GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

EVEN PARKEEREN.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

EVEN PARKEEREN.

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Opwekking of Verhondsvemleuwlng?

Tegen allerlei pogingen tot opwekking va^ii het geestelijk leven hebben wij ons schrapt gezet.

Om allerlei redenen.

Allereerst omdat zij niet uitgingen van den wortel der dankbaarheid, waaruit gansch ons christelijk leven opkomen moet. Zij gingen meestal uit van een miskenning van het werk Gods in. ons vaderland. Import van theologie uit Duitsdhland, van religieuze methoden uit Engeland en Amerika overstroomde de mai-kt.

Een andere reden bestond hierin, dat in deze bewegingen meestal de belijdenis werd vervangen door het getuigenis. De Kerk zweeg, het individu sprak. De ellende werd in dit getuigenis zelden, dat wij in Adam zijn gevallen en levenslang te strijden hebben met onzen zondigen aard. Neen, het werd een kwestie van inconsequenties en verkeerde gewoonten, die ik kwijt kon zijn wanneer ik maar wilde. De leer der verlos^ sing ontaardde in een deelen tusschen God en mensch, en in het najagen van een bereikbare heiligheid werd de volkomen heiliglieid, welke ik in het geloof bezit, losgelaten of althans op den achtergrond gedrongen.

Ten derde werden üi deze opwekkingsbewegingen de inzettingen des Heeren achtergesteld bij menschelijke methodes, waarvan de Schrift zoo nadrukkelijk heeft gewaarschuwd, dat dit de dingen waren, die op de aarde zijn.

En om nog een bezwaar te noemen, in deze acties kwam zoo licht de Farizeër weer op den troon, die sprak: ik ben heiliger dan gij!

Waarom ik dit schriftuurlijk en geloovig verzet tegen deze opwekkingen in herinnering breng?

Wel, omdat uit dit rechtmatig verzet wel eens de onrechtmatige conclusie zou kunnen worden getrokken, dat het bij ONS nu wel in orde of ten naaste bij in orde zou wezen en er dus geen vernieuwing des levens noodig zou zijn. Alsof de prediking, de pers en de conversatie ten opizichte van ons alleen maar zouden hebben te constateeren: Wij hebben het! Wij hebben het nog steeds!

En dan zouden wij wel op een droevig en gevaarlijk dwaalspoor zijn.

Herleving, niet door allerlei mensohelijke methodes, maar in den weg der Verbondsvemieuwing, is Gods eisch voor onzen tijd.

Mag Ik een paar dingen noemen?

In de eerste plaats is er in onze kringen een voortwoekerend ARMINIANISME, dat wel eens ernstiger gesignaleerd mag worden. In de keuae van het lied, in toespraak en traktaat, in de gesprekken komt het telkens openbaar en toont hoe de geestelijke voelhorens bij menigeen afslijten. Wie zijn oor te luisteren legt, ontdekt telkens een voorstelling van zaken, waarbij niet God de eerste is, maar waarin de mensch vooropgaat, zelf zijn ellende uitkient, naar de verlossing grijpt en dan komt God als de noodhnlp in de peroratie voor den dag.

Een tweede punt, waarop ik de aandacht wil vestigen, is de vroomheid. Vroomheid in dien zin, dat wij eerbiedig staan tegenover de waarheid Gods, tegenover God-Zelf. Wij bidden zoo ontzaggelijk veel, preeken en spreken en zingen zooveel, dat wij soms sterk den indruk krijgen: het is niet ECHT meer. Zooals voor de Radio het. geluid' van den spoortrein, de stoomboot, de vUegmachine, de waterval, ja, wat niet al, niet enkele mechanische apparaten wordt nagemaakt, zoo kimnen wij huiveren, schreien, danken op élk moment. De eerbied der ware liefde is ons vaak zoo vreemd geworden.

En ten derde zou ik willen wijzen op' het leven, op den wandel. GOD weet wie wij zijn. HIJ laat ons scherpelijk de tien geboden prediken. Daarin zegt Hij tot de gemeente van Zijn lieven Zoon: gij zult niet dooden, echtbreken, stelen, liegen, begeeren! God vindt het noodig, zie ook slechts de brieven, de gemeente van Ghristus gedurig te bestraffen en te vermanen over zeer concrete en afschuwelijke zonden. Maar wij zijn er volkomen aan gewend. Israël riep eens: Laat God tot ons niet spreken! Maar, wij zeggen feitelijk: Spreekj Heere, want ik dood niet, ik breek den echt niet, ik steel niet, ik Heg niet, ik begeer niet. En met de tevreden verklaring, dat de preek mooi was of met de criüek dat de dominee er wel wat méér van had kunnen maken, zeggen wij: tot den volgenden Zondag, dan krijgen wij wéér twee preeken!

O, laat ons toch waken, dat wij de groote schatten Gods niet maar FORMEEL in bezit hebben, laat ons in dit alles toch de gemeenschap oefenen door het geloof met den levenden God en Jezus Christus, Dien Hij gezonden heeft.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 oktober 1936

De Reformatie | 8 Pagina's

EVEN PARKEEREN.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 oktober 1936

De Reformatie | 8 Pagina's