GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De natie om den troon van Oranje. (Indrukken van 9 September.)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De natie om den troon van Oranje. (Indrukken van 9 September.)

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Eigenlijk is dal hoofd boven dit artikel — dat rubriekhoofd — onjuist.

Indien er één ding is, dat gemist werd op dien zOo gedenkwaardigen Zaterdagmiddag 9 September, dan was het de politiek.

De ééné natie was daar rond den troon; héél de natie in al haar verscheidenheden, één in de liefde tot het Huis van Oranje. En die daar niet waren braken de natie niet in haar eenheid.

Die er waren, dat waren ^„zij allen". En daarom waren allen daar.

God gaf ons volk een Vorstin, die bidt.

Zóó kon het wonder geschieden, dat ten aanhopre van de dertigduizend aanwezigen en van de honderdduizenden, die door de radio werden bereikt, onze Koningin sprak van den zegen Gods, door welke een volk alleen groot en een troon alleen sterk kan zijn.

En zóó is te verklaren het wonder, dat bij het heengaan in den donkeren avond om negen uur, toen de Vorstin met haar Gemaal en haar Koninklijke Dochter heenreed, ondanks het verzoek^ de stilte te bewaren om te voorkomen, dat door het gejuich de paarden schichtig zouden worden, toch de aloude zegenpsalm, het bekende vers van den honderdvierendertigsten, geperst werd uit duizenden kelen, — en dat tot tweemaal toe het „Dat 'sHeeren zegen op U daal" ruischte over de velden.

Ons volk liet zijn Vorstin wegtrekken naar haar paleis, na deze wondere huldiging, ... met een psalm op de lippen.

Zoo begon onze geëerbiedigde Koningin haar achtste vijftal jaren te regeeren...

We hebben de Koningin gezien...

Als Hare Majesteit... Gezeten in den koninklijken wagen, omstuwd door hare boodschappers; voorgegaan door hare grooten; gevolgd door die haar eiken dag dienen. We hebben de Koningin gezien

We hebben de Koningin gezien Als onze Landsvrouwe...

Sprekend van den zegen, die de God des Hemels gegeven heeft in de vijfendertig jaren die achter liggen aan haar en aan haar volk; getuigend woorden van dank aan allen, die met haar het vaderland en hot gemeenebest dienen.

We hebben de Koningin gezien... Als Aanvoerdster in den strijd tegen de machten, die het vaderland bedreigen...

Luid riep ze het uit: „Leve het Vaderland"... Toen hief ze driemaal energiek haar arm op, driemaal het luide schallende „hoezee" richting gevende; " omhoog joegen de kreten : „vaderland.. . hoezee 11"...

En in dien kreet was de vorstelijke majesteit en de nationale levensveelheid tot één geworden; als in één gelofte; als in één wil voor de toe'komst...

Eén wil, door de kracht des Allerhoogsten.

De natie kwam om den troon van Oranje... Onze mannen en onze vrouwen; onze jongens en onze meisjes.

Ze kwamen aan rijen van achten of vieren; ze schreden tot voor den troon; daar bogen ze met vaandels en banieren als in eerbiedige hulde; daar wuifden ze een blijden groet aan Haar, die het doel dezer hulde was; daar aanschouwden ze do Vorstinne, gezeten naast haar Gemaal en haar Moeder; gezeten daar met haar Dochter, de hope der toekomst...

En ze konden haast niet scheiden van voor den troon...

Zaagt ge onze christen-vrouwen? Zie, ze bleven staan; hare voeten weigerden verder te gaan; ze wilden in zich opnemen dat wondere beeld uit deze zoo grootsche stonde; zachte drang was er noodig om ze verder te doen gaan; en voor ze de plaats der hulde verlieten schouwden ze nogmaals met langen blik achterwaarts, vóór ze heen tonden gaan, onze vrouwen, van de Moeder des Vaderlands; onze vrouwen uit Axel en uit den Helder, uit den Achterhoek en uit den Hoek van Holland...

Hebt ge ze gezien, onze jongens en meisjes?

Was er wel één groep der jongeren zóó groot?

Het was al leven voor den troon.

Al kleur en fleur.

Al kleur en fleur. Kostehjke mengeling van verven warmeer de Roomsche graahneisjes héél den weg in het Stadion met haar prachtcostuums vullen; bloemen bloeiende in veelvuldige schoonheid; schittering van blinkende uniformen en glanzende kurassen, als de land-en zeemacht hulde brengt; optocht der barmhartigheid, als honderden verpleegsters in reine gewaden eerbiedig als priesteressen schreden langs den troon...

Het licht van den dag verstierf...

En zonder onderlaten zat daar onze Vorstin, hand-wuivend vriendelijke groeten, dankend voor zooveel hulde, onvermoeid; Zij en Hare Dochter, die twee in lichtblauwe gewaden... in het gewaad dat de kleur droeg van de trouw...

Zes volle uren duurde het voorbijtrekken van de duizenden...

Tot bijna honderdduizend toe... Toen, des avonds te negen ure... toen kwam het einde...

. Toen. klonk, de bede om een zegen... En de laatste woorden, die onze Vorstin in het Stadion kon opvangen — o, wondere symboliek — waren deze:

„Loof, loof nu aller heeren Heer!"

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 september 1933

De Reformatie | 8 Pagina's

De natie om den troon van Oranje. (Indrukken van 9 September.)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 september 1933

De Reformatie | 8 Pagina's