wordt — dat is de ©llende van den twijfelaar. Dat is de hoofdkwaal, di© zich natuurhjk o.a. ook in het gemoed laat gevoeten. De Heere Jezus heeift in verband met den twijfel van Johannes den Dooper niet zonder reden van ergernis gesproken. En voorts zal men, indien men het meest wezenlijke van den twijfel in de aarzeling of slingering van 't gemoed zoekt, ook wel de vastheid en de zekerheid, die 't geloof eigen zijn, het meest in 't gevoel moeten leggen. Terwijl toch het geloof allereerst kennis, zij het ook een kennis des harten, dus geen gevoels-acte is.

Wijlen Ds J. C'. Sikkel heeft ergens, herinner ik 't mij goed, den twijfel het knipperen van het oog genoemd. En deze typeering heeft al aanstonds dit voordeel, dat zij den twijfel over al de elementen van het geloof en onze gansche persoonlijkheid uitbreidt. Indien het geloof het oog of orgaan is, waardoor ik zelf met mijn gansche persoonlijkheid, zoowel denkend als willend de geestelijk© wereld onderscheid en naar mij toehaal en in mij opneem, dan is de twijfel het zieke of ontstoken oog; het oog, dat tegen het licht infcnippert en d© geestelijk© dingen niet recht meer waarnemen en in zich opnemen kan. Mijn uitzicht is belemmerd, vsraardoor ik, als gevolg, o.a. ook in mijn gevoel onaangenaam word aangedaan.

Wanneer wij den twijfel aldus opvatten, heeft ook de onderscheiding tusschen objectieven en subjectieven twijfel grootendeels, zoo niet geheel, haar bestaansrecht verloren. Onder objectieven twijfel verstaat men gewoonlijk den twijfel aangaande de objectieve waarheden als het bestaan Gods, de onfeilbaarheid der Heilige Schrift, de godheid van Christus, enz. Onder subjectieven twijfel den twijfel aangaand© eigen staat, of God ook mij wel genadig wil wezen, of de belofte des evangelies ook mij geldt, of ook mij de zonden vergeven zijn om Christus' wil, ©nz.

Deze onderscheiding kan misschien in zoover gehandhaafd, als zij een zekere klassificati© brengt in de waarheden, waaraan wij twijfelen kunnen. Maar zij is onjuist en dient hoe eer hoe liever uitgeroeid, wanneer zij gebruikt wordt om het waandenkbeeld t© laten voortleven, alsof de twijfel aangaande ©enig© waarheid ook niet ©en subjectieven neerslag heeft en alsof omgekeerd subjectieve twijfel zonder objectieven bestaanbaar zou zijn; alsof ik b.v. wel d© werkelijkheid van het kruis van Christus zou kunnen aannemen en toch tegelijk in onzekerheid verkeeren, of dit ook wel voor mij geschi©d is. Er bestaat geen subjectieve twijfel zonder objectieven. Wat ik voor mijzelf niet als waarheid aanneem, heb ik ook nog niet recht als waarheid onderscheiden. Als ik niet geloof, dat Christus voor mij gestorven is, is dit uitvloeisel hiervan, dat ik nog nooit recht d© realiteit yan Zijn zoendood heb gezien en aanvaard. De kennis des g©loof s, waardoor ik alles voor waarachtig houd, wat God mij in Zijn Woord heeft geopenbaard, omvat tegelijk het vertrouwen, dat niet alleen anderen maar ook mij vergeving der zonden, eeuwig© gerechtigheid en zekerheid van God geschonken zijn.') Zooals ook Calvijn ons nadrukkelijk geleerd heeft, dat objectieve waarheid ©n subjectieve verzekerdheid, onwrikbare overtuiging aangaand© d© r©aliteit der openbaring en ontwijfelbare gewisheid ten aanzien van eigen zaligheid als d© beide helften van denzelfden ring bijeen behooren. Het geloof sluit z© beid© in als met ééne en dezelfdö daad. s)

Terecht zegt prof. Hoekstra: „Greloofden we inderdaad, wat ia de Heilig© Schrift staat, dan zouden we voor veel twijfel 'bewaard blijven." '•') Zelfs Icuimen wij zijn uitspraak uitbreiden ©n zeggeni: geloofden we wat in de Schrift staat, we zouden van allen twijfel verlost zijn. Volkomen geloof in de waarachtigheid der Schrift, sluit allen twijfel radicaal uit.

E. D. KRAAN.


') Art. Doubt in Hastings' Encyclopaedic of Religion and Ethics, IX, 862.

')Twijfel, 63.

") t.a.p., 86-87.

*) t. a. p., 87.

') t. a. p., 87.

") Twijfel^ 48.

') Heidelberger Katechismus, Zondag VII,

') Dr H. Bavinck, Johannes Calvijn, 15.

•) t.ap., 89.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 30 juni 1933

De Reformatie | 8 Pagina's

Wat is twijfel?

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 30 juni 1933

De Reformatie | 8 Pagina's