GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Skandinavische romans.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Skandinavische romans.

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

I. Ingeborg Möller, „Zonneheuvel", „De Zwerver", „Zondvloed". Uitg. van N.V. G. J. A. Ruys' Uitg. Mij., Zutphen.

Meer dan eens heb ik in deze rubriek geischreven over de nieuwere Skandinaviscbe romankimst, over boeken van Sigrid Undset, Jan© Oterdaihl, Peter Egge, Jacob Paludan, Jörgen Falk Rönne, Hans Olesen Lokken, Carlsen Skjödt, e.d. auteurs.

Daarbij kwam telkens naar voren het verschijnsel, dat over 't algemeen de sfeer van deze romans aan de onze verwant is. Dikwijls zijn ze van religieuzen geest ^en positieve strekking en stellen zich tegenover de vraagstukken van het leven zoo, dat ze onzerzijds erkenning 'en waardeering verdienen. Er zijn zeker verschillen — ik heb die bij herhaling aangewezen — maar veelal wegen daartegen op etemienten van diep geestelijk leven en mystiek© vroomheid, di© ©en getuigenis zijn van bijzondere kracht.

In den laatsten tijd zijn vfeer enkele proeven van dit soort aan de breed© reeks toegevoegd en het zijn deze boeken, die ik in ©en paar artikelteia onder de aandacht van onz© tezers wil brengen.

Door Mevr. H. ter Linde—Ledeboer vertaald, verschenen achtereenvolgens de drie deelefn van den roman-cyclns van Ingeborg MöUer, „Zanne^ heuvel", „De Zwerver", „Zondvloed".

Samen brengen ze een familiegeschiedenis, of beter, de geschiedenis van verschiUende menscbea, die idoor gebooite of huwelijk tot één familie behooren.

Al dadelijk is dit een typisch Skandinavische stof. Het motief der breed uitgewerkte en te'lkens vervolgde familiehistorie is in de Skandinavische romanliteratuur zeer gewild. Sigrid Undset gai daarvan voorbeelden met haar driedeelige-serie over Kristin Lavransdochter, ©n twee' deeien over Olav Audimszoon, Jan© Oterdahl met „D© Familie Kruse", Peter Egg© met „Hansine Solstad" en „Halvard Grönvold", — ©n zoo is de romantrits van Ingeborg MöHer het verhaal van Job Sveiningszoon en zijn nakomelingen.

hl den regel graven deze boeben. van fanulieihistorie in de Skanidhiavisch© literatuur dieper dan verhalen zonder meer. Ze geven veel aandacht aan de omgeving van pl'aats en tijd; ze steUen het gebeureai tegen den aehtergro'nd van zeden, gewoonten, verhoudingen, en belichten 't verband', vooral ook het psychisch verband, dat ©r tusschen deze '©n d© l'evensopenbaringen der menschen bestaat. En vooral', ze geven ©en beeld van de religieus-geestelijk© houding als vrucht van cultuur en volksnatuur. Dat aUes brengt m d© aaneenschakeling der familie-feitelijkheden relief.

Weer herhaai ik: er zijn tusschen onz© mentaliteit en die van deze boeken verschiüen. D© Skandinavische sfeer kleurt ze met ©en geheel eigen tint. En, omdat meestal' de bewerkte stof uit een ver verteden dateert, is er dikwijls ©en niet te ontkemaen ruwheid van optreden en ruwheid van zeden. De eerbied voor teven en eigendom, d© moreel© inzichten, de levenstoon zijn anderei, geheet andere zelfs, dan die, waaraan wij gewend zijn, en, daarme© üi direct© betrekking, ook is de religieuze geest anders den de onze.

Maar men zou stellig aan de boekten en hun beteekenis te kort doen, zooi men alleen, die verschillen zag en niet óók den anideren kant. Bij de beoordeeling van dit geur© boeken dient men allereerst te bedenken, dat de Skandinavische familie-romans ©en categorie-opi-zichzelf vormen eii dat ze alszoodanig moeten worden beschouwd. Ze zijn spiegels, scherp g©st©ld© spiegels soms (men denke aan „Kristin Lavxansdochter"), van een volk en zijn geaardheid, van een tijd en zijn cultuur.

Di© spiegelend© beteekenis hetoben ook de romans van Ingeborg Möller.

Z© vertellen van de bewoners van het Aurdal, in de tweede helft der 18e eeuw, ron'do'm de centrale figuur van Job Sveinungszoon, die er gekomen is om zijn bruid te werven ©n er is gebleven.

Er is in d© dri© deeïen van het verhaal natuur-Hjk allerlei gebeuren, en veel van dat gebeuren is, zooals ik al zei, rauw. Doodslag, hetzij met opzet, hetzij in een wild© v©chtpartij, twist, minnenijd; brute harstocht, vormen telkens de schakels van een verhaal-keten en door hun veelvuldigheid stempelen z© de menschen en hun omgeving;

Maar nu is er temidden van die ruwheid Job Sveinungszoon, de schoo-llmeester-boer van den „Zoaineheuvel". En met hem is er, tegenover de donkerheid ©n het bijgeloof, de broedertwist en verwanten-moord, de felle gistingen onderling, de and©re g©©st: 'die van geloof en liefde, van lijdzaamheid en hulpvaardigheid, van v©rg'©vensgezindheid en blijmoedig vertrouwen. Job is een vroom man, wiens lied nooit zwijgt, zelfs niet in de zorgelijkste omstandigheden, en wiens kracht, die de kracht is van het geloof ©n het gebed, nooit bezwijkt. Daarom kan hij veel voor anderen zijn en wordt hij als vanzelf de goede genius van het dal. Het eerste deel van de serie „Zonneheuvel" teekent hem in die lichtende beteekenis; t© duid©'lij'ker, omdat er in zijn eigen gezinsleven zooveel verdriet en smart geleden wordt, ook, omdat het andere, het Satanische, hem niet bespaard blijft. En de invloed van zijn woord en werk wordt ge^ zien in het dal, zoolang hij leeft.

In het tweed© deel is zijn kl©inzoon. Kristen, d© hoofdpersoon. Hij is de onecht© zoon vaiï Jobs dochter Raghild. De vader, haar verleider, behoort tot een geslacht van woestelingen en bruten: ze zijn zelfs „bloeddrinkers" (drinkers van dieren-soms menschenbloed, waardoor z© in ©ea soort dehrium-toestand geraken). En nu komea in dezen Kristen de twee lijnen samen, di© van Job en die van de bloeddrinkers, die van het licht en van de donkerheid, die van gO'cd en kwaad. In hem wonen beid© geesten, '©n daarom wordt hij verscheurd door onrust, onvrede, moeite. Zijn geschiedenis, die van den „Zwerver", is de historie van voortdurende antithese: hij kan stil zijn en in zijn zacht vioolspel verloren, èn mateloos woest, een vechter, een bloeddrinfcer: hij kan denken en spreken over God, naar wat hem geleerd is, èn hij kan van zich slingeren alle hoogere' en edel© gevoe'lens en gedachten: het Goddelijk© en het Satanische, de twee etementein van heel het gebeuren in 't Aurdal, doen zich, in felle worsteling', üi en aan hem gelden.

Zijn goede genius is GunnhiM, die d© liefste en beste leerling© van zijn grootvader was en di© grootvaders geest voortdraagt onder de dalbc'woners, maar bijzonder in den familiekring. Zij is trouwens ook de erfgename van Jobs aartsvader-

lijken zegan. In de donkerste en moeilijkste oogenblikkeia van Kristens geslingerd leven is ze zijn troost: ze spreekt hem dan ook van God, van zonde, van genade. Afe hij, na ©en heftige vechtpartij, waarin hij Gunnhilds vader heeft gedood (niet met opzet echter), tot dwangarbeid wordt veroordeeld, is het Gunnhild, die zijn sombere, donkere ziel tot rust weet te brengen. Zelfs wil hg zijn bloed offeren, om zoo de bloedschuld van zijn geslacht te verzoenen. Maar Gunnhild wijst hem er op, dat er slechts Eén is, wiens bloed verzoening teweegbrengen kan.

En dan gaat hij, terwijl zij' intrekt bij Kristens tante en daar de geboorte afwacht van haar en Kristens kind. De tijd van wachten is voor haar gekomen, waarvan reeds de oude Job heeft gesproken, toen hij zei, dat in haar teven het wachten langer zou zijn dan bij eenig ander in het AurdaJ, maar dat God haar dat wachten leeren zou. En onder dat wachten is ze sterk, als ze Kristen in de gevangenis bezoekt, als ze haar zaken beheert, als ze in nieuwe familie-moeilijkheden gemengd wordt. Sterk, omdat God haar sterkte is, omdat ze leeft uit het geloof, dat „Zonneheuvel" altijd heeft overglansd.

Het derde boek, „De Zondvloed" zet de geschiedenis van Kristen en Gunnhild voort, 't Ontleent zijn titel aan een ramp, die het Aurdal geteisterd heeft, een zondvloed, die hoeven en menschen heeft verzwolgen (ook Gmuihilds broer en Kristens tante) en die men ziet als een Godsoordeel over de zonde en de schande der dalbewoners. Maar ook in figuurlijken zin is er sprake van een zondvloed, een waterstroom van schuldbesef en donker lijden, die over Kristen en Gunnhild komt.

Tijdens Kristens verblijf in de gevangenis is Gunnhild hem trouw gebleven: zij ziet zich in Gods weg. Als de tijd van zijn arrest lang verstreken is, en ze nog altijd niets heeft gehoord, reist ze naar de verre stad, waar hij zijn moot: een tocht van vele ontberingen en moeiten. En dan verneemt ze dat hij is vertrokken naar Bergen. Gunnhild maakt dan een periode van zware depressie door, waarin ze worstelt met God. Maar haar geloof zegeviert, en verdiept en gelouterd, stil in innerlijfcen vrede, wacht ze verder Gods tijd af. Die komt, als in het dal de predikanten van Hans Nielsen Hauge's beweging ingang vinden. Zij hebben Kristen ontmoet, weten van zijn zonde, maar ook van zijn bekeering, nadat hij door een diepen weg' is gegaan, geestelijk en Idcbamelijk. En door hun bemiddeling komt Kristen naar het Aurdal terug, een veranderd man, een boeteling, maar ook een gezegende. Zijn huwelijk met Gunnhild wordt dan spoedig voltroikken. Sterk is in dit derde boek het religieuze element: de mystiek van de revival heeft het geheel doortrokken. Maar het brengt ook de diepte in de zielsgeschiedenis van de beide menschen, omdat het, de tegenstelling van zonde en genade, die de eigenlijkheid is van beider leven, in haar groote kracht doet uitkomen.

Ik zei hierboven, dat de beteekenis van den familieroman der Skandinavische literatuur is, dat hij is spiegel van een volk en zijn geaardhedd, van een tijd en zijn cultuur. Uit wat een overzicht van de drie deelen van Ingeborg Möller te zien geeft, blijkt dat ook voor deze romans te 'gelden: spiegels van het Noorsche volk in zijn aard en wezen, spiegel van den tijd en de IS^eeuwsche cultuur. In dit verband is het teefcanend, dat de bewegtag van Hans Nielsen Hauge, den revivahst der Noorsche dalen, in den breede in bet derde deel wordt beschreven. Daarom hebben ze ook als literaire verschijnselen hun waarde.

En naar mijn meening kunnen ze ook in onzen christelijken kring hartelijk ter lezing worden aanbevolen aan ieder, die de sfeer van tijd-en cultuurspiegelende boeken kan verstaan.

G.T.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 februari 1934

De Reformatie | 8 Pagina's

Skandinavische romans.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 februari 1934

De Reformatie | 8 Pagina's