GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Kerstfeest — Gods open deur.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Kerstfeest — Gods open deur.

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Zoo zond de HEERE God hem weg uit den hof van Eden, om den aardbodem te bouwen, daar hij uit genomen was; en Hij dreef den mensch uit, en stelde Cherubim tegen het Oosten des hofs van Eden. Gen. 3:23, 24.En zie, een Engel des Heeren stond bij hen, en de heerlijkheid des Heeren omscheen hen en de Engel zeide tot hen: Vreest niet ". Luc. 2:9, 10.

In Genesis 3 en in Lucas 2 staan de daden Gods tegenover elkaar. In Genesis 3 de vreeselijke straf op de zonde: de mensch wordt weggezonden van God; de band wordt nu doorgesneden, de bond der God-loozen begint nu den zwerftocht over de woest eworden aarde, door de donkerheid en de ellende.

In Lucas 2 het endere, het omgekeerde: de vrede Gods wordt weer geboodschapt en Gods genade

98 spreidt als een opgaande zon haar stralen over het leven van de zwervelingen uit.

Eerst, bij het Paradijs, die Cherubijnen, die bij den ingang staan om te beletten, dat de ballingen weer terugkeeren; de dienst der Engelen vangt in de gevallen wereld aan met het ons van het leven en het licht en de vreugde afsluitend bewaren van den toegang tot het Paradijs.

Maar in de velden van Efratha zijn daar die vele hemelsche heirlegers van Engelen, van wie er een naar de herders treedt en naar de gevallen wereld en zegt: vreest niet! Gods gesloten deur is weer opengezet, de ellende is nu voorbij en de ballingen mogen nu weer terugkeeren naar Gods paleis om eeuwig te spelen in het licht van Gods aangezicht, schijnend uit Zijn op Kerstfeest opengezette deur.

"Weggezonden van God — dat is de ellende van het menschenleven. Ze bestaat niet in moeite en gebrek en ziekte en strijd. Maar in de vreeselijke werkelijkheid van het weggezonden zijn van God. Die Cherubijnen bij den ingang van 't Paradijs prediken hel ons in droeve taal: weggezonden van God, naar de ellende en den dood en het verderf. Het schreeuwt als een wanklank vol wanhoop door het leven van den mensch.

Maar het wonder van Kerstfeest wordt gepredikt in 't feil, dat daar nu die Engel staat, een van die niet die Rai-adijs-Cherubijnen waken over Gods heiligheid, en die nu tot de herders en tot al het volk van God zegt: „Vreest niet". De prediking vol zaligheid, dat God Zijn deur en Zijn paleis weer heeft opengezet; dat die Cherubs er nu n i e t meer staan. Dat nu Gods licht weer gaat schijnen en Gods oog weer ziet in gunst en Gods hart weer is geworden hel Vaderhart.

En de zwer\'ers, moe van hun dwalen en angst en pijn, keeren nu weer terug naar Gods Vaderhuis, in het licht van Gods aangezicht, en jubelen nu: Wij gaan op des Konings roepstem, naar ons huis in 't vaderland.

Dat is de neerlijkheid voor Gods volk van het Kerstfeest: de terugkeer naar het Vaderhuis, omdat God nu die Engelen van het bewaken van het Paradijs heeft gezonden naar de verlorenen, om hun te boodschappen, dat Zijn deur nu weer openstaat.

Dat hebben wij niet gedaan: die deur openzetten. Wij hebben zelfs niet eerst geklopt, terwijl daarna God die Engelen van de poort van het Paradijs naar ons heeft gezonden met die boodschap van genade. Neen, de eerste daad is geweest van God, die Zijn Zoon gegeven heeft en om dien Zoon de deur weer geopend heeft en dat aan de Wereld boodschappen laat.

Zóó is Kerstfeest het wonder van Gods opengezette deur en van den terugkeer der door Zijn Zoon verlosten naar het Vaderhuis.

Wat zullen we daarmee nu doen? Als God aan de wereld de tijding brengen laat van die opengezette deur, wat moeten we dan doen?

Er zijn menschen, die als Gods eenige boodschap aan hen persoonlijk lezen het vreeselijke woord van Genesis 3, dat Gods deur gesloten is en door Engelen bewaakt. Terwijl ze nooit toegekomen zijn aan het onuitputtelijke wonder van Lucas 2, dat Gods deur open is gezet.

Er zijn menschen, die leven met den rug naar de open deur, en al maar door slaan te staren naar de gesloten deur van Genesis 3.

Er zijn menschen, die weenend staan tegenover de deur, waarvan ze, door hun oogen gesloten te houden., wanen, dat ze nog altijd gesloten is, terwijl ze maar één ding behoorden te doen: zich te overtuigen dat de deur werkelijk open is gedaan.

Jezus Christus heeft eens gezegd: Ik ben de deur.

Het verheugende wonder dezer feestdagen is het hoeren van de Engelenboodschap, dat die deur nu openstaat.

Zondaars, die om genade vragen, de menschen dus, die kloppen aan Gods deur, vinden haaiopen staan.

De poort, waardoor het licht komt stroomen. Waar ik vrijelijk heen mag gaan

Om vrede Ie bekomen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 december 1934

De Reformatie | 8 Pagina's

Kerstfeest — Gods open deur.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 december 1934

De Reformatie | 8 Pagina's