GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De bedreigde Buigings-n.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De bedreigde Buigings-n.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

I.

Het spellingsontwerp dat ons van ministerieele 1 zijde heeft overvallen, zag onder Kollewijniaansohe auspiciën het licht.

Zoo is het te verstaan, dat over den meest ingrijpenden regel daarvan, die over de lang vervolgd© bnigings-n het doodvonnis strijkt (uitzonderingen daargelaten), het orgaan „Vereenvoudiging" van 20 April j.l. oordeelt: „conditio sin© qua non voor elfc compromis dat onzerzijds aanvaardbaar zou zijn". In den grond der zaak' is er van een compromis nauwelijts sprak©, nu la piece d© resistance van het KoUevpijnianism© is aanvaard. Daar het hierin zich uitwerkend principe naar onze vaste overtuiging met ..ajle. tracht moet worden bestreden, wiUen we aan dit punt ©en korte beschouwing wijden, waarbij w©, om d© beschikbare plaatsruimt©, ons beperken tot de quaesti© van bet grammatisch geslacht.

W© zouden ons deerlij'k vergissen, zoo we de (met ongemeene felheid gevoe^rd©!) acti© der „Vereen voudigers" simpel weg verklaarden uit een streven naar eïficiëncy en vergemakkelijking van onderwijs, of (en) uit toepassing van vaste, en door ieder taaltandig© te erkennen, uitkomsten der wetenschap. H©t is er ver vandaan. Wat deze acti© haar drijfkracht geeft is ©en principieels, filosofisch© taalbeschouwing, geïnaugureerd door geleerden als H. Paul - en W. Wundt, en zich' afteekenend tegen den achtergrond eensir on-Christelijfce levensbeschouwing. Wie aan "het filosofisch uitgangspunt mocht twijfelen, leze er De Vooys' Verzamelde Taalk'. Opstellen dl. 1 (passim; speciaal p. 63, 160 en vlg.) maar eens op na.

Als grondstelling der (overigens niet zeer diepzinnig©) 'KoUewijniaanscine taalbeschouwing mogen we wellicht het overbekende adagium citee»ren: „taal is klank", of in gematigder fo'rmuleering (b.v. Gerlach Royen): „taal is primair klank". Deze stelling is voor ons precies even aannemelijk als die welke den mensch „primair lichaam" zou noemen-., 's Menschen spreken is ©en flauw A b b i 1 d van Godes spreken — en dit behoeft geen kltok. Die taal waarin de geest onhoorbaar peinst '©n denkt is zeer wezenlijk en ten volle taal. D© beteekenis is ons de ziel van het wooind en of zij zich in klank belichaamt, dan wel zich binden laat aan acoustische of visueel© voorstellingen — het blijft één en dezelfde taal. Al is het ho© ons verborgen, taal zullen we oiok tusschen dood en opstanding niet ontberen.

Zoo is dan het schrift niet maar „'n grafies© voorstelling van de taaiklanken", zóó dat „d© letterverbindingen eerst taal worden wanneer men die geschreven symbolen weer omzet in inwendig© of uitwendige taaiklanken" maar, zooals het geschreven© daar hgt, al woirdt het op ©en bepaald oogenblifc door geen enkel mensch gelezen of gedacht — 'doch God kent het — is het wezenUjk ©n ten volle taal. Om de strekking der aangehaalde woorden te verduidelijken: de consequentie was dat de H. Sichrift dan pas Gods Woord was, wanneer ze werd gelezen.

Uit dö bestreden grondstelling „taal is (primair) klank", vloe'it logisch voort:

Ie. dat conventie en gemak, maar geen hoogere normen, d© maatstaven zulen vormen voor schrift ©n spelling, die op dit standpunt, en volkömeni terecht, - voor de taal zijn wat noten zijn voor de muziek;

2©. dat eigen rechten en eigen no'rmen der

geschreven taal niet worden erkend en nog veel minder zekere superioriteit van deze ten aanzien der gesprokeia taal.

