GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

UIT DE SCHRIFT

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

UIT DE SCHRIFT

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

.... heeft Hij Zichzelven vernederd, gehoorzaam geworden zijnde tot den dood, ja den dood des kruises. Daarom heeft Hem ook God uitermate verhoogd Filippensen 2:8, 9.

Koningsrecht.

Christus' Koningsrecht komt voort uit Zijn Priesterschap.

Reeds is dit te zien in den gang van Zijn leven.i iWiel is Christus Koning en Priester tegelijk'. Tot beide ambten is Hij van eeuwigheid gezalfd. Niettemin is er in Zijn levenswerk ©en zekere opvolging te aanschouwen. In Christus' lijden en sterven treedt het Priesterschap meer op den voorgrond, en dan volgt daarna Zijn verhooging tot Koning. En deze volgt er niet slechts op, doch — veel inniger — ze komt eruit voort. Het Koningschap is een vrucht van het Priesterschap. In Zijn lijden en sterven immers heeft Christus Zich een eigen volk verworven. Hij heeft dat volk niet met goud of met zilver, maar met Zijn dierbaar bloed gekocht, en van alle heerschappij des duivels verlost, en het alzoo Zich tot een eigendom gemaakt. Hij mag. Hij móét daarom over dat volk Koning zijn. Dat Koningsrecht verkreeg Hij door Zijn bloed. Vandaar dat na Zijn kruisdood ook de verhooging tot Koning komt. En dat Koningschap is dan geen buit, dien Hij Zich met Zijn almacht veroverde. Niet met twaalf legioenen engelen, of met het zwaard' van Petrus verkreeg Hij het. Neenj Hij verwierf er het recht op door Zijn Priesterschap; doordal Hij met Zijn offer aan Gods gerechtigheid voldeed, en Zijn volk verzoende. Het Priesterschap brengt het Koningschap voort. De rechten op dat Koningschap liggen op Golgotha. Daar verkreeg Christus Zich Zijn volk ten eigendom.

De Vader heeft dan ook die rechten erkend. Hij heeft niet allereerst uit üefde tot Zijn Zoon, en óók] niet wijl Zijn goddelijke kracht het Hem vergunde, maar vóór alles uit erkenning van het op het kruis verkregen recht Christus tot Koning Zijner Kerk verheven. Hij heeft den schepter gelegd in doorboorde handen. Hij heeft Hem Koning gemaakt, wijl Hij Priester was geweest. Omdat Christus Zichzelven vernederd had, gehoorzaam geworden zijnde tot den dood, ja, den dood des kruises, — daarom heeft Hem ook God uitermate verhoogd.

Het hart van den Christen stemt deze waarheid toe. i

Neen, hij kiest zich zijn Heiland niet tot Koning wijl deze zoo machtig is, of wijl Hij |God is, of zulke edele beginselen predikt, maar om déze reden, deze juichende reden: — Gij hebt rnij gekocht met Uw bloed! Omdat Gij voor mij zijl gehoorzaam geweest tot den dood des kruises, daarom zal ik U verhoogen tot mijn Koning.

In het hart van den Christen komt het Koningschap van Christus voort uit Zijn Priesterschap. Aan den voet van het kruis, waar Zijn schuld geboet werd, — daar begeert hij Christus' onderdaan te zijn, en zich door Hem te laten regeeren*

Zeg dan niet, gij mensch, wijl gij den naam van Christus noemt, dat Hij uw Koning is, indien gij Hem niet als uw Priester wilt kennen. Zoo gij tot zaligheid door Hem geregeerd wilt worden en Koninklijk geleid op den weg des levens, dan zult _ge de aanklacht van Gods wet moeten toelaten in uw hart, en gij zult met de schuld en de boeien uwer zonde tof den Priester Christus moeten komen, zoekend Zijn verzoening en verlossing, en Zijn rechten op u, die daaruit voortkomen.

Menigmaal heeft de Christen te worstelen om het bestel van zijn Koning over hem goed te vinden, en zich gewillig daaronder te buigen. Christus' regeering is wel zegenend', maar die zegeningen zijn dikwijls vervat in teleurstellingen, in afbreken van onze verwachtingen, in kruis en leed en zorg, in ziekte en rouw. Waanneer het dan moeilijk valt om in zulke wegen van heeler harte Christus Koning te laten zijn, dan wende onze ziel zich daarheen, vanwaar dat Koningschap voortkomt; dan bnige zij zich voor den Priester, en bedenke Zijn leven van zelfverloochening, Zijn bitter lijden en sterven. Zijn bloed en Zijn gebroken hart. Zijn klacht van Godverlatenheid, — en dat alles, opdat Hij ons zou verlossen van het verderf en ons Zich tot een eeuwig zalig eigenidom zou maken. En dan zal dat de weg zijn, waarin door Gods Geest, weer de schoone rechten van Christus' Koningschap over ons in het hart opkomen, en wij gewillig worden den schepter over ons leven in Zijn hand te leggen. Dan komt het Koningschap weer voort uit het Priesterschap

Dat wij den groei van Christus' Koninklijke regeering over ons dan altijd zoeken op de rechte plaats. Zoo wij Zijn voortgaande leiding over ons leven begeer en, de z^eningen van Zijn bestuur, de beheersching van ons hart, de wending van onze wegen naar boven, de lust en de kracht om Hém te volgen, de verlichting van Zijn Woord, en den invloed van Zijn Geest, — al de weldadigheid van Zijn Koningschap, — leve onze ziel dan bij' het Priesterlijk offer van Christus, klimme ze immer opnieuw, met haar zonde en sdiuld, met haar stoffelijke en geestelijke nooden, óp naar Golgotha, naar het verzoenend' en verlossend werk van den Priester.

Zoo zal nog altijd' van daaruit Christus' Koningsdiap zich heerlijk en krachtig aan ons betoonen, en het Woord bevestigd worden: — omdat Hij Zichzelven voor ons vernederd heeftj daarom zal Hij over ons verhoogd worden.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 februari 1936

De Reformatie | 8 Pagina's

UIT DE SCHRIFT

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 februari 1936

De Reformatie | 8 Pagina's