GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

ZENDING EN EVANGELISATIE

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

ZENDING EN EVANGELISATIE

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Luther en de Zending.

Op het eerste gezicht hebben die twee niet veel met elkaar te maken. De Hervormer van Wittenberg is niet gekomen tot de Zendingsdaad. Men heeft verschillende argumenten aangevoerd om dit feit te verklaren.

De overtuiging, dat het wereldgericht voor de deur stond, zou Luthers zendingsactiviteit hebben verlamd. Daarnaast zou hij sterk ondter invloed gestaan hebben van de meening der Scholastici, die met een beroep op Ps. 19:5 en Rom. 10:18 van geen zending meer wilden hooren. De Apostelen toch hadden het Evangelie al gebracht heel de wereld over. Dezie voorstelling sloot zich nauw aan bij de oude legende van de verdeeling der wereld door de Apostelen.

Het is Karl Holl geweest eii na hem G. Simon, die overtuigend hebben bewezen, dat beide argumenten bij Luther geen steek houden.

Dat het naderend wereldgericht hem van practisch zendingswerk zou hebben afgehouden is niet denkbaar. Indien het waar is, dat deze verwachting zoo sterk bij Luther leefde en zijn spankracht brak, hoe moet dan heel het hervormingswerk worden verklaard. Dan had hij ook daarin niet zoo rusteloos kunnen arbeiden.

Nergens, zoo zegt Karl Holl, voelt Luther zich door de naderende wederkomst van Ohristus van de plicht 'tot werken ontslagen.

Maar heeft dan de hervormer met ©en beroeip op Ps.' 19:5 , ydat hun geluid .over de geheel© aarde is uitgegaan", gemeend dat de kerk van zijn dagen nu vrijgesteld' was van zendingsarheid? Ook' «üt gaat niet op. Het was juist Luther, die heel nuchter naar het pas ontdekte Amerika wees. Daar was toch zeker niet het Evangelie gepredikt „en hun geluid gehoord".

Hij geeft een andere verklaring van dit vers en vergelijkt daarin de prediking van de Apostelen met een steen, die in het water geworpen steedig breeder kringen trekt. ZoO' gaat het vandaag nog met de prediking, zegt Luther. Zij is door de Apostelen begonnen en moet verder gedragen worden. Luther kent dus ©en zendhigstaak.

Hij weet dat eerst wanneer het Evangehe „in aller Welt" gepredikt is, dat dan pas intreden zal de jongste dag.

Dat Luther niet van Zending geweten zou hebben, is dus niet vol te houden. Maar dan gaat nog meer klemmen de vraag, waarom 'hij niet gekomen is tot de Zendingsdaad. De verklaring daarvoor zal men stellig moeten zoeken in de geweldige taak, die Luther zich gesteld zag in den opbouw der jonge kerken. Wie iets kent van de ontzaglijke moeihjkheden, waarmee men in en na de Reformatie geworsteld' heeft bijv. om predikers te vinden voor de eigen kerken in de landen der hervorming, die gaat begrijpen dat men geen krachten over had voor deji dienst op een zendinglSr veld.

Kon er dus van practischen Zendingsarheid geen sprake zijn, toch heeft Luther de noodzaak ervan wel bepleit.

Belangrijk is hier zijn houding tegenover den Islam. De politieke situatie van zijn dagen — beleg van Weenen door de Turken — richtte als vanzelf zijn aandacht op dezen feilen tegenstander van het Christendom. Luther heeft het gevaar Oiniderkend. Hij ziet in den 'Islam den Gog uit Openbaringen. En tegen dezen vijand roept hij heel de Christenheid op.

Met een voor zijn tijd bewonderenswaardig inzicht heeft hij de kracht ©n zwakheid van die reUgie van den profeet ^eteekend, en daardoor stimuleerend .gewerkt op de belangstelling voor en de studie van den Islam. Als er een latijnsche weerlegging van den Koran verschijnt van de hand van een Dominicaan, aarzelt Luther niet daarvan een duitsche bewerking te geven.

Hij springt voor BibHander in de bres, als deze in Bazel bedreigd wordt met verbanning om zijn vertaling van den Koran en schrijft zelfs ©en voorwoord bij de uitgave van deze vertaling.

Zoo heeft Luther telkens weer den Islam binnen zijn gezichtskring getrokken. Zijn bestrijding van dezen tegenstander staat ook in nauw verband met heel den opbouw van zijn levensiwerk. Hij verwacht groote dingen voor de Kerk zelf, wanneer zij in de tegenstelling met den Islam zich gaat bezinnen op wat zij zelf bezit.

Sterke zendingsmotieven spreken ook af en toe mee. Hij hoopt dat door de gevangen genomen Christenen enkele Turken voor Christus gewonnen worden en dat de door de Turken onderworpen Christenen staande mogen Wijven om met het Evangelie in de hand hun overwinnaars te overwinnen.

Daai-in zïet hij de eenige mogelijkheid) om dien Islam te overwinnen. Met kruistochten bel^eikt men niets en Luther verwijt dan ook den Paus den steun, dien hij daaraan gaf in plaats dat hij, naar zijn ambt, predikers van het Evangelie tot de Tiu-ken zond.

Tellcens weer hooren we Luther de vraag stellen en beantwoorden of de Christenen niet gehouden zijn om zending te drijven ondef de volgelingen van den profeet. Reeds in 1519, in de verklaring van den tweeden Psalm, schrijft hij, dat de Mohammedanen zich stellig zouden bekeeren, als het aantal Christenen onder hen maar groot genoeg was. Hoe hij zich de practische verwerkelijking daarvan gedacht heeft wordt niet duidelijk.