De eerste conclusie, die bij de bespreking der andere regels van het ontwerp meer aandacht zou vragen, laten we rusten.

Wat de tweede betreft: bet is volkomen juist dat De Vooys, van zijn principe uit, gewaagt van den „taalregel" dat woorden als „tast" in het verkleinwoord geen „t" hebben i). We spreken ©en klank dien we hier, min of meer gebrekkig, met „kasje" aanduiden, en dat er een spelling „kastje" bestaat, die duidelijk zichtbaar maakt het door den geest gelegd, in de uitspraak overwaasd verband tusschen grondwoord en deminutief, dat raakt de taal niet. Even consequent is het dat „het" met een h een zonde tegen de taal beduidt, omdat het onzijdig lidwoord is: „(e)t".

Maar men waagt verdere gevolgtrekkingen; buigingsuitgangen als „der" heeten verouderd; den teerlingen mag niet worden opgedrongen dat ze in de taal nog bestaan. En ©venzoo: er zijn sifechts twee geslachten, „het de en het et-geslacht", zoodat een deur aan te duiden met „haar" «en taalfout is. Norm voor het - algemeene schrijd ven en ook voor het taalonderwijs wordt het z.g.n. Algemeen Beschaafd. Niet dat litteraire taal wordt uitgesloten of afgekeurd; och neen — even min als volksdialect en „familiaar Beschaafd".

Zoo leidt de weg van de identificatie „taal is klank" tot miskenning en achteiruitzetting der litteraire taal.

Iets dat ten nauwste verband houdt met een andere gevaarlijke dwaling die dient te worden gesignaleerd. De taaJpsychologen en op hun voetspoor de Vereenvoudigers kennen geen normen boven de taall Ze zijn de meening toegedaan dat de „levende taal" zichzelf ten wet is. Als Schrift-geloovigen (en niet op grond van classicistische gezindheid) deelen wij dit gevoelen allerminst. Ook in de wijze van zijn spreken is de mensch nooit of te nimmer autonoom. Er zijn door God gestelde aesthetisdhe', ethischei, logische wetten 'en normen, welke gelden ook voor den taalvoim; enden en - gebruifcenden mensch. Het spreekt vanzelf: vmie die wetten en normen op zich zelve erkent en tevens inziet dat 's menschen geestes-en zieleleven met den taalvorm op 't allerinnigst saamgeweven is, moet deze wetten zeggenschap toekennjen en beteekenis ook voor de taal. Dit niet te doen stond gelijk met de taal te ontzielen. En wie den zondeval belijdt, kan niet ontkomen aan de conclusie dat het bederf de taal niet is voorbijgegaan.

Iets dat de verklaring geeft:

Ie. van bet feit dat er platter èn nobeler uitingen' en vormen zijn van taal en

2e. van den eisch: aan den neertrekkendem] invloed van het onedele en alledaagsche weerstand te bieden, vooral daar waar rustig overleg' meest mogelijk is en verduurzaming intreedt van het vluchtige woord, t.w. in de geschreven taal.

Bovendien: Babels spraakverwarring (in bond met den zondeval) bracht het beginsel van ©eia nimmer eindigend© differentiatie en splitsing in het taalleven: een abnormale (hoewel thans noodzakelijke) ontwikkeling. Kunstmatig herstel van eenheid, horizontaal in uiteen gelegen plaatsen, verticaal in den stroom des tijds, biedt ©enig tegenwicht; eenigermate vergelijkbaar met den mechanischen band van overheidsgezag en staat. En bij dit herstel worden belangrij'b© diensten bewezen door geschreven taal en door grammaticaal gezag.

Dat de „naturalistisch©" (het woord is van Dr A. Kuyper Sr.) School van KoUewijn dit niet kan toegeven ligt voor de hand. Tusschen hen ©u ons in staat het Woord van God.


1) De Vooys, Verz. Taalk. Opst. I, 47.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 4 mei 1934

De Reformatie | 8 Pagina's

De bedreigde Buigings-n.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 4 mei 1934

De Reformatie | 8 Pagina's