De beantwoording van die vraag was ook zeer zwaar. De koloniale wereld bevond zich in handen van de roomsche machten Spanje en Portugal, die op aanwijzing van den Paus die wereld onder zich verdeeld hadden. Waar moest men dan een terrein zoelcen voor een protestantschen zendingsarbeid? Heel de situatie van die dagen verhinderde den opzet van een georganiseerden zendingsarbeid.

Geen der hervormers heeft dan ook de kerken direct voor de Zendingstaak geplaatst.

Toch zijn in Luthers levenswerk de lijnen al getrokken, waarlangs de zending zich in reformatorischen zin kon ontwikkelen.

HoM wijst in dit verband op Luthers kerkbegfip, dat direct leiden moet tot de zendüigsgedachte. Christus regeert in Zijn kerk, en zooals de zichtbare kerk waarin het Woord verkondigd wordt, Zijn werktuig is, waardoor hij Zijn onzichtbare kerk bouwt, zoo is ook iedere Christen afzonderlijk geroepen Hem als Zijn werktuig te dienen.

Daaruit volgt voor Luther direct — en dat moet ons Gereformeerden wel toespreken — dat niet alleen de „Landeskirche", maar ook iedere gemeente bevoegd is, zonder machtigüig van wie ook, een eigen zendingswerk te beginnen. Daarbij legt Luther sterken nadruk op het algemeen priesterschap der geloovigen en roept zoo alle krachten van alle gemeenten op om tenminste in het gebed mee te arbeiden in dat werk.

God en Christus werken, de mensch is slechts werktuig, hij kan slechts het Evangelie doorgeven. Maar als werktuig is hij onontbeerhjk en mag zijn eer daarin vinden, dat God hem in Zijn dienst gebruiken wil.

Niet alleen in het algemeen heeft Luther zoo over de Zending gesproken. Ook over de uitwerking in de practijk heeft hij zijn gedachten laten gaan. We zagen het hoe hij daadwerkelijk mee gewerkt heeft om de kennis van den Islam te verdiepen.

Hij vraagt van de zendelingen dat zij het volk, waaraan ze het Evangelie zullen gaan. brengen, door en door kennen in zijn zeden en gewoonten, vooral ook in hun taal. Bijzonder dringt hij er op aan, dat men het goede in het vreemide volk zal weten te waardeeren. Zelf gaf hij daarin het voorbeeld. Heel anders toch dan de meeste van zijn tijdgenooten zag Luther ook de goede dingen in den Islam. Hij prijst hun godsdienstigen ijver en klaagt zelfs, dat vele Christenen, die toch het Woord Gods hebben en den naam van Christus belijden, slechter Christenen zijn dan de Mohammedanen in hun godsdienst.

Luther kent de kracht van het heidendom, dat Oiverwonnen moet worden.

Het zijn hoofdzakelijk drie kenmerken, die voor hem het heidendom typeeren.

Allereerst het verlangen om God als middel te gebruiken tot de verwezenlijking van eigen begeerten. Steeds 'wordt God dan gedegradeerd tot een dienaar der mensChen.

Dan de voorstelling, dat het in de macht van den mensch hgt om God te dwingen, hetzij door het offer en goede werken, hetzij in grovereu vorm door tooverij.

En tenslotte ziet hij het heidendom zich uitwerken in het wettisch karakter, dat zulk ©en religie draagt. Want de voorstelling, dat men op God invloed kan uitoefenen, brengt steeds met zich mee de gedachte, dat de één of andere vorm daarvoor bijzonder geschikt moet zijn.

Daartegenover nu ziet Luther als de eerste taak van de Zending om de ware verhouding tusschen God en mensch te prediken. De niet-Christen moet daardoor een indruk krijgen, welke weldaden God de Almachtige hem gewezen heeft, zoodat hij de goedheid Gods gaat zien die hem tot dank verphcht. Langs dien weg wil Luther dan in volle vrijheid het geloof wekken.

Hier komt Lulher aan het punt, dat in onze dagen zoo sterk de aandacht vraagt op bijna ale Zendingsvelden, het vraagstuk van de christelijke vrijheid. Tegenover het wettisch karakter van den Islam legt Luther weer, als Paulus, den vollen nadruk op die vrijheid ook voor de pasbekeerden. Hij waarschuwt uitdrukkelijk tegen het gevaar dat het Evangehe als een nieuwe wet wordt aanvaard. Daardoor zou het oude heidendom weer zijn intrede doen in de kerk. Dit gevaar kan alleen overwonnen worden door de echt christelijke vrijheid, die ieder persoonlijk voor God stelt, en die daardoor de eigen verantwoordelijkheid in do hoogste mate scherpt en tegelijk leert zien, wat God werkelijk Vraagt.

Zoo heeft de zending binnen Luthers gezichts­ kring haar eigen plaats. Tot de Zendingsdaad isi Ihet bij' hem niet gekomen. Het zijn nog maar zendingsgedachten, maar hij heeft daarmee het fundament gelegd, waarop lateire geslachten him zendingswerk optrokken.

J. V. d. L.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 augustus 1937

De Reformatie | 8 Pagina's

ZENDING EN EVANGELISATIE

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 augustus 1937

De Reformatie | 8 Pagina